Jongeren bestrijden aids in Togo

Nieuws

Jongeren bestrijden aids in Togo

Daan Bauwens

01 december 2007

Zoals in vele Afrikaanse landen, grijpt het aidsvirus in Togo wild om zich heen. Plan Togo en de Togolese overheid pakken het aidsprobleem aan door de jongeren het heft in handen te laten nemen. Ze trekken massaal de straten op en proberen hun gemeenschappen te overtuigen van het belang te spreken over aids.

Togo is een transitland: met toegang tot de Atlantische Oceaan, wordt het als handelscorridor gebruikt door landen als Mali, Niger en Burkina Faso. De eindeloze karavaan vrachtwagens die het land van Noord naar Zuid doorkruist, laat een sociale puinhoop achter. In de transitdorpen tiert de prostitutie welig en vooral jonge meisjes worden door de armoede gedwongen op deze manier geld te verdienen, wat deze gemeenschappen extra kwetsbaar maakt voor het aidsvirus.

De stilte doorbreken

Plan België en de Togolese overheid pakken dit probleem bij de wortel aan: de jongeren zelf worden ingezet in de preventie en gevraagd invloed uit te oefenen op hun leeftijdsgenoten. In Togo zijn meer dan 25 jongerengroepen aanwezig, die via verschillende activiteiten rond seksuele gezondheid andere jongeren sensibiliseren omtrent de risico’s van onveilige seksuele contacten. Plan Togo staat hen hierin bij, met onder andere de bouw van een multimediacentrum, verschillende radiostations en een tijdschrift.
Dr Panabam N’Zonou, Togolees arts en epidemioloog, is sinds 2002 betrokken bij Plan Togo en ziet ter plaatse toe op de uitvoering van het project. Hij legt uit hoe het project precies in zijn werk gaat: ‘We verenigen de jongeren in groepen, dat is de eerste stap. We leren vervolgens aan deze groepen hoe ze zich moeten organiseren, hoe ze moeten omgaan met andere jongeren en hoe ze een overtuigend pleidooi moeten maken. We leren hen vervolgens wat de rechten van het kind zijn en daarna pas maken ze kennis met de HIV-materie. Het is belangrijk dat ze weten hoe om te gaan met een menigte, aangezien ze per slot van rekening de straat opgaan om andere jongeren aan te spreken.’
Ook de indirecte oorzaken van het virus komen tijdens deze opleiding aan bod: ‘De jongeren moeten begrijpen dat de maatschappelijke minachting voor vrouwen van minstens even groot belang is als onveilige contacten. Meisjes moeten, net als jongens, naar school gestuurd worden en niet door het gezin de straat op gestuurd worden op zoek naar geld. Ook deze boodschap moet door de jongeren verspreid worden,’ aldus N’Zonou.

Sensibilisering

Het project heeft een bijkomend doel: niet enkel de sensibilisering van de jeugd, maar ook de sensibilisering van de ouders, via de kinderen, wordt nagestreefd. Dr N’Zonou licht toe: ‘We willen de communicatie tussen de ouders en de kinderen verbeteren. We leren de kinderen met hun ouders te praten, op de juiste momenten gevoelige thema’s aansnijden. De kinderen moeten vertellen wat ze geleerd hebben en zo worden ook de ouders gesensibiliseerd.’
Het project moet de stilte rond aids doorbreken. De ziekte is te lang doodgezwegen, terwijl de verspreiding een steeds grotere verspreiding kende. De jongeren moeten de straat opgaan, leeftijdsgenoten en kinderen aanspreken en een discussie op gang brengen. Openheid is volgens dr N’Zonou het belangrijkste wapen tegen het virus.

Stigmatisatie

Dr N’Zonou is tijdens zijn carrière meermaals getuige geweest van de fysieke aftakeling van aidspatiënten. Hij benadrukt echter dat de gevolgen van stigmatisatie minstens even ingrijpend zijn. ‘De patiënten worden gestigmatiseerd omdat men bang van hen is. Daarom kunnen ze niet meer op steun uit de gemeenschap rekenen en worden ze aan hun lot overgelaten. Ze worden gemeden, niemand vertrouwt ze, niemand wil met hen delen of zelfs maar in dezelfde kamer zitten.’ Volgens N’Zonou is de psychologische pijn, veroorzaakt door afstoting en isolatie, één van de ernstigste gevolgen van de ziekte.

Ook kinderen van ouders die aan aids gestorven zijn, delen in hun lot: ‘Deze kinderen kunnen nergens meer terecht. Zelfs door hun eigen familie worden ze in de steek gelaten. Ze worden al te vaak uitgebuit en worden blootgesteld aan vele gevaren, waaronder uiteraard besmetting met het virus.’
Om aan de stigmatisatie een eind te maken, probeert de campagne, via de jongeren, informatie te verspreiden over de werkelijke oorzaken van besmetting. Het is de onwetendheid die aanleiding geeft tot ongegronde vrees en de oorzaak is van de stigmatisatie. De psychologische geruststelling moet zorgen voor een humaner bestaan voor aidspatiënten en wezen van aan aids gestorven ouders.

‘Le sida touche ma vie’

De eenentwintigjarige Paulin is één van de jongeren die de afgelopen jaren zijn creatieve talent ten volle heeft gebruikt in de strijd tegen aids. Vijf jaar geleden richtte hij samen met andere jongeren Club Radio op, een lokale radiozender die zich inzet om het gesprek over aids op gang te brengen. ‘Op de radio wordt gediscussieerd, veel jongeren komen naar ons toe om zelf een uitzending te verzorgen we worden door veel mensen beluisterd’, vertelt Paulin.
Met enkele andere jongeren nam hij eveneens de film ‘Le SIDA touche ma vie’ op, waarin zowel het probleem van de prostitutie als de gevolgen van stigmatisatie worden behandeld. ‘We willen aan de andere jongeren laten zien wat er gebeurt als je de gemakkelijke weg naar het geld volgt. Veel jongeren weten simpelweg niet aan welke gevaren ze zich blootstellen’, zegt hij.
Als één van de eerste jongeren die in contact kwam met het Plan Togo, leidt hij tegenwoordig jongeren op in het kader van het project. Hij is erg opgetogen: ‘De jongeren zijn zeer enthousiast. Het Plan geeft ons de middelen ons uit te drukken en het leven van zovelen te veranderen. Het project heeft ook mijn leven veranderd.’

Aids is een kwestie van gedrag

Ook dr N’Zonou is na vijf jaar tevreden over de resultaten: ‘Ik zie steeds meer kleine veranderingen, maar het is een lang en moeilijk proces. Aids is namelijk een kwestie van gedrag, zo eenvoudig is het. Maar het is zeer moeilijk het gedrag te veranderen. Om het te kunnen veranderen moet men de boodschap herhalen en nog eens herhalen. We moeten blijvend aanwezig zijn, want zonder onze aanwezigheid wordt het zo weer vergeten.’ N’Zonou en Paulin zijn echter vastbesloten hun strijd onverbeten verder te zetten.