Islamisten houden gelijkheidswet Indonesië tegen
Kafil Yamin
10 mei 2012
Een Indonesische wet voor gelijke rechten van mannen en vrouwen is tegengehouden door islamisten. De wet was afgestemd op de VN-conventie voor de Eliminatie van Alle Vormen van Vrouwendiscriminatie (Cedaw).
Niet minder dan zes grote islamitische organisaties hebben formeel geprotesteerd tegen de gelijkheidswet. Hun belangrijkste argument was dat de wet ingaat tegen de islamitische waarden. Tachtig procent van de 238 miljoen Indonesiërs is moslim.
Organisaties die tegen de wet zijn, zijn onder meer de invloedrijke Indonesische Raad van Ulema’s, de Indonesische Consultatieve Raad voor Organisaties van Moslimvrouwen, Aisyiah, Hizbut Tahrir Indonesië (HTI) en de Islamitische Gemeenschapspartij.
Iffah Ainur Rochmah, woordvoerder van HTI, concludeerde na een gesprek met de parlementaire commissie voor Religie en Sociale Zaken op 16 maart, dat gelijke rechten en beleid dat vrouwen aanmoedigt om werk te zoeken, alleen maar leidt tot conflicten in huwelijken.
Volgens Rochmah liggen de echtscheidingscijfers onder vrouwelijke docenten relatief hoog, “omdat vrouwen die meer verdienen zich wellicht superieur voelen aan hun man en dat leidt tot ruzies.”
Sharia
De wet gaat in tegen de islamitische wetgeving die mannen bevoordeelt. Hij staat mannen en vrouwen toe om een huwelijkspartner vrij te kiezen, los van religieuze overtuiging, en wil homohuwelijken legaliseren.
Veel Indonesische vrouwen vinden de wet veel te ver gaan. Ze beschuldigen niet-gouvernementele organisaties, zoals Women Against Shariah (WAS), ervan dat ze verwarring zaaien in de Indonesische samenleving die zich kenmerkt door een duidelijke bepaling van de plaats van mannen en vrouwen.
Volgens WAS maakt de sharia-wetgeving tweederangsburgers van vrouwen. De sharia zou niet verenigbaar zijn met de basisprincipes van de mensenrechten, inclusief gelijkheid voor de wet en bescherming van individuele vrijheden.
“Indonesische vrouwen hebben geen problemen met mannen. Maar er is een kleine groep mensen die veel kabaal maakt, en hun campagne trekt vrouwen aan die kennelijk in een crisis zitten”, zegt Salwa Amira, een jonge moslima die werkt als milieuconsultant bij een Zuid-Koreaans bedrijf in Jakarta. Amira zegt dat feministische groepen en ngo’s de wet promoten.
“Sommige vrouwen worden geweerd op bepaalde posities, maar dat geldt ook voor mannen”, zegt Muhammad Abas, regiohoofd van het departement voor Religieuze Zaken. “Seksueel misbruik, mensenhandel en slechte arbeidsomstandigheden zijn geen genderproblemen, maar wethandhavingsproblemen”, voegt hij eraan toe.
Donorgeld
Sommige analisten denken dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de wet, die op 15 april aangenomen had moeten worden, er alsnog komt. Maar het is nog onduidelijk wanneer het parlement de zaak weer oppakt.
“De Indonesische regering heeft Cedaw al geratificeerd in 1984”, zegt Nining Widaningsih, een bekende commentator op het gebied van vrouwenrechten. “De wet is bedoeld als amendement hierop en laat nog steeds veel ruimte voor achterstelling van vrouwen.”
Veel Indonesiërs verdenken ngo’s van het opkloppen van de cijfers over bijvoorbeeld huiselijk geweld. “Het is opvallend dat deze ngo’s zo gemakkelijk gegevens kunnen verzamelen in een groot en divers land als Indonesië”, zegt Amira. “In onze samenleving blijven zaken die zich thuis afspelen, binnenskamers.”
Yeni Huriani, lector aan de Islamitische Universiteit van Bandung, zegt dat ngo’s niet geloofwaardig zijn. “Sommige ngo’s proberen aandacht te trekken door controverse te creëren. Mogelijk kunnen ze daardoor donorgeld aantrekken”, zegt zij.