Geen valentijn voor hiv-positieve jongeren Swaziland

Nieuws

Geen valentijn voor hiv-positieve jongeren Swaziland

Mantoe Phakathi

11 februari 2010

Jabulile Dlamini (16), heeft nog nooit gezoend en ze denkt dat dat ook niet snel meer zal gebeuren. De meeste meisjes in haar klas leven verwachtingsvol naar Valentijnsdag toe, omdat ze hopen op een cadeautje van hun vriendje, maar daar hoopt de hiv-positieve Jabulile niet meer op.

Ze is terughoudend op het gebied van relaties vanwege de complicaties die haar hiv-status met zich meebrengt. Ze is echter niet immuun voor liefde en vertelt dat ze iets voelt voor een jongen bij haar in de kerk, die heeft laten merken dat hij haar leuk vindt. Het idee dat ze hem moet vertellen dat ze hiv-positief is, weerhoudt haar er echter van haar werkelijke gevoelens te tonen.
 
“Ik ben bang dat hij het dan aan iedereen vertelt”, zegt Dlamini. “Ik vind dat je je vriend moet vertellen over je status, maar ik weet niet hoe hij erop zal reageren”, zeg ze. “Elke keer als hij aanstuurt op contact, vertel ik hem dat ik geen tijd heb voor school en een vriendje tegelijkertijd.”

Discriminatie

Volgens de National Emergency Response Council voor Hiv/Aids, zijn ongeveer 15.000 kinderen in Swaziland besmet met hiv of aids. De meeste van deze kinderen zijn geboren met het virus. Het aantal zwangere vrouwen met hiv steeg van 39,2 procent in 2006 naar 42 procent in 2008.

Dlamini heeft haar vriendinnen op school ook niets verteld over haar status omdat ze bang is voor het stigma en discriminatie. Swaziland heeft wereldwijd het hoogste aantal hiv-besmettingen. Bijna 26 procent van de bevolking tussen 15 en 49 is hiv-positief.
 
Dlamini ontdekte haar status zes jaar nadat haar hiv-positieve vader overleed. “Ik was als kind altijd al vaak ziek. Mijn moeder nam me mee naar traditionele genezers, maar mijn conditie verbeterde niet”, zegt ze. “Ik had uitslag op mijn hele lichaam en daar leed mijn schoolwerk onder, omdat ik heel vaak afwezig was.”
 
Haar vader, een mijnwerker, overleed in 2001. Dlamini’s moeder geloofde dat de dood van haar man en de ziekte van haar dochter een gevolg van hekserij waren. Daarom bleef ze met haar dochter traditionele genezers bezoeken, totdat familieleden haar adviseerden medische hulp te zoeken.

Zo kwamen ze terecht bij de Baylor College of Medicine Children’s Foundation-Swaziland (BCMCFS). Moeder en dochter bleken na een test allebei hiv-positief te zijn. “Toen de arts mij vertelde dat ik geïnfecteerd was met hiv, moest ik huilen. Ik vroeg mijn moeder hoe ik het had gekregen. Ze zei dat ik ermee geboren was”, zegt Dlamini.

Ze was op dat moment dertien jaar oud en kreeg onmiddellijk medicijnen en hulp om te leren omgaan met haar besmetting. Daarom weet ze nu dat een hiv-besmetting geen doodvonnis hoeft te zijn.

Veilige haven

De BCMCFS, geopend in 2006, biedt een veilige haven aan kinderen en jongeren met hiv. Momenteel heeft de BCMCFS  zo’n 1500 kinderen onder haar hoede. Ze worden getest, krijgen een behandeling en steun van een praatgroep. Zo’n tweehonderd tieners die geboren zijn met hiv, zijn lid van de Teen Club.

“Hoe eerder kinderen over hun status weten, hoe beter ze ermee leren omgaan”, zegt Hailu Sarero, directeur van BCMCFS. Voor Dlamini maakt de Teen Club een groot verschil in haar leven. Elke maand ontmoet ze lotgenoten bij het centrum en dan praten ze over wat het betekent om met het virus te leven.

“Ik praat met veel kinderen op de club en ik weet daardoor dat ik niet de enige ben”, zegt Dlamini. Ook is ze minder verlegen geworden door de club. Hoewel ze nog niet durft te daten, heeft ze inmiddels wel veel meer zelfvertrouwen tegenover jongens opgebouwd.

Douglas Blank, coördinator van de Teen Club, zegt dat kinderen met hiv op jonge leeftijd te maken krijgen met een zware emotionele last. “De Teen Club biedt ze een stigmavrije omgeving, waar ze leren met hun situatie om te gaan.”