Iran en Saoedi-Arabië bemoeilijken regeringsvorming Irak

Nieuws

Iran en Saoedi-Arabië bemoeilijken regeringsvorming Irak

N Janardhan

05 april 2010

De regeringsvorming in Irak wordt bemoeilijkt door de druk van Iran en Saoedi-Arabië. Iran heeft de beste kaarten. Saoedi-Arabië hoopt op meer matiging in Bagdad.

“Twee tegengestelde agenda’s, geleid door Iran en Saoedi-Arabië, vechten nu voor de heerschappij in Irak”, zegt Abdulkhaleq Abdulla, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van de Verenigde Arabische Emiraten. “In deze radicale clash wil Iran een sektarisch, zwak en verdeeld Irak, terwijl Saoedi-Arabië een seculier, sterk en verenigd Irak wil, de wens van de Raad voor de Samenwerking in de Golf (GCC) en andere Arabische landen.”
De parlementsverkiezingen in Irak vonden plaats op 7 maart. Vrijdag werden de resultaten bekend gemaakt. Sindsdien gebruikt Iran zijn invloed om een regering op de been te brengen met een sjiitische meerderheid die Teheran gunstig gezind is. Saoedi-Arabië wil voormalig premier Ayad Allawi terug aan het roer zien, eveneens een sjiiet maar hij heeft de reputatie de soennieten en Arabieren gunstig gezind te zijn.
De seculiere alliantie van Allawi haalde op 7 maart 91 zetels, twee meer dan de Rechtstaatpartij van premier Noeri Maliki, die de voorkeur heeft van Iran. Allawi haalde te weinig zetels om zelf een regering te vormen. Daardoor staat Irak nu voor een moeilijke coalitievorming, waarbij ideologische, etnische en sektarische overwegingen meespelen.

Saddam

Professor Abdulla zegt dat Iran zijn invloed in Irak vergroot heeft na de val van Saddam Hoessein  en dat het daardoor nu betere kaarten heeft dan Saoedi-Arabië.  Volgens Abdulla rekenen de Arabische Golfstaten nu op de Amerikanen om de Iraanse invloed in Irak in te perken. Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn hoofdzakelijk soennitisch, terwijl Iran en Irak een sjiitische meerderheid hebben. Tot Saddam Hoessein, een soenniet, in 2003 aan de deur werd gezet, diende Irak als tegengewicht tegen Iran.
Sinds de val van Saddam heeft Iran niet alleen zijn invloed in Irak vergroot maar ook in Libanon, de Palestijnse gebieden en zelfs Jemen, zeer tot ongenoegen van de GCC-landen en andere Arabische staten.
Maliki bande honderden kandidaten van de verkiezingen, velen onder hen soennieten, vanwege hun vermeende banden met het regime van Saddam. De GCC-landen denken daarom dat Allawi als eerste minister een betere garantie is om de invloed van Iran en de sjiieten in te perken.

Matiging

Wat ook het resultaat van deze crisis is, de Iraakse verkiezingen betekenden een aangename verrassing voor de Arabische wereld, zegt Abdulla. “De kiezers toonden een duidelijke voorkeur voor minder Iraanse invloed in de Iraakse samenleving en politiek.” De invloedrijke Saoedische krant Asharq Al Awsat noemde de sterke soennitische verkiezingsresultaten “het ontwaken van de matiging in Irak.”
Tijdens zijn verkiezingscampagne bracht Allawi een bezoek aan Arabische landen, ook aan Saoedi-Arabië. Maliki beschuldigde zijn tegenstrever daarop van “arabisme” en verweet de Arabische wereld zich met de Iraakse binnenlandse politiek te bemoeien.
Maar “vanuit GCC- en Arabisch perspectief gaat dit niet over de keuze tussen Maliki of Allawi maar over een gematigd leider, en een stabiel, seculier en veilig Irak. De GCC-landen, vooral Saoedi-Arabië, zouden neutraal zijn gebleven had Maliki zich neutraal opgesteld,” zegt Abdulla.