'Ik loop niet te koop met mijn studentenleefloon'
Valerie van Nuffel
11 oktober 2013
Het is geen evidentie om als student bij het OCMW aan te kloppen. Nochtans zijn er in België zo'n 17.000 studenten, waarvan 24% uit Vlaanderen komt. Om de vooroordelen rond leefloonstudenten te ontkrachten, willen Sarah en Melanie hun verhaal doen. "Een wildvreemde vrouw noemde me een sociaal geval."
Studeren met een leefloon is geen algemeen recht. Enkel wanneer je er als student financieel alleen voorstaat, kan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) soelaas bieden. Uit onderzoek van Universiteit Antwerpen blijkt dat er meer vrouwelijke studenten (58,5%) op een leefloon kunnen rekenen dan mannelijke collega’s.
Noodgedwongen
Sarah (28) en Melanie (20) zijn twee studenten die een leefloon nodig hebben om te kunnen studeren. Toch was het niet evident om de stap naar het OCMW te zetten. Sarah: “Toen ik 21 jaar was, ben ik omwille van familiale problemen thuis weggegaan. Ik studeerde bachelor geneeskunde en zat al twee jaar op kot. Omdat mijn ouders me niet meer wilde ondersteunen, moest ik werken in plaats van de lessen te volgen. Ik werkte soms van half vier ’s morgens tot midden in de nacht. Ik wist dat ik dit tempo nooit zou volhouden. Vermits ik me volledig op mijn masteropleiding wilde focussen, heb ik noodgedwongen bij het OCMW moeten aankloppen.”
Water aan de lippen
Ook Melanie moet noodgedwongen een beroep doen op een leefloon. Omdat haar ouders vroegtijdig gestorven zijn, stond ze er op 18-jarige leeftijd alleen voor. “Op aanraden van mijn naaste familie ben ik naar het OCMW gestapt. Dat was eigenlijk niet zo’n grote drempel, ik had geen andere keuze”, zegt Melanie.
Op hoeveel centen de studenten kunnen rekenen, is afhankelijk van de woonsituatie. Sinds kort is de broer van Melanie meerderjarig en hebben beiden recht op een leefloon. Omdat ze nog onder één dak leven, krijgen ze elk 544 euro. Sarah, die alleen woont, heeft recht op 817 euro. Daar komt nog eens een studietoelage bij. Voor Sarah is dat zo’n 200 euro per maand. “Dat lijkt misschien veel voor een student, maar geloof me, het water staat me soms echt aan mijn lippen. Per week heb ik nog amper 40 euro om eten te kopen. Geld voor etentjes en feestjes is er gewoonweg niet.”
Minimale studeertermijn
Al deze inkomsten en uitgaven worden uiteraard netjes gecontroleerd door een maatschappelijk assistent. Volgens Jos Hellings van het OCMW Leuven gebeurt dat op regelmatige basis. “Indien de student met de uitkering rondkomt en dus geen bijkomende hulp vraagt, is het zijn eigen zaak hoe het geld besteed wordt. Uiteraard ligt dat enigszins anders als er losjes met het inkomen omgesprongen wordt.”
Melanie en Sarah beamen de strenge controle waaraan ze onderhevig zijn. “Mijn aanvraag wordt elke vier maanden gecontroleerd. Dat is telkens een erg stressvol moment. Ook je studieloopbaan moet van een leien dakje lopen, aangezien er van ons verwacht wordt op de minimale studeertermijn af te studeren. Veeg je je broek aan de studies, dan riskeer je het leefloon te verliezen”, zegt Sarah.
Verwijten
Enkel de naaste familie en beste vrienden zijn op de hoogte van hun financiële situatie. Melanie: “Ik wil er ook niet mee te koop lopen. Anders riskeer je het verwijt dat je bij drukke momenten op school je moeilijk financiële toestand als excuus gebruikt.”
Toch heeft Sarah meermaals verwijten moeten slikken. “Een wildvreemde vrouw noemde me vlakaf een sociaal geval toen ik slechts één euro aan de gynaecoloog moest betalen. Ik vond het best nog grappig, omdat ik ook altijd vooroordelen over het OCMW heb gehad. Ik begreep zulke situaties totaal niet. Maar nu besef ik pas hoe duur het leven is.”
© 2013 — C.H.I.P.S. StampMedia — Valerie van Nuffel