Golfregio overweegt rustdag voor gastarbeiders

Nieuws

Golfregio overweegt rustdag voor gastarbeiders

02 mei 2013

Rijke Golfstaten werken aan een wetsvoorstel dat de werkomstandigheden voor huishoudpersoneel moet verbeteren. Het personeel, vaak migranten uit Aziatische landen, zou onder meer een dag rust per week krijgen.

Dolores, Filipijnse moeder van zeven kinderen, verhuisde in 2011 naar Qatar om er te werken als inwonende huishoudhulp. Ze maakt schoon, kookt en zorgt voor de dochter van haar werkgever. Net als de meeste van haar 2 tot 3 miljoen collega’s in de Golfregio werkt ze vrijwel elke dag.

De dagen zijn bovendien lang voor de migranten, met werkweken van gemiddeld 60 tot 100 uur. De arbeidswetgeving in de Golflanden sluit huishoudpersoneel expliciet uit. Volgens mensenrechtengroeperingen zijn de gastarbeiders meestal onderbetaald, niet vrij om van werk te veranderen en in veel gevallen slachtoffer van misbruik.

Maar mogelijk komt daar verandering in. De Golflanden buigen zich over een voorstel dat de arbeidsomstandigheden van huishoudpersoneel, zoals chauffeurs, tuiniers, keukenpersoneel en schoonmaaksters, verbetert. De meest opvallende bepaling is de garantie van een dag rust per week, een voorstel dat op veel controverse stuit.

Het voorstel wordt in oktober ter goedkeuring voorgelegd aan de lidstaten van de Samenwerkingsraad van de Golfstaten: Saoedi-Arabië, Qatar, Bahrein, Koeweit, Oman en de Verenigde Arabische Emiraten.

Volgens Mahmoud Abdulla Falamrzy van het Qatarese ministerie voor Werk moet het nieuwe contract de werkomstandigheden in de Golf op één lijn brengen met de internationale standaarden, zoals de Conventie rond Huishoudwerk die in 2011 aangenomen is door de Internationale Arbeidsorganisatie ILO.

Naast een vrije dag per week bevat het voorstel ook belangrijke bepalingen omtrent de betaling van het loon. De werknemer krijgt het recht op een persoonlijke bankrekening en het is aan de werkgever om te bewijzen dat hij of zij het loon heeft betaald.

Kritiek

Mensenrechtenorganisaties verwelkomen het voorstel, maar wijzen erop dat het enkel bindend is in de Golfstaten en dus geen actie onderneemt tegen de niets ontziende ronselpraktijken in Aziatische landen waar de hulpjes gezocht worden. Zo werd Dolores gelokt met een salaris van 360 euro per maand, maar het contract was in het Arabisch opgesteld. Toen ze in Qatar aankwam, bleek ze maar 190 euro te verdienen.

De organisaties vragen zich ook af hoe het nieuwe contract afgedwongen zal worden binnen de Golfstaten. In het voorstel staat volgens Rima Kalush van de Bahreinse ngo Migrant Rights nergens hoe de staten controle gaan uitoefenen. “In sommige landen, zoals Uruguay, kan de overheid de huizen van de werkgevers controleren”, zegt ze. “Maar voor zover we kunnen nagaan is in het voorstel geen sprake van zo’n mechanisme om het contract af te dwingen.”

Sommige bepalingen in het voorstel zijn nog te vaag. Zo is er niet gespecificeerd of het personeel de vrije dag buiten het huis mag doorbrengen. Werkgevers maken zich zorgen dat de huishoudhulp buitenshuis in de prostitutie kan terechtkomen of een relatie kan beginnen. Ook in Saoedi-Arabië, dat al een bilateraal akkoord tekende met de Filipijnen en een vrije dag per week verplicht maakte, is dat een reden tot zorg.

“Veel werkgevers hier in Saoedi-Arabië zijn eerder conservatief”, zegt Victor Fernandez van de Filipijnse Vereniging van Dienstenexporteurs, een koepelorganisatie van zo’n 700 rekruteringsbureaus. “Ze zijn bezorgd dat hun meid een vriend bezoekt op de vrije dag en misschien zwanger wordt.”