Half miljoen clusterbommen nog niet ontploft in Libanon
12 augustus 2008
Van 12 juli tot 14 augustus 2006 gooide het Israëlische leger zo'n vier miljoen clusterbommen op Zuid-Libanon. Een half miljoen clusterbommen zijn nog niet ontploft waardoor landbouwgrond ontoegankelijk blijft en de bommen nog altijd slachtoffers maken.
Volgens cijfers van de Libanese strijdkrachten zijn sinds het einde van het conflict al meer dan 320 mensen omgekomen of gewond geraakt door clusterbommen. 970 besmette zones zijn niet toegankelijk, waardoor landbouwers -die van olijf- en tabaksteelt leven- zonder werk zitten.
Handicap International is al twee jaar bezig met de sanering van zones waar niet ontplofte munitie ligt. ‘We hebben tot nog toe bemoedigende resultaten geboekt. De 42 ontmijners van Handicap International hebben 24 risicosites gesaneerd, wat neerkomt op 120 voetbalvelden’, zegt Karl Greenwood die de drie ontmijningsteams in Zuid-Libanon coördineert.
Verbod op clusterbommen
In februari 2007 lanceerde Noorwegen een internationaal proces om clusterbommen te doen verbieden, daartoe aangespoord door het massale gebruik van dit soort wapens in Zuid-Libanon en door het Belgische verbod in februari 2006. In mei 2007 keurden 107 Staten in Dublin het Verdrag op clusterbommen goed.
Handicap International roept alle staten op om het Verdrag op 3 december te komen ondertekenen in Oslo en om het nieuwe verdrag te ratificeren en onmiddellijk uit te voeren. ‘Het Verdrag op clusterbommen bevat revolutionaire bepalingen inzake slachtofferhulp’, zegt Stan Brabant van Handicap International. ‘Het is voor de slachtoffers van die wapens absoluut van levensbelang dat alle Staten die bepalingen zo snel mogelijk naleven.’