Wetenschappers kaarten probleem van speculatieve ontbossing aan
Helft van bos gekapt voor landbouw wordt uiteindelijk niet gebruikt
IPS / Mongabay / Sean Mowbray
19 september 2022
Landbouw is de voornaamste reden voor tropische ontbossing, maar uitgestrekte stukken bos worden gekapt zonder dat er ooit gewassen of vee op dat land geteeld wordt. Dat blijkt uit een wereldwijde studie in het wetenschappelijk tijdschrift Science.
Uitgestrekte stukken bos worden gekapt zonder dat er ooit gewassen of vee op geteeld wordt.
Onderzoekers analyseerden tropische ontbossing tussen 2011 en 2015 en ontdekten dat 90 tot 99 procent van de tropische ontbossing werd veroorzaakt door landbouw. Maar van het vrijgemaakte land werd amper 45 tot 65 procent gebruikt om gewassen te verbouwen of vee te houden.
De onderzoekers stellen dat deze bevindingen onderstrepen dat bedrijfs- en overheidsbeloftes om ontbossing tegen te gaan ontoereikend zijn om het fenomeen daadwerkelijk te stoppen.
‘Wat ons echt opviel, was dat tussen een derde en de helft van het vrijgemaakte land niet echt wordt gebruikt om gewassen te verbouwen of vee te houden.’
‘Landbouw is de belangrijkste aanjager van ontbossing, maar een deel ervan resulteert niet in daadwerkelijke productie van grondstoffen’, vertelt Florence Pendrill, een onderzoeker aan de Chalmers University of Technology die het onderzoek leidde. ‘Wat ons echt opviel, was dat tussen een derde en de helft van het vrijgemaakte land niet echt wordt gebruikt om gewassen te verbouwen of vee te houden.’
Speculatieve ontginning
Volgens de studie is de rest van het ontgonnen land ‘het resultaat van activiteiten zoals speculatieve ontginning, problemen met grondbezit, kortstondige en opgegeven landbouw en landbouwgerelateerde branden die zich uitbreiden naar aangrenzende bossen.’
Eerdere schattingen van ontbossing door de agro-industrie varieerden van 4,3 tot 9,6 miljoen hectare per jaar. De nieuwe analyse gaat uit van 6,4 tot 8,8 miljoen hectare ontbossing per jaar.
‘Voor mij is de meest opvallende bevinding de rol die speculatieve ontbossing speelt’, zegt Tiago Reis van Trase, een onderzoeksbureau dat inzet op het verduurzamen van toeleveringsketens, maar niet bij de studie is betrokken. ‘Kortom, we vernietigen de biodiversiteit, we stoten koolstofdioxide uit in de atmosfeer, we putten de waterhoudbaarheid van deze ecosystemen uit en we veroorzaken erosie, allemaal voor niets.’
Wereldwijd is het omzetten van tropisch bos naar grasland de belangrijkste oorzaak van bosverlies. Palmolie en soja liggen volgens het onderzoek aan de basis van een vijfde van de totale ontbossing. Andere gewassen - waaronder rubber, cacao en koffie - veroorzaken de rest.
‘We vernietigen de biodiversiteit, we stoten koolstofdioxide uit in de atmosfeer, we putten de waterhoudbaarheid van deze ecosystemen uit en we veroorzaken erosie, allemaal voor niets.’
‘Beleid is fundamenteel beperkt’
Naast deze bevindingen benadrukken Pendrill en haar team echter dat de meeste ontbossing in de tropen is gericht op binnenlandse consumptie, met name rundvlees en granen. De internationale vraag is slechts verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de tropische ontbossing.
Daarom zijn initiatieven van multinationals om ontbossing te voorkomen, en beleid gericht op het weren van exportproducten gemaakt uit ontbossing, ‘fundamenteel beperkt’ om hun doel te bereiken.
‘Dit heeft natuurlijk implicaties voor het beleid dat we hanteren om door landbouw veroorzaakte ontbossing aan te pakken’, zegt Pendrill. ‘Dat moet zich niet alleen richten op ontbossing die resulteert in daadwerkelijke landbouwproductie. Het moet zich ook focussen op het versterken van het beheer van bos- en landgebruik, vooral in producerende landen.’
Om ontbossing aan te pakken moeten interventies in de toeleveringsketen worden gecombineerd met landschapsbenaderingen, die de binnenlandse vraag omvatten. Om tot een beter geïnformeerd beleid te komen hebben we ook betere datacollectie nodig, vooral in Afrikaanse landen, stellen de onderzoekers.
‘We hebben vrij goed beeld over palmolie en soja, maar gegevens over granen zoals maïs en cassave zijn voor sommige landen vrijwel onbestaande’, legt Pendrill uit. ‘Dat maakt het erg moeilijk om inzicht te krijgen in de oorzaken van ontbossing.’
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Mongabay