Israël dwingt bedoeïenen op Westelijke Jordaanoever te vertrekken

Nieuws

Israël dwingt bedoeïenen op Westelijke Jordaanoever te vertrekken

Jillian Kestler-D’Amours

26 oktober 2011

Israël wil tienduizenden Palestijnse bedoeïenen op de bezette Westelijke Jordaanoever dwingen te verhuizen. Daarmee raken de bedoeïenen ook hun traditionele manier van leven kwijt, zegt bedoeïen Mohammad Al-Korshan.

“De bedoeïenen werken allemaal met dieren. Daar kunnen we niet voor zorgen in een dorp of stad. Als we naar de stad moeten, staat dat gelijk aan moord”, zegt Al-Korshan, die met negentig andere gezinnen in een bedoeïenenkamp bij de stad Anata woont, op de Westelijke Jordaanoever ten noordoosten van Jeruzalem. “Wij gaan niet weg”, zegt hij vastbesloten. Als ze onze huizen of tenten vernielen, bouwen we ze weer op. Waar moeten we anders heen?”

De autoriteiten hebben geen ruchtbaarheid aan de plannen gegeven. De Israëlische media hoorden het nieuws enkele weken geleden van bronnen bij de bedoeïenen en hulporganisaties. Het Israëlische burgerlijke bestuur dat verantwoordelijk is voor Gebied C, wil binnen drie tot zes jaar ongeveer 27.000 bedoeïenen in Gebied C verplaatsen.

Volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem staat de eerste fase, de verhuizing van 2300 mensen, al gepland voor begin 2012. Het gaat om bedoeïenen die in twintig gemeenschappen in de buurt van de Israëlische nederzetting Ma’ale Adumim wonen. Zij moeten verhuizen naar een nieuwe locatie vlakbij de vuilnisbelt Abu Dis, ten oosten van Jeruzalem.

Gezondheidsproblemen

“We wonen nu aan de weg tussen Jeruzalem en Jericho”, zegt Al-Korshan, hoofd van het  Coöperatieve Bedoeïenencomité in Jeruzalem.  “De Israëlische regering wil dit gebied ontruimen omdat we te dichtbij de nederzetting Kufr Adumim wonen. Dit land moet vrijgemaakt worden voor nederzettingen.”

Volgens het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) in de bezette Palestijnse gebieden, is meer dan 80 procent van de bedoeïenengezinnen in de heuvels ten oosten van Jeruzalem vluchteling. Ze hebben meestal geen elektriciteit en ongeveer de helft heeft geregeld gebrek aan water.

Het OCHA noemt de voorgestelde nieuwe locatie voor de bedoeïenen, vlakbij de stad Al Eizariya, ongeschikt. De plaats zou de gezondheid, levensstijl en het algemene welzijn van de bedoeïenen bedreigen. In jaren negentig werden al tweehonderd bedoeïenengezinnen verplaatst naar dezelfde locatie, om plaats te maken voor een uitbreiding van de nederzetting Ma’ala Adumim.

Sociale cohesie

“De nieuwe locatie voldoet niet aan de minimumeisen als het gaat om de afstand tot de gemeentelijke vuilstortplaats. Dat brengt zeer waarschijnlijk een gezondheidsrisico voor de bewoners met zich mee. Ook is er te weinig weidegrond. Gezinnen die eerder verhuisd zijn, maken zich zorgen over hun gezondheid, zijn hun inkomsten kwijtgeraakt en melden dat de sociale cohesie en traditionele levensstijl verloren is gegaan”, zegt het OCHA in een verklaring.

Suleiman Mazarah en zijn gezin, leden van de bedoeïenenstam Jahalin, moesten in 1997 van de  Israëlische autoriteiten verhuizen naar dit gebied. “Ze hebben ons een plaats gegeven vlakbij de vuilstortplaats van Jeruzalem. De rest van onze gemeenschap moet nu vanuit Gebied C ook hierheen verhuizen. Dat is rampzalig voor het bedoeïenenleven. Als je bedoeïenen samenbrengt op een klein oppervlak, kunnen ze hun dieren niet meer houden en daardoor verliezen ze hun inkomsten”, zegt Mazarah. “De meeste mensen hier zitten zonder werk. Ze hebben hun kinderen niets te bieden. Als er  meer mensen bijkomen, wordt het nog erger”, voorspelt hij.

Negev-woestijn

Volgens de Israëlische krant Haaretz baseert het Israëlische bestuur zich op een interpretatie van de Oslo-akkoorden, waarin Gebied C genoemd wordt als militair gebied en bestemming voor nederzettingen. De bedoeïenen zouden daarom moeten vertrekken.

Bewoners dwingen te vertrekken is echter in strijd met het internationaal recht, zegt het OCHA. “Als bezettende macht heeft Israël de plicht om de Palestijnse bevolking te beschermen en goed te besturen. Vrijwillig vertrek van burgers moet volgens internationale standaarden plaatsvinden, zij moeten de vrijheid hebben op grond van voldoende informatie te kiezen.”

Israël wil niet alleen dat de bedoeïen op de Westelijke Jordaanoever vertrekken. Ook in de zuidelijk Negev-woestijn wil Israël 30.000 bedoeïenen laten verhuizen.