Groeiende argwaan tegen neoconservatieve politieke school

Nieuws

Groeiende argwaan tegen neoconservatieve politieke school

Jim Lobe

08 mei 2003

Politiek Washington is sinds zondag in de ban van Leo Strauss, een obscure Duits-Amerikaanse joodse politieke filosoof uit de jaren 50 en 60. Strauss' autoritaire en elitaire politieke theoriën vormen volgens ingewijden de politieke bijbel van de haviken in Washington.

Het waren twee stukken - één in het zondagse weekoverzicht van de New York Times en één, deze week nog, in het magazine de ‘New Yorker’ - die de bijbel van de neoconservatieve school onder de publieke aandacht brachten. Een aantal van de sleutelfiguren in en achter de regering-Bush bekende zich tot het politieke denken van Leo Strauss. Onderminister van Defensie Paul Wolfowitz en een aantal sleutelfiguren van het Project for a New American Century (PNAC), een neo-conservatieve groep die de standpunten van de zogenaamde haviken in het Pentagon vertolkt, gaven lucht aan hun enthousiasme voor het omstreden gedachtegoed van de elitaire filosoof.

De enige die zich tot dusver outen als ware ‘Straussianen’ zijn Wolfowitz, PNAC-directeur Gary Schmitt en William Kristol, de hoofdredacteur van de ‘Weekly Standard’, een rabiaat conservatief weekblad. Maar waarschijnlijk zijn ook de andere architecten van het Amerikaanse buitenlandse beleid volgelingen van Strauss, zo vreest een deel van politiek Washington nu. De PNAC-club biedt onderdak aan de architecten van het Amerikaanse buitenlandbeleid zoals zich dat ontplooide na 11 september 2001. Ook vice-president Dick Cheney en Defensieminister Donald Rumsfeld maken deel uit van de club. Kristol, Schmitt en Wolfowitz zijn geestesgenoten van Cheney en Rumsfeld. Ze hebben nauwe banden met het American Enterprise Institute, die andere neoconservatieve denktank en lobbygroep.

De interesse in Strauss en zijn discipelen werd verder aangewakkerd door een artikel van Seymour Hersh, de legendarische onderzoeksjournalist van de New Yorker. Hersh zegt dat ook Abram Shulsky, die aan het hoofd staat van de informatiedienst van het Pentagon, een Straussiaan is. Zijn taak ligt helemaal in de lijn van de filosofie van Strauss: het bewust desinformeren van het grote publiek met het oog op het bereiken van een hoger moreel doel.

Dat is meteen de reden waarom de ‘outing’ van de neoconservatieven zoveel opschudding wekt in Washington. Shadia Drury, auteur van het boek ‘Leo Strauss en rechts Amerika’, vat de politieke filosofie in een notendop samen: De voortdurende misleiding van de burgers door de machthebbers staat centraal in Strauss’ visie. Burgers moeten geleid worden en ze hebben sterke leiders nodig die weten wat goed voor hen is. Net als Plato vindt Strauss dat sommige mensen gemaakt zijn om te leiden en andere om te volgen, maar in tegenstelling tot de Griekse filosoof is er van een universele moraliteit van de leiders bij Strauss geen sprake. Er is slechts het recht van de superieure, die regeert over de inferieure. Desinformatie vanwege de overheid is daar onlosmakelijk mee verbonden.

Strauss denkt dat een politieke orde enkel stabiel kan zijn als ze bestendigd wordt door een externe dreiging, schrijft Drury in haar boek uit 1999. In navolging van Machiavelli houdt hij vol dat externe dreigingen gefabriceerd moeten worden als ze niet aanwezig zijn. De auteur stelt dat de Duitse filosoof graag het beeld van de brandende stad gebruikt uit Jonathan Swifts verhaal ‘Gullivers Reizen’. Gulliver die urineert over de stad en het paleis om de uitslaande brand in Lilliput te blussen, dat is het favoriete beeld voor Strauss. De plassende Gulliver redde de stad, maar de Lilliputters waren woedend omwille van het gebrek aan respect. Voor Strauss illustreert het de superioriteit en het isolement van de ware leider in de wereld.

Sommige waarnemers in Washington zien nu de invloed van Strauss in het deels gefabriceerde bewijsmateriaal waarmee de Amerikaanse regering Saddam Hoessein wilde linken aan de terreurgroep Al Qaeda. Schrijfster Drury meent dat Strauss echter vooral zo populair is bij de neoconservatieven omwille van het feit dat religie en politiek in onlosmakelijk verbonden zijn in zijn denken. Het geloof is voor Strauss de lijm die samenlevingen bijeen houdt. Irving Kristol, de geestelijke vader van de neoconservatieve politieke school in de VS en de natuurlijke vader van zoon William, vindt dat de scheiding van Kerk en staat de grootste fout is geweest die de stichters van de Amerikaanse republiek gemaakt hebben. De seculiere samenleving is in de ogen van de neoconservatieven de slechtst mogelijk formule omdat ze leidt tot individualisme, liberalisme en relativisme, zaken die de natie ondermijnen. De gelijkenis tussen Strauss en de neoconservatieve school in de VS typeert Drury dan ook als volgt: Je krijgt een massa mensen en je wil ze kneden als klei,.