België was met vier ministers sterk vertegenwoordigd op de VN-top waar de doelen van duurzame ontwikkeling tegen 2030 werden aanvaard. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo woog sterk op de visie die ons land er vertolkte, terwijl minister Marghem veel bijleerde over duurzame ontwikkeling.
België vaardigde vier ministers af naar de VN-top over duurzame ontwikkelingsdoelen. Premier Charles Michel gaf de speech op de top. Hij legde een aantal accenten: mensenrechten, vrouwenrechten, sociale bescherming en waardig werk, de rol van de private sector en het feit dat ons land liefst de helft van zijn ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen wil besteden – internationaal een uitzonderlijk hoog percentage. Daarmee vertolkte hij punten waarin België sterk staat, en die vooral van andere landen een inspanning vergen.
‘We moeten onze comfortzone verlaten en dingen gaan doen die we niet zo gewoon zijn’
De toon was anders dan die van Frans Timmermans, de vice-voorzitter van de Europese Commissie, die uiteraard ook namens de Belgen spreekt. ‘We moeten alles wat we doen herdenken. Het gaat om veel meer dan ontwikkelingshulp, maar om verandering in onze eigen samenleving. We moeten onze comfortzone verlaten en dingen gaan doen die we niet zo gewoon zijn. De sociale samenhang behouden in tijden van nieuwkomers en vluchtelingen. Niet langer een derde van ons voedsel verspillen. De circulaire economie uitbouwen. De stijging van de temperatuur onder de 2 graden Celsius houden.’
Vooral een ontwikkelingsbril
Dat verschil in toon heeft ongetwijfeld te maken met de ideologische verschillen. Charles Michel is een liberaal terwijl Timmermans een sociaaldemocraat is, maar de speech is ook een weerspiegeling van het Belgische team dat in New York was. Vice-premier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo woog zwaar op de Belgische posities, terwijl de minister van Energie en Duurzame Ontwikkeling, Marie-Christine Marghem, toegaf dat ze in New York veel geleerd heeft over wat duurzame ontwikkeling concreet inhoudt. De sterke invloed van De Croo is tevens een gevolg van het feit dat het langdurige proces van de totstandkoming van de SDG’s in ons land vooral door de administratie internationale samenwerking is gebeurd.
Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders was vooral in New York voor de kansen op bilaterale contacten die de VN eind september tijdens de Algemene Vergadering altijd biedt. Zo drong hij in contacten met de leiders van Rwanda, Burundi en Congo aan op respect voor de rechtstaat – lees: hij suggereerde dat de presidenten van de drie landen best geen derde mandaat ambiëren omdat zulks in strijd is met de grondwet.
De Croo: ‘Economische groei is de enige echte manier om armoede te verminderen.’
Minister De Croo kwam naar en vertrok uit New York met dezelfde basisgedachten over wat de nieuwe SDG’s inhouden. ‘Economische groei is de enige echte manier om armoede te verminderen, maar het moet duurzame en inclusieve groei zijn. Ik vind het positief dat dit eindelijk zo duidelijk erkend wordt. Verder geloof ik dat digitalisering en technologie erg belangrijk zijn. En dat een echte verbetering alleen kan met de rechtenbenadering en dus met democratie: mensen moeten hun ideeën vrij kunnen verspreiden en uitvoeren. We wijzen ook het belang van de private sector. Daarom willen wij BIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden ook openstellen voor privaat kapitaal. Verder besteden wij de helft van onze hulp aan de minst ontwikkelde landen – dat is uitzonderlijk - en moedigen andere donoren aan dat ook te doen. Onze thema’s worden algemeen gewaardeerd, dat bleek ook uit de speech van de Amerikaanse president Barack Obama die dezelfde accenten legde.’
Grote debatten komen op ons af
De Croo gelooft dat landen dankzij de introductie van nieuwe technologieën bepaalde oude technologieën kunnen overslaan. ‘Dankzij de gsm konden ontwikkelingslanden bijvoorbeeld de vaste telefoonlijnen leapfroggen. Mogelijks laat de invoering van hernieuwbare energie en batterijtechnologie de ontwikkelingslanden toe om de centraal gestuurde elektriciteitsnetten te overstijgen.’
De Croo: ‘We moeten het debat over de subsidiëring van de bedrijfswagens aangaan.’
Toen MO* opmerkte dat ons land anders dan bijvoorbeeld Frans Timmermans weinig oog heeft voor het werk dat ons te wachten staat om onze economie en samenleving duurzamer te maken, wees De Croo erop dat ‘er een klimaatakkoord moet komen in Parijs en dat ons land duwt in die richting’.
Maar verbindt ons land er zich via de SDG’s niet toe om te werken aan duurzame consumptiepatronen? Kunnen we dan blijvend vier miljard euro per jaar besteden aan de subsidiëring van bedrijfswagens? DeCroo: ’Het is belangrijk dat we dit in een breder kader plaatsen maar zulke debatten gaan we inderdaad moeten aangaan. Net zoals we onze vleesconsumptie en voedselverspilling ook in vraag zullen moeten stellen. Dus, ja, een aantal grote debatten komt op ons af.’
Educatief effect
Als minister van Duurzame Ontwikkeling en Energie is Marie-Christine Marghem goed geplaatst om die debatten aan te sturen. ‘Ik moet inderdaad de federale piloot zijn van dit proces. Een bijeenkomst zoals deze SDG-top doordringt me van de concrete inhoud van duurzame ontwikkeling, veel meer dan de vaak abstracte rapporten vol met jargon. Ik heb hier veel geleerd. Ik was ook verbaasd hoever sommige ontwikkelingslanden al staan in het gebruik van groene technologie. In die zin kan je zeggen dat deze top een educatief effect heeft voor mij en me aanmoedigt om meer impulsen te geven aan de duurzame ontwikkeling in België.’
Minister voor duurzame ontwikkeling Marghem: ‘Ik heb hier veel geleerd.’
Hoe ze een en ander concreet zal aanpakken, was evenwel nog niet duidelijk. ‘Ik zal me toeleggen op SDG 7 over hernieuwbare energie en SDG 12 over duurzame consumptie- en productiepatronen omdat dit aansluit bij de federale bevoegdheden. Ik moet daarbij wel rekening houden met het feit dat in ons land de regio’s ook op die terreinen heel wat in de pap te brokkelen hebben.’
Centraal in die inspanning staat het energiepact waaraan Marghem werkt. ‘Ik wil dat zelf niet te sterk invullen om voldoende ruimte te laten aan de regio’s en andere spelers. Maar het lijdt voor mij geen twijfel dat de toekomst bestaat uit hernieuwbare energie.’