Iran herdenkt massaexecuties 1988
In het Iraanse Khavaran zijn de duizenden politieke gevangenen herdacht die er in 1988 werden gedood en begraven in een massagraf. De nabestaanden hopen dat de Iraanse overheid ooit een waarheidscommissie opricht, om de waarheid achter de feiten bloot te leggen.
De Iraanse overheid heeft de executies officieel namelijk nooit toegegeven. “De politieke gevangenen werden voor een schertsrechtbank veroordeeld. De gevangenen kregen twee vragen voorgelegd: ‘Geloof je in Allah?’ en ‘Wil je afstand doen van je organisatie?’ De gevangenen konden de gevolgen van hun antwoorden onmogelijk inschatten: indien ze twee keer ‘nee’ antwoordden wachtte hen de doodstraf”, schrijft weblogger Azarmehr.
Familie en kinderen van de slachtoffers trokken naar het massagraf in Khavaran, een plaatsje ten zuidoosten van de Iraanse hoofdstad Teheran. Een blogger schrijft dat het regime de families van nabestaanden dit jaar onder druk gezet heeft om de herdenking in Khavaran niet bij te wonen. In 1995 meldde mensenrechtenorganisatie Human Right Watch dat de overheid de geïmproviseerde grafstenen vernield had.
Aanleiding voor de massaexecuties in augustus en september 1988 vormde de gewapende opstand op 24 juli van de Mojahedin-e Khalq (MKO), een linkse islamitische terreurorganisatie. Het Iraanse leger kon het MKO snel onderdrukken, de autoriteiten maakten van de gelegenheid gebruik om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen.
Grootayatollah Hossein-Ali Montazeri, die in 1988 een hoge rang bekleedde in de regering en de rechterhand was van grootayatollah Khomeini, schreef in zijn memoires in 2001 dat de executies groen licht kregen van topmedewerkers van de Iraanse overheid. Volgens Montazeri gaf Khomeini opdracht om alle politieke gevangen in Iran voor de rechter te brengen en de doodstraf uit te spreken over diegenen die activiteiten tegen het regime voerden. Montazeri schatte het aantal doden op 30.000.