Plastic stapelt zich op in de bodem van rivieren en op hun oevers
Groot onderzoek in Vlaamse havens en rivieren: plasticvervuiling zit overal
IPS
26 januari 2024
Microplastics stapelen zich op in de Vlaamse kustwateren, zeehavens en estuaria, blijkt uit grootschalig onderzoek door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Op 20 locaties werden honderden stalen genomen, en die bevatten allemaal plastic.
De Schelde is één van de hotspots van plasticvervuiling.
Qbit (CC BY-NC-SA 2.0 DEED)
Het VLIZ nam de stalen op twintig locaties langs de Schelde en de IJzer en het Kanaal Gent-Terneuzen. Ook de havens van Oostende, Nieuwpoort, Vlissingen en Antwerpen werden onderzocht. Opvallend: in elk van de in totaal 356 onderzochte stalen werd plastic aangetroffen. En hoe kleiner het microplastic, hoe meer partikels ervan werden aangetroffen.
Doorgaans wordt aangenomen dat rivieren het plastic naar de zee vervoeren, maar in Vlaanderen is dat lang niet altijd het geval. In laaglandrivieren zoals de Schelde gaat het plastic op een neer met de getijgolf, en verplaatst het zich zelfs eerder landinwaarts.
Hotspots
Het onderzoek identificeert drie hotspots van micro-plastics: het kustgebied tussen Oostende en Zeebrugge, het getijdegebied tussen Vlissingen en Bath en de Schelde stroomopwaarts vanaf Antwerpen. Grotere stukken plastic zijn dan weer vooral te vinden ter hoogte van de haven van Antwerpen en het Kanaal Gent-Terneuzen.
Een duidelijke oorzaak voor die hotspots is niet met zekerheid vast te stellen, zegt Gert Everaert, coördinator van het onderzoeksproject. ‘We vermoeden dat hier een samenspel van factoren speelt, met lokale bronnen van vervuiling, verder verspreid en beïnvloed door een sterke getijdenwerking.’
Die getijdenwerking zorgt ervoor dat het plastic als het ware gevangen blijft in het estuarium, legt hij uit. Het bereikt niet of nauwelijks de open zee, in tegenstelling tot wat er in veel andere rivieren wereldwijd gebeurt.
Polypropyleen en PET
Uit de stalen blijkt dat het plastic geleidelijk opstapelt in de bodem van rivieren en op hun oevers. De bodem van de Schelde, de haven van Oostende en die van Nieuwpoort bevatten nu 2000 tot 4000 microplastics per kilogram. Lichte kunststoffen zoals polypropyleen zijn talrijker in het oppervlaktewater, zwaardere plastics zoals PET vind je vaker in de bodem, en polystyreen is dan weer alomtegenwoordig.
‘In ieder geval blijft preventie van vervuiling de essentie.’
De ecologische impact van plastic maakte geen deel uit van het onderzoeksproject. Of de vastgestelde hoeveelheid microplastics negatief inwerkt op het ecosysteem, moet dus nog onderzocht worden.
Maar de resultaten zijn wel al erg nuttig om bestaande actieplannen bij te sturen, zegt het team. Om de vervuiling in de toekomst op te volgen, zal mogelijk werk gemaakt worden van burgerwetenschap.
Vervuiling voorkomen blijft de sleutel, zeggen de onderzoekers. ‘In ieder geval blijft preventie van vervuiling de essentie. Opruimen van macroplastic in waterlopen is mogelijk, maar niet nuttig zolang er zwerfvuil de rivieren blijft instromen. Het op grote schaal wegvangen van microplastics, eens in het systeem, lijkt dan weer onbegonnen werk.’