Joodse vredesbeweging in VS staat alleen in Gaza-conflict
Daniel Luban
18 januari 2009
Het conflict tussen Israël en de Palestijnen in de Gazastrook, waar dit weekend door beide partijen een staakt-het-vuren werd afgekondigd, heeft een polariserend effect op de joodse gemeenschap in de Verenigde Staten. De kloof tussen vredesgroepen en meer rechtse groepen die de militaire actie steunen, groeit.
In de afgelopen weken ontstond steeds meer afstand tussen de zogenoemde ‘vredeslobby’ en de overige joodse groeperingen in de VS. Toen het conflict uitbrak op 27 december, waren de reacties voorspelbaar. Traditioneel conservatieve organisaties zoals het American Israel Public Affairs Committee (AIPAC) en de Conference of President of Major American Jewish Organisations, steunden het Israëlische geweld met het argument dat het ging om zelfverdediging.
Ook vredesgroepen zoals J Street, Americans for Peace Now, Brit Tzedek v’Shalom en Israel Policy Forum veroordeelden de raketaanvallen van Hamas en benadrukten het Israëlische recht op zelfverdediging. Maar ze waarschuwden ook voor de politieke gevolgen van militaire escalatie. De meeste groepen riepen op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren.
‘Tragisch maar noodzakelijk’
De reactie vanuit het politieke midden was echter het meest opvallend en wellicht het belangrijkst voor het debat over de oorlog in de VS. Bijna alle groepen die bekend stonden als liberaal en gematigd, kozen partij voor de haviken en gaven de Israëlische campagne onvoorwaardelijk steun. Zij riepen op tot een “duurzaam” of ‘effectief” bestand, in tegenstelling tot een onmiddellijk staakt-het-vuren.
Een van de belangrijkste groepen is de Union for Reform Judaism (URJ) en het daaraan gelieerde Religious Action Center, die gezien wordt als de invloedrijkste liberaal-joodse lobbygroep op Capitol Hill. Op 28 december gaf de URJ een verklaring uit waarin de Israëlische aanval op Gaza “tragisch” maar “noodzakelijk” werd genoemd.
Op 31 december publiceerde URJ-voorzitter Eric Yoffie een opiniestuk waarin hij de recent opgerichte “pro-vredesgroep” J Street aanviel. Die organisatie had eerder een verklaring gepubliceerd waarin gesteld werd dat “noch Israël, noch de Palestijnen het monopolie op goed of kwaad” hebben. Yoffie noemde het standpunt van J Street “moreel gebrekkig, volstrekt niet in overeenstemming met de Israëlische gevoelens en onvoorstelbaar naïef”. Hij beschuldigde de vredesgroep van een “volslagen gebrek aan inlevingsvermogen in de Israëlische positie”.
Hoewel J Street snel reageerde met een verdediging en nadere uitleg van zijn standpunt, waren waarnemers aan beide zijden het erover eens dat Yoffies aanval debattechnisch gezien effectief was, omdat hij de vredesbeweging in de verdediging drukte.
Mark Pelavin, plaatsvervangend directeur van het Religious Action Center van de URJ, verwerpt de suggestie dat het URJ-standpunt over Gaza inconsistent is met de liberale reputatie van de URJ. Hij wijst erop dat Yoffies opiniestuk niet alleen gericht was tegen J Street, maar ook tegen redacteur Martin Peretz van de New Republic, die een “obsceen, cowboyachtig genoegen” zou scheppen in het Israëlische offensief. “Zoals altijd, hebben we zowel van links als van rechts klachten gekregen”, zegt Pelavin. “Maar er bestaat redelijk veel consensus op de belangrijkste punten.”
Achterban
Hoewel de toon van de URJ negatiever was dan die van groepen al AIPAC, was de inhoud van hun politieke boodschap grotendeels hetzelfde. Met betrekking tot een staakt-het-vuren, leunde de URJ meer tegen rechtse groepen aan en toonde de organisatie zich tegenstander van een onmiddellijk staakt-het-vuren. Hetzelfde gold voor andere belangrijke, gematigde joodse organisaties, zoals de Jewish Council for Public Affairs (JPCA), United Jewish Communities (UJC) en de United Synagogue for Conservative Judaism (UCJ). Zij bleken allemaal voorstanders van het offensief, waren tegen een onmiddellijk staakt-het-vuren en weigerden vraagtekens te zetten bij de Israëlische strategie.
Vertegenwoordigers van deze organisatie lieten in telefonische interviews weten dat ze met hun standpunten de gevoelens onder hun achterban verwoordden. Er is echter geen opinieonderzoek gedaan naar joodse publieke reactie op de oorlog in Gaza.
Uit een peiling van bureau Rasmussen die vlak na het begin van de oorlog werd gehouden, bleek dat de Amerikaanse bevolking de Israëlische aanval steunde met een kleine meerderheid van 44 tegen 41 procent. Onder de bevraagde Democraten was echter veel minder steun voor de Israëlische campagne.