Historisch centrum Panama prachtig, bewoners verdreven
Alberto Mendoza
02 augustus 2006
Panama lonkt naar toeristen, en het historische centrum van de gelijknamige hoofdstad, erkend als werelderfgoed, heeft er nog nooit zo goed uit gezien. De pittoreske Spaanse, Franse en Amerikaanse 19e-eeuwse gebouwen worden gerestaureerd, de trottoirs verbeterd en er wordt strakker toegekeken op de veiligheid. Maar duizenden van de oorspronkelijke bewoners zijn tegen hun zin verhuisd.
“Mensen die hier geboren waren en soms al veertig jaar in deze buurt woonden, zijn moeten verhuizen”, zegt Armando Bouza, een inwoner van het historische centrum van de hoofdstad. Bouza is zelf 57, heeft het grootste deel van zijn leven in de historische San Felipewijk – ter plaatse beter bekend als de Casco Viejo (de oude wijk) doorgebracht, en wil hier sterven. Voor zijn oude tweeslaapkamerappartement betaalt hij maandelijks 75 dollar huur, maar hij is bang dat de huur de hoogte in zal schieten met de komst van steeds meer nieuwe eigenaren, huurders en toeristen.
Straatbendes
Overheid en private investeerders proberen de Casco Viejo nieuw leven in te blazen. Het 17e eeuwse stratenplan van typisch Spaanse makelij is tot op de dag van vandaag vrijwel onveranderd gebleven, en de gebouwen zijn erg waardevol. Tenminste, dat waren ze. Hoewel de Casco Vieho eens de favoriete residentiële buurt van de elite was, verpauperde het later. Het regeringsgebouw en diverse ministeriële kantoren staan nu zij en zij met onveilige, vuile gebouwen waarin uiterst arme families een onderkomen hebben gezocht. Sommige betalen huur, andere niet.
De bewoners die moesten vertrekken, werden niet aan hun lot overgelaten: dat kan men het Bureau voor het Historische Stadscentrum niet aanwrijven. Het Bureau, samengesteld uit diverse ministeries en het bureau van de burgemeester, heeft de afgelopen jaren dankzij sociale programma’s een vijftigtal buurtjongeren weggehaald uit straatbendes – wat meteen de veiligheid beduidend verbeterde. Ook heeft het mensen die weg moesten opnieuw gehuisvest in andere delen van de stad.
Maar vrienden die verhuisd zijn, hebben Bouza vertelt dat ze daar spijt van hebben. Ze zijn terechtgekomen op plaatsen waar onderbrekingen in de elektriciteits- en watervoorziening schering en inslag zijn, en in huizen zonder degelijk dak.
Grondprijs schiet door plafond
Bouza’s angst voor huuropslag is niet uit de lucht gegrepen. Intussen is de grondprijs in de wijk gestegen tot 1500 dollar per vierkante meter, waarmee het op slag weer een exclusieve enclave is geworden. De 940 gebouwen die er staan zijn bijna allemaal in private handen.
De overheid bezit er 100, en daarvan zijn er 40 woonblokken. Zodra die gerestaureerd zijn, zouden plaatselijke families er tegen gesubsidieerde huurprijzen van zo’n 75 dollar per maand mogen blijven.
Maar dat lot is alleen voor een handvol gelukkig weggelegd. Velen hebben geen idee wat de toekomst zal brengen. Zoals Susana Rodríguez, een alleenstaande moeder met een baby. Ze heeft geen werk, en moet samen met haar vader rondkomen van de 300 dollar pensioen die hij krijgt. Rodríguez betaalt geen huur voor het bouwvallige huis waar ze woont, maar zegt dat ze daartoe wel bereid zou zijn als het Bureau voor het Historische Stadscentrum gerestaureerd het restaureert. Tot op heden heeft ze niks gehoord.
Burgemeester komt eten
Een aantal bewoners heeft de handen in elkaar geslagen om invloed uit te oefenen op de beslissingen over hun wijk. Eind juli organiseerden ze een diner om geld in te zamelen en te eisen dat alle mensen die nog in de wijk wonen kunnen blijven en dat de stad een einde maakt aan de grondspeculatie. Het initiatief werd bijgewoond door burgemeester van Panama-Stad, Juan Carlos Navarro, en door regeringsvertegenwoordigers. (ADR)