Journalisten steeds meer bedreigd
A. D. McKenzie
26 maart 2010
In 2009 kwamen 77 journalisten om bij de uitoefening van hun werk, zo blijkt uit een rapport van de Unesco, het cultuuragentschap van de Verenigde Naties. Vooral de straffeloosheid moet aangepakt worden om de trend de keren.
De Unesco veroordeelt de moorden en zegt dat overheden meer moeten doen om ze te vermijden en vooral meer moeten doen om de schuldigen te berechten. De straffeloosheid van aanvallen op de media vormt volgens het VN-agentschap een “ernstige bedreiging” van de vrijheid van meningsuiting.
Dertig op een dag
De Filipijnen zijn de trieste recordhouder in 2009, met 34 gedode journalisten. Daarvan werden er 30 op één dag vermoord, tijdens een hinderlaag op 23 november. Hoewel oorlogszones zoals Somalië, Irak en Afghanistan op de lijst voorkomen, zijn veel van de journalisten vermoord in gebieden zonder gewapend conflict. Ze werden vermoord om te vermijden dat informatie publiek werd over drugssmokkel, schendingen van de mensenrechten of corruptie, aldus het rapport.
In Rusland bijvoorbeeld zijn vorig jaar vijf journalisten vermoord die onderzoek deden naar misdaad en corruptie.
Volgens Vincent Brossel van Reporters Without Borders (RWB) is er te weinig coördinatie tussen de verschillende organisaties die opkomen voor de bescherming van journalisten. “We willen de ernstige situatie aan het daglicht brengen”, zegt hij. “Er moet veel meer gebeuren. Overheden moeten de omstandigheden scheppen waarin medewerkers van de media hun werk kunnen doen, vooral in bepaalde landen waar er bij verkiezingen altijd geweld komt kijken.”
RWB sloeg de handen in elkaar met de Unesco om een handboek uit te werken voor journalisten in het veld. De organisatie verhuurt ook kogelvrije vesten aan oorlogscorrespondenten en organiseert trainingen met hulp van het Franse leger.
Consequenties
Maar ook volgens de Nederlandse oorlogscorrespondent Arnold Karskens is er meer nodig en moet vooral de straffeloosheid aangepakt worden. “De enige echte bescherming is overheden laten weten dat er consequenties volgen als een journalist vermoord wordt”, zegt hij. “In sommige landen weten militanten dat ze carte blanche hebben om journalisten te doden die het niet eens zijn met hun opvattingen of politieke partij. Overheden moeten die aanvallers laten weten dat ze de gevolgen van hun acties moeten dragen.”
Volgens Karskens moet daarom elke moord aandacht krijgen en moet ervoor gezorgd worden dat de daders berecht worden. “Als ze je willen doden, zullen ze dat doen”, zegt hij. “Maar ze mogen er niet zomaar mee wegkomen.”
Ook dit jaar werden al zes journalisten gedood, en journalisten worden ook nog op andere manieren bedreigd. Volgens cijfers van RWB zijn sinds het begin van het jaar al 178 journalisten en 120 bloggers gearresteerd. Zonder namen te noemen herinnerde de Unesco er de lidstaten aan dat ze de Verklaring van Medellín ondertekend hebben in 2007. Daarin staat dat “persvrijheid enkel kan als medewerkers van de media vrij van intimidatie, druk en chantage kunnen werken”. De Verklaring bepaalt ook dat de staten “hun verplichtingen nakomen om misdaden tegen journalisten te voorkomen, te onderzoeken en te straffen.”