Gebrek aan politieke wil om geweld tegen LGBTQ+-personen aan te pakken
Jaren van gendergeweld werpen schaduw over Pride-dag in Latijns-Amerika
IPS
30 juni 2021
De afgelopen 6 jaar zijn meer dan 3000 LGBTQ+-personen vermoord in tien Latijns-Amerikaanse landen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van een netwerk van maatschappelijke organisaties, gepubliceerd op de Internationale "Lesbian Gay Bisexual and Transgender Pride"-dag.
De afgelopen 6 jaar zijn meer dan 3000 LGBTQ+-personen vermoord in tien Latijns-Amerikaanse landen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van een netwerk van maatschappelijke organisaties, gepubliceerd op de Internationale “Lesbian Gay Bisexual and Transgender Pride”-dag.
Het rapport Vooroordelen kennen geen grenzen plakt cijfers op het geweld tegen LGBTQ-personen in Latijns-Amerika. 'De vooroordelen en de vormen va geweld tegen hen kennen geen grenzen, ondanks de enorme culturele, economische en politieke verschillen in de regio’, zegt Marlon Acuña, coördinator van het Latijns-Amerikaanse netwerk Non Violence LGBTI.
In de periode 2014-2019 werden in negen van de onderzochte landen in totaal zo’n 1300 LGBTQ+-personen vermoord om redenen die verband hielden met hun seksuele geaardheid of genderidentiteit. Daarnaast kwamen in Brazilië alleen naar schatting nog eens 1600 mensen om het leven in soortgelijke situaties.
De andere landen die in het rapport zijn opgenomen, zijn Bolivia, Colombia, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Paraguay, Peru en de Dominicaanse Republiek. Afgezien van Brazilië vielen de meeste slachtoffers in de drie landen Colombia, Honduras en Mexico. Die landen waren goed voor 87 procent van de 327 slachtoffers in 2019 en voor 89 procent van de 351 gevallen in 2020.
Het zijn landen ‘die fungeren als migratieroutes en landen die een grote aanwezigheid kennen van gewapende groepen en staatsgroeperingen die geweld tegen deze gemeenschap uitoefenen’, aldus Acuña.
Meer dan cijfers
Uit het onderzoek blijkt ook dat 54,6 procent van de slachtoffers met vuurwapens om het leven werd gebracht; 19,2 procent met scherpe voorwerpen, 4,3 procent door fysiek geweld en 3,7 procent door ophanging of wurging. De meeste dodelijke slachtoffers waren tussen de 18 en 25 jaar oud en het merendeel van de misdaden vond plaats in het weekend.
‘LGBTQ+-personen moeten hun seksualiteit en identiteit verborgen houden in ruil voor hun leven.’
Ook vermeldt het rapport dat de meeste lichamen van vermoorde homomannen worden gevonden in hun huizen, terwijl de meeste vermoorde lesbische vrouwen op openbare plaatsen worden gevonden.
‘De gewelddadige overlijdens van LGBTQ+-personen zijn meer dan cijfers, omdat ze een onevenredig grote impact hebben op een groep die van oudsher te maken heeft met uitsluiting. Veel van de gewelddadigheden zijn bovendien gemotiveerd door vooroordelen die in de maatschappij onderschreven worden’, benadrukt het rapport. Het stelt ook dat ‘de boodschap achter dit geweld duidelijk is: LGBTQ+-personen moeten hun seksualiteit en identiteit verborgen houden in ruil voor hun leven.’
Symbolische impact van geweld
Tegelijkertijd ‘is de symbolische impact van dit geweld bijzonder groot, en is de nalatige of zwakke reactie van de regeringen extra ernstig, omdat discriminatie aan de basis ligt van deze feiten, de effecten ervan en de reacties erop.’
Het pandemiejaar 2020 was dubbel zo zwaar voor de LGBTQ+-gemeenschap.
Het pandemiejaar 2020 was dubbel zo zwaar voor de LGBTQ+-gemeenschap, door maatregelen als de avondklok, beperkte toegang tot diensten en ook de inzet van politie en leger om de naleving van die voorschriften te garanderen.
In deze context namen de risico’s op geweld door staatsactoren en individuen, als gevolg van vooroordelen over de seksuele geaardheid of genderidentiteit van mensen, nog eens toe.
Landen zijn nalatig in optreden
‘Ondanks deze alarmerende cijfers blijven de staten in deze regio achter in het opstellen van duidelijke en effectieve strategieën om geweld tegen LGBTQ+-personen te voorkomen, te onderzoeken en adequaat te bestraffen’, aldus het rapport.
Deze nalatigheid is te wijten aan ‘het historische gebrek aan zichtbaarheid van deze gemeenschap, de context van discriminatie en het risico om opnieuw slachtoffer te worden van geweld wanneer deze gebeurtenissen gemeld worden’, zo staat te lezen. ‘Maar bovenal komt [de nalatigheid] voort uit een gebrek aan wil bij de nationale regeringen om een wettelijke reactie te formuleren.’
Als een van de aanbevelingen roept het rapport de landen op tot het creëren of verbeteren van registratiesystemen van geweld tegen LGBTQ+-personen. Ook adviseert het om stereotypen op basis van seksuele geaardheid en genderidentiteit in onderzoeken door openbare aanklagers en gerechtelijke procedures op te sporen en tegen te gaan.