Heeft de journalist nog kleren aan?
Lander Kennis
09 november 2012
Woensdag 7 november organiseerden de Vereniging voor Onderzoeksjournalistiek (VVOJ) en Read My Lips de themadag 'De Naakte Journalist' op de Boekenbeurs. Tientallen erudiete sprekers van binnen en buiten het vakgebied verzamelden zich om hun licht te laten schijnen over de staat van de journalistiek.
Met de journalistiek, en dan vooral met haar geloofwaardigheid, zou het niet zo goed gaan. Margo Smit, directeur van de Nederlands-Vlaamse VVOJ en zelf journalist, gaat de kritiek niet uit de weg. “Deze toenemende kritiek was voor ons het signaal om iets te ondernemen. Als wij altijd stevig de maat mogen nemen van anderen in de maatschappij, dan moeten we dat in de eerste plaats ook van onszelf doen. Meer transparantie en openheid zijn een eerste stap in de goede richting. Vandaar ‘De Naakte Journalist’: een dag waarin we zoveel mogelijk inkijk willen geven in ons vakgebied en waarbij we buitenstaanders de kans geven om te oordelen over ons.”
Afkalvende lezers
In een debat met vier hoofdredacteurs brengt moderator Jan Verheyen onder andere het afkalvende lezersprobleem onder de aandacht. Volgens Luc Rademakers (VRT-nieuwsdienst) valt het allemaal nogal mee. “Eén op zes Vlamingen leest de krant, dat is gigantisch veel. Zo erg zal het dus wel niet zijn.” Ook Liesbeth Van Impe (Het Nieuwsblad) is niet pessimistisch: “De weerbarstigheid van de papieren krant, vooral in Vlaanderen, geeft hoop. En nu blijkt dat mensen ook willen betalen voor de iPad-krant. Er zijn dus nog modellen die geld opleveren.”
Johan Van Overtveldt (Trends) haalt een lezersonderzoek van Knack aan waarin gepeild werd naar motieven van afhakers. De belangrijkste reden is niet ontevredenheid of wantrouwen, maar wel het overaanbod in de media. “Het komt er dus op aan om te differentiëren, om een unieke plaats in het aanbod te claimen. En dat is a hell of a job.” Rademakers vindt dat sommige media te opdringerig zijn en moeten afstappen van het push-model: “Je moet proberen om je klant zo goed mogelijk te begrijpen en op basis daarvan een goed product en een sterk merk te creëren.”
Ratrace
Toch lijkt de band met de mediaconsument net te verwateren. Hebben de media een geloofwaardigheidsprobleem? Van Impe heeft er een dubbel gevoel bij: “De vaststelling is dat mensen de media blijven consulteren.” Ook Rademakers minimaliseert: “De Vlaming heeft sowieso een gezond wantrouwen tegenover elke vorm van gezag, dus ook tegenover de media.” Volgens Van Overtveldt doen de media het zichzelf voor een deel aan. “Door mee te stappen in de ratrace en altijd de eerste te willen zijn, vergroot ook automatisch de kans op fouten. De kritiek is dus niet geheel onterecht”, besluit hij.
Gebrek aan controle
Wouter Van Driessche (Humo) meent dat het gebrek aan controle op de vierde macht de media verdacht maakt in de ogen van de gewone man. “Elke dag oordelen de lezers of we ons werk wel goed doen”, riposteert Rademakers. Hij gelooft dat de media net de meest gecontroleerde macht is. Van Driessche is het daar niet mee eens: “Op die manier verwordt de media tot een pop-poll. Het gaat er dan niet meer om wie gelijk heeft, maar wie gelijk krijgt. Meer controle zou niet slecht zijn. Ik vind de ombudsman van De Standaard een goed initiatief.” Van Driessche ziet nog mogelijkheden: “De media zijn niet alwetend en de waarheid is een bewegend doel. Misschien moeten journalisten hun beperkingen expliciet aangeven en meer open kaart spelen met betrekking tot de informatie waarover ze beschikken.”
Red de journalistiek!
Er is dus licht aan het einde van de tunnel. Van Impe ziet bijvoorbeeld heil in een nieuwe lichting jonge hoofdredacteurs. Ze spreekt van een echte stijlbreuk: “Het gaat er nu anders aan toe op redacties. Er is meer discussie, er heerst een echte debatcultuur.” Ook Margo Smit blijft optimistisch: “Ik ben een zonnig type. Er zal altijd nood zijn aan goede journalisten. En de nieuwe lading jonge journalisten is veel beter opgeleid dan wij indertijd.” Of kranten en magazines in hun huidige vorm zullen blijven bestaan, daar is ze niet gerust op. “Maar het beroep zal niet verdwijnen. Red de krant? Neen. Ik zeg altijd: red de journalistiek!”