Japanners vertrouwen overheid niet meer
Suvendrini Kakuchi
23 februari 2012
Kazuya Tarukawa (36) zegde zijn baan in Tokio op om de biologische boerderij van zijn vader over te nemen. Het bedrijf ligt op 100 kilometer afstand van de kerncentrale Fukushima I, waar vorig jaar een grote ramp plaatsvond.
Hoewel de boerderij buiten de evacuatiezone van 60 kilometer van ground zero ligt, is hij niet immuun voor verdenkingen van radioactieve besmetting. En consumenten worden steeds wantrouwiger.
Tien dagen na de ramp bij Fukushima op 11 maart 2011, beroofde Tarukawa’s 74-jarige vader zich uit wanhoop van het leven. “Hij kon de berichten over radioactieve besmetting niet aan. Hij was niet alleen bang voor zijn eigen bedrijf, maar ook voor de toekomst van de landbouw in Japan”, zegt zijn zoon.
Nieuw veiligheidsbeleid
Het bedrijf dat al acht generaties in de familie is, produceert in de zomermaanden verschillende soorten groenten. Ongeveer tien jaar geleden besloot Kazuya’s vader de overstap naar biologische landbouw te maken.
“Door de kernramp hebben we al het werk voor niets gedaan”, zegt Tarukawa’s zoon en opvolger, die zelf ook de wanhoop nabij is. Boeren in de regio hebben nog steeds te kampen met de enorme schade die de ramp veroorzaakte in de Japanse voedselindustrie, die ooit bekend stond om zijn hoge kwaliteitsstandaarden.
“Japanse visserij- en landbouwproducten zijn in binnen- en buitenland nog steeds verdacht”, zegt Ryota Koyama, voedselveiligheidsdeskundige aan de Universiteit van Fukushima. “Het wordt tijd om een nieuw veiligheidsbeleid te ontwikkelen, gebaseerd op zowel wetenschappelijk bewijs als zorgen bij het publiek.”
Cesium 137
In de afgelopen maanden probeerde de overheid het vertrouwen te herstellen door de besmette toplaag van de bodem te verwijderen bij boerderijen in Fukushima en omliggende gebieden. Ook werden nieuwe testen op cesium 137, een gevaarlijk radioactief materiaal, aangekondigd bij 25.000 bedrijven. In winkels wordt de controle vanaf april opgevoerd.
Cesium 137 heeft een halfwaardetijd van dertig jaar en kan kanker veroorzaken.
Deze maand stelde het Japanse ministerie van Gezondheid een limiet van 50 becquerel (een eenheid om radioactiviteit te meten) per kilo voor melk en voedselproducten voor kinderen.
Een panel wetenschappers heeft het plan goedgekeurd, maar activisten en ouders die betere bescherming van kinderen in Fukushima eisen, zijn niet tevreden. Zij willen dat de regering de hele jongere generatie evacueert naar veiliger gebieden.
In september vorig jaar publiceerde de invloedrijke krant Asahi Shimbun een artikel waarin werd gesteld dat op een oppervlak van 8000 vierkante kilometer een cesium 137-niveau was gevonden van naar schatting 30.000 becquerel per vierkante meter.
Het besmette gebied besloeg bijna de helft van de prefectuur Fukushima, met een oppervlak van 13.782 vierkante kilometer de op twee na grootste van Japan. Ook delen van de aangrenzende prefecturen Tochigi, Miyagi en Ibaraki zouden besmet zijn.
Asahi Shimbun had de omvang van het besmette gebied berekend op grond van metingen die waren uitgevoerd vliegtuigen van het ministerie van Wetenschap.
Informatie
“Testen die een te hoog besmettingsniveau aantoonden, zijn in eerste instantie uitgevoerd door boeren en niet door de overheid”, zegt Masai Shiina, woordvoerder van het Moedersnetwerk ter Bescherming van Kinderen in Fukushima. “Het vertrouwen in de overheid is weg.”
Volgens Koyama moet bij nieuwe veiligheidsstandaarden niet alleen rekening gehouden worden met wetenschappelijk bewijs, maar ook met wat onder de bevolking leeft. “Het publiek trekt de wetenschappelijke standaarden, die de overheid wil, in twijfel. Er is daarom ook een sociale benadering van het probleem nodig.”
Koyama pleit ook voor de verspreiding van duidelijke informatie over de gevaren van verschillende soorten radioactieve besmetting. Zo kan cesium over een periode van enkele decennia onder controle worden gebracht, terwijl blootstelling aan plutonium, zoals bij de kernramp in 1986 bij Tsjernobyl, veel langer schadelijke gevolgen heeft.
Grond kwijt
Boer Kitaburo Tanno raakte door de ramp zijn 8 hectare grond in Nihonmatsu, op 45 kilometer afstand van de beschadigde reactor, kwijt. Openheid door de overheid is volgens hem de enige manier om de Japanse landbouw te redden.
“Ik heb mijn bedrijf kort na het ongeluk verlaten, omdat ik de informatie van de overheid niet vertrouwde. Het zou beter geweest zijn als de regering de situatie van de boeren eerlijk beoordeeld had en op grond daarvan financiële steun had gegeven om verder te kunnen. Maar dat is niet gebeurd.”
Meer dan honderdduizend mensen, vooral jongeren, zijn vertrokken uit Fukushima uit angst voor de straling. De massamigratie zal gevolgen hebben voor de prefecturen in noordoosten, een belangrijk landbouwgebied voor Japan.