Studie berekent hoe een miljoen miskramen en overlijdens bij pasgeborenen per jaar vermeden kunnen worden
Goedkope ingrepen kunnen miljoen baby's per jaar redden
IPS
17 mei 2023
Tien relatief goedkope en eenvoudige ingrepen tijdens de zwangerschap zouden een miljoen gevallen van miskramen of kindersterfte kunnen voorkomen, zegt onderzoek in The Lancet. Voor nog eens 5 miljoen kinderen per jaar zou vroeggeboorte of laag geboortegewicht vermeden kunnen worden.
De studie in The Lancet toont aan dat het ongeveer 1,1 miljard dollar per jaar zou kosten om het aantal kinderen dat te vroeg, te licht of te klein geboren wordt aanzienlijk te verminderen.
Albert Gonzalez Farran - UNAMID/Flickr/CC BY-NC-ND 2.0
Eén op de vier baby’s wordt te vroeg geboren of is te klein of te licht voor de duur van de zwangerschap. In 2020 ging het wereldwijd om 35,3 miljoen kinderen, vooral in Afrika ten Zuiden van de Sahara en Zuid-Azië. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is vroeggeboorte momenteel de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. Bovendien stagneert de strijd tegen moeder- en kindersterfte al acht jaar.
Nochtans kunnen tien eenvoudige en goedkope interventies tijdens de zwangerschap een wereld van verschil maken, stelt de studie. Het gaat onder meer om voedingssupplementen, voorlichting over stoppen met roken, malariapreventie of hormonenbehandeling tijdens de zwangerschap.
In 81 lage- en middeninkomenslanden zouden dergelijke ingrepen 566.000 miskramen per jaar kunnen vermijden, stelt de studie in The Lancet, en nog eens 476.000 overlijdens bij pasgeborenen.
1,1 miljard dollar
Ook het aantal kinderen dat te vroeg, te licht of te klein geboren wordt, zou met bijna een vijfde (18 procent) kunnen verminderen. Dat kan ingrijpende gevolgen hebben op de gezondheid van de kinderen op langere termijn, en daarmee ook op hun functioneren in de samenleving.
‘Het zou ongeveer 1,1 miljard dollar per jaar kosten om het aantal kinderen dat te vroeg, te licht of te klein geboren wordt aanzienlijk te verminderen - een fractie van wat andere gezondheidsprogramma’s krijgen’, zegt hoofdauteur Per Ashorn, van de Tampere University in Finland.