Vrouwenbesnijdenis nefast voor gezondheid en economie
Genitale verminking kost economieën jaarlijks 1,4 miljard dollar
IPS
07 februari 2020
Genitale verminking brengt niet alleen mensen, maar ook economieën schade toe, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Die becijferde dat de jaarlijkse kosten kunnen oplopen tot 1,4 miljard dollar.
UNICEF / Olivier Asselin (CC-BY-SA 2.0)
‘Genitale verminking is niet alleen een catastrofale mensenrechtenschending die schade toebrengt aan de fysieke en mentale gezondheid van miljoenen meisjes en vrouwen’, zegt Ian Askew van de WHO. ‘Het brengt ook de economieën van landen schade toe. Er moet dringend meer geld komen om een einde te maken aan deze praktijken en het lijden dat ermee samengaat.’
Zero tolerance
Op basis van nieuwe modellen berekende de WHO dat de behandelingskosten van gezondheidsproblemen na vrouwenbesnijdenis oplopen tot 1,4 miljard dollar per jaar als alle medische problemen worden behandeld. Voor individuele landen kunnen deze kosten oplopen tot 10 procent van hun gehele jaarbudget voor gezondheidszorg, in sommige landen is dit zelfs 30 procent.
‘Er moet dringend meer geld komen om een einde te maken aan deze praktijken en het lijden dat ermee samengaat.’
Het model waarmee deze berekening wordt gemaakt is gelanceerd op de Internationale Dag voor Zero Tolerance tegen Vrouwelijke Genitale Verminking.
Infecties en trauma’s
Vrouwen en meisjes die besneden zijn, lopen ernstige gezondheids- en welzijnsrisico’s. Direct na de verminking kunnen zich infecties, bloedingen en psychologische trauma’s voordoen. Ook is er soms sprake van chronische gezondheidsproblemen die het hele leven blijven duren.
Ook lopen vrouwen die besneden zijn een groter risico op levensbedreigende complicaties tijdens een bevalling. Ze kunnen kampen met mentale problemen of chronische infecties. Ook is soms sprake van pijn en problemen bij de menstruatie, bij het plassen of bij seksueel contact.
Verbod op vrouwenbesnijdenis
Voor deze problemen is medische zorg nodig. ‘De kosten lopen op vanwege de tragische persoonlijke impact op vrouwen en meisjes. Regeringen hebben de morele verantwoordelijkheid mee te helpen een einde te maken aan deze schadelijke praktijk’, zegt Prosper Tumusiime van de WHO in Afrika.
Sinds 1997 wordt al intensief geprobeerd een einde te maken aan vrouwenbesnijdenis, een praktijk die vooral in Afrikaanse landen nog veel voorkomt. Zesentwintig landen in Afrika en het Midden-Oosten hebben inmiddels wetgeving aangenomen waarin vrouwenbesnijdenis verboden is. Dat geldt ook voor 33 landen met omvangrijke migrantenpopulaties uit landen waar vrouwenbesnijdenis voorkomt.