Iedereen wint bij cricket (en India voorlopig het meest)

Nieuws

Iedereen wint bij cricket (en India voorlopig het meest)

Iedereen wint bij cricket (en India voorlopig het meest)
Iedereen wint bij cricket (en India voorlopig het meest)

Er staat altijd veel meer op het spel dan een kampioenschap, als de Indiase en Pakistaanse cricketteams tegen elkaar spelen. En zelfs als alleen India doorgaat naar de finale, toch hebben allebei de landen gewonnen.

Het wereldkampioenschap cricket werd dit jaar georganiseerd door India, Sri Lanka en Bangadesh. Pakistan werd geschrapt wegens te gevaarlijk. Toch staan de vier Zuid-Aziatische landen voor de bulk van de cricketfans –zeg maar: fanatici- in de wereld. De halve finale van woensdag tussen India en Pakistan werd naar schatting gevolgd door anderhalf miljard kijkers. De finale tegen Sri Lanka zal veel minder passie losweken. India — Pakistan, dat is altijd een heel klein beetje oorlog, maar tegelijk biedt cricket de kans om bruggen te slaan over de potdichte grens tussen de twee nucleaire buren.

Net deze week begonnen de ministers van Binnenlandse Zaken aan hun gesprekken in de voorzichtig heropgestarte gesprekken tussen India en Pakistan. Het feit dat Pakistan aankondigde dat een Indiaas onderzoeksteam naar Pakistan kan komen in het kader van het onderzoek naar de terroristische aanslagen in Mumbai van november 2008, geldt alvast als een positief signaal. Tegelijk inviteerde de Indiase premier Manmohan Singh zijn Pakistaanse collega Gilani –en een vijftigtal andere Pakistaanse toppolitici en –ambtenaren- om samen naar de belangrijkste match van het Wereldkampioenschap te komen kijken.

Voordat de twee toppolitici zich in de tribunes van het Punjaabse stadium in Mohali nestelden, hadden ze een politieke lunch. Het was geen topontmoeting, er was geen publieke agenda en er waren ook geen verwachte doorbraken. Maar het gebeuren toonde nogmaals aan dat cricket vaak slaagt waar de politiek faalt: in het samenbrengen van de Zuid-Aziatische buurlanden. ‘Sinds de splitsing van Brits Indië in Pakistan en India in 1947 hebben beide landen viermaal oorlog met elkaar gevoerd, en ze heben viermaal tegen elkaar gespeeld in het Wereldkampioenschap cricket’, noteert Aakansha Pande in the New York Times. Pande verkiest duidelijk de ontmoetingen op het groene gras. Het zaanvoelen van de meeste commentatoren voor de aanvang van de match was dan ook dat de echte winnaar woensdag de relatie tussen beide landen zou zijn.

In een column in de Pakistaanse krant Dawn maakt Rafia Zakaria de bedenking dat het echte belang van cricket ligt in het feit dat landen als Pakistan en India een stuk van de koloniale erfenis kunnen nemen, zich dat ongewijzigd toeëigenen en er beter in worden dan de landen die het spel uitvonden –in casu: dan de koloniserende Britten. Ongeveer hetzelfde zei ooit Derek Walcott, de dichter-Nobelprijswinnaar uit de West-Indies: cricket is de ultieme gelijkmaker, waarin het niet meer gaat om je huidskleur, afkomst of religie, maar om je individuele talent en het collectieve doorzettingsvermogen. Cricket is voor Zuid-Azië in elk geval een transnationale passie die vaak groter is dan de nationale tegenstellingen. Was het vroeger Brittannia dat ruled the waves, dan is het nu zeker cricket that rules the mediawaves.