Heropleving van olie en steenkool in 2021
‘Aan dit tempo daalt uitstoot met amper 40 procent tegen 2050’, waarschuwt Internationaal Energieagentschap
IPS
14 oktober 2021
Overheden moeten minstens drie keer meer investeren in duurzame energie, stelt het Internationaal Energieagentschap (IEA). Alleen zo maken ze een kans om de doelstellingen in het Klimaatakkoord van Parijs te bereiken.
2021 kende de op één na grootste jaarlijkse toename van de CO2-uitstoot in de geschiedenis. Vooral grote Aziatische economieën als India en China rekenden op energie uit steenkool om hun economieën te reanimeren na de COVID-schok.
ILO / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)
De transitie naar een nieuw energielandschap lijkt ingezet, blijkt uit het gezaghebbende World Energy Outlook-rapport van de IEA. Als overheden hun huidige klimaatbeloftes nakomen zal de wereldwijde vraag naar fossiele brandstoffen pieken rond 2025, om vervolgens gestaag af te nemen.
Ook nemen groene technologieën zoals wind- en zonne-energie en elektrisch rijden een hoge vlucht. Zon en wind zijn momenteel zelfs de goedkoopste bron van nieuwe elektriciteitsopwekking in de meeste markten. Het zijn allemaal belangrijke stappen in de strijd tegen klimaatverandering.
Geen groen coronaherstel
Tot zover het goede nieuws, want het tempo van die omslag veel te traag. Het afgelopen jaar hebben steenkool en olie zelfs een comeback gemaakt. 2021 kende zelfs de op één na grootste jaarlijkse toename van de CO2-uitstoot in de geschiedenis. Vooral grote Aziatische economieën als India en China rekenden op energie uit steenkool om hun economieën te reanimeren na de COVID-schok.
Met het huidige energiebeleid ligt de wereld volgens het IEA op schema om tegen 2100 met ongeveer 2,6 graden Celsius op te warmen.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de economische herstelpakketten na de pandemie slechts een derde van de benodigde investeringen hebben gemobiliseerd die nodig zijn om energiesystemen wereldwijd in lijn te brengen met de klimaatdoelstellingen. Vooral lage-inkomenslanden schieten tekort op dat vlak, in veel gevallen ook omdat de gezondheidscrisis er allesbehalve voorbij is.
Met het huidige energiebeleid ligt de wereld volgens het IEA op schema om tegen 2100 met ongeveer 2,6 graden Celsius op te warmen. Dat is ruim boven de afgesproken drempel van maximaal 2 graden, en zeker boven het streven naar 1,5 graad. In het Klimaatakkoord van Parijs hebben bijna alle landen van de wereld zich nochtans geëngageerd om de opwarming van de aarde tot ruim onder die grens te houden, om rampzalige gevolgen voor mens, dier en natuur te vermijden.
De immense kost van nietsdoen
Het rapport stelt duidelijk wat er moet gebeuren om de energieomslag te versnellen: emissieloze stroomproductie verder stimuleren en dus meer zon en wind - en ook kernenergie - inzetten waar nodig. Naast olie- en gas uitfaseren, moet op korte termijn de hoeveelheid methaan die vrijkomt bij de olie- en gaswinning drastisch beperkt worden.
De IEA voorspelt dat bestaande toezeggingen om de uitstoot te verminderen 13 miljoen banen zullen creëren.
Verder heeft de innovatie op vlak van duurzame energie een doorstart nodig. De technologieën die nodig zijn om netto-nuluitstoot te bereiken zijn voorhanden of op komst. Een groot deel ervan bestaat echter enkel als prototype, of raakt niet verder dan de tekentafel.
Het agentschap benadrukt dat veel van de benodigde maatregelen zeer kosteneffectief zijn. ‘En de kosten van de andere vereiste acties zijn onbeduidend, in vergelijking met de enorme risico’s van nietsdoen’, stelt het rapport.
De beschreven acties kunnen niet alleen rampscenario’s voorkomen, maar ook economische opportuniteiten bieden. Zo voorspelt de IEA dat bestaande toezeggingen om de uitstoot te verminderen 13 miljoen banen zouden creëren. Wanneer het nodige gedaan wordt om de klimaatdoelstellingen te behalen, zal dat cijfer verdubbelen.
Bovendien, zegt het rapport, kunnen de maatregelen die zichzelf terugbetalen meer dan 40 procent van de vereiste emissiereducties opleveren. Dan gaat het onder meer over betere energie-efficiëntie, beperking van gaslekken en de installatie van wind- of zonne-energie op plaatsen waar dat al goedkoop en efficiënt is.
Het agentschap legt de verantwoordelijkheid om de doorstart te realiseren duidelijk bij de beleidsmakers: ‘Overheden zitten aan het stuur. Iedereen, van lokale gemeenschappen tot bedrijven en investeerders, moet mee aan boord. Maar niemand heeft dezelfde slagkracht als regeringen om het energiesysteem naar een veiligere bestemming te brengen.’