Geldof jaagt Angola op de kast
Mario de Queiroz
09 mei 2008
Uitspraken van de Ierse rocker en activist Bob Geldof dat Angola een land is dat "geleid wordt door criminelen", lokten verbolgen reacties van de Angolese regering uit. De Portugese politiek en het bedrijfsleven reageren zenuwachtig, omwille van de economische belangen in Angola.
Geldof deed zijn uitspraken begin deze week op een op een seminarie rond duurzame ontwikkeling, dat georganiseerd was door de investeringsbank Banco Espirito Santo (BES). Hij herhaalde ze in het weekblad Expresso en zei dat de leiders van Angola in huizen leven die meer kosten dan een woning in chique Londense wijken als Chelsea of Park Lane. “Enkele mensen hebben miljoenen, maar miljoenen andere Angolezen hebben weinig of niets”, zei de organisator van Live Aid en Live 8.
Angola is momenteel de grootste leverancier van ruwe olie aan China en de zevende leverancier voor de Verenigde Staten. Het is de snelst groeiende economie van Afrika, gedreven door de olie, en één van de snelst groeiende ter wereld. Ondanks die enorme natuurlijke rijkdommen, heeft het land één van de hoogste armoedecijfers ter wereld.
De Angolese regering reageerde verontwaardigd. Geldof weet helemaal niets van Angola en beledigt alle Angolezen, zei Norberto dos Santos, woordvoerder van de regeringspartij Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola (MPLA) gisteren. De officiële krant, Jornal de Angola, refereerde naar Geldof als een “lomperik” en “een dronkaard”, en zond een onverholen waarschuwing naar de BES: “De bank moet wat voorzichtiger zijn met wie ze uitnodigt als gastspreker over ontwikkeling.” De BES, bezorgd om de grote economische belangen in het Afrikaanse land, haastte zich om zich te distantiëren van Geldofs opmerkingen, nog voor de Angolese regering gereageerd had.
Het regime van president José Eduardo dos Santos, naar verluid de rijkste man van Angola, krijgt vaak het verwijt een “kleptocratie” te zijn, maar die verwijten worden genegeerd door de economische en politieke macht in Portugal, die vooral tuk is op de enorme economische mogelijkheden in de voormalige kolonie.
“Economie fnuikt vrije meningsuiting”
Wat Geldof openlijk zei, is iets wat iedereen in Lissabon eigenlijk weet, maar nooit uitgesproken wordt “omwille van een neokoloniaal complex en een zekere graad van politieke lijdzaamheid, die een mantel van stilzwijgen over het probleem geworpen hebben”, schrijft politiek analist Miguel Gaspar in zijn column in de Portugese krant Público.
Er is volgens de analist niets mis met handel en economische banden tussen de twee landen, maar “er is wel een probleem als de economie een factor wordt die de vrije meningsuiting in Portugal aan banden legt”. Hij verwees daarbij naar het stilzwijgen van de politieke en economische elites in Portugal omwille van de economische belangen in Angola.
Grote Portugese bedrijven hebben hun investeringen in Angola en hun export naar het land opgedreven sinds het einde van de burgeroorlog in 2002. In de laatste drie jaar is de Portugese economische activiteit in het land met 200 procent gegroeid.
De Grupo Espírito Santo (GES) heeft belangen in de Angolese mijn- en diamantindustrie, de gezondheidszorg, bierproducenten, landbouw, vastgoed, luchtvaart en visserij. De BES, die eigendom is van GES, is de grootste bank in Angola. Talloze grote Portugese bedrijven hebben een belangrijke economische poot in het land, en de Portugese export naar Angola is gegroeid van 1,06 miljard dollar in 2004 tot 2,52 miljard dollar in 2007. Dit jaar zou daar nog 30 procent bijkomen.