Katholiek erfgoed moet wijken voor toeristenoord in Vietnam
Joke D'Hooghe
27 maart 2014
Onafhankelijke experts voor de VN-Mensenrechtenraad hebben de Vietnamese regering opgeroepen actie te ondernemen tegen verplichte uitzetting van de laatste inwoners van het katholieke dorpje Con Dau, vlakbij de stad Da Nang in centraal Vietnam.
De inwoners van Con Dau worden al sinds 2008 onder druk gezet om te vertrekken, toen het bedrijf Sun Land de grond kreeg om er en eco-resort te bouwen. Het verzet tegen de onaanvaardbare compensatie en hervestiging groeide, maar werd de kop ingedrukt toen dorpelingen werden bedreigd en opgepakt door de politie.
Ondertussen worden grondrechten aan privé-particulieren doorverkocht, en kregen Con Dau’s inwoners te horen dat ze definitief moeten verhuizen tegen 15 april. Het afbreken van woningen en cultureel erfgoed in het dorp gaat momenteel gewoon verder.
Onafhankelijke deskundigen op vlak van huisvesting, culturele rechten, vrijheid van religie en minderhedenkwesties onderzochten de zaak voor de VN-Mensenrechtenraad en roepen nu Vietnam op om actie te ondernemen.
Vrijheid van religie en cultureel erfgoed
‘Con Dau werd gebouwd door het werk van vele generaties, die hun cultuur vormden door middel van het kweken van rijst en kerkelijke activiteiten. De begraafplaats is cultureel erfgoed maar werd gesloopt en afgevoerd naar een afgelegen gebied. Dergelijke handelingen […] moeten onmiddellijk worden stopgezet,’ merkte Speciale rapporteur van de VN op het gebied van culturele rechten Farida Shaheed op.
Het dorp is al meer dan 135 jaar de thuisbasis van een kleine katholieke gemeenschap, die volgens een getuigenis van een inwoner al meer dan veertig jaar wordt vervolgd. Maar met de overdracht van de grond aan het bedrijf in 2008, nam het geweld op de inwoners nog toe.
‘De politie blijft intimideren en bedreigen, zodat parochianen gedwongen worden hun eigendommen over te geven. In veel gevallen heeft de politie de bewoners verdreven zodat de aannemer met een bulldozer de huizen kan platgooien.’
Beelden van het geweld door de politie op Con Dau’s parochianen, tijdens een begrafenis op 4 mei 2010.
Landroof en huisvesting
‘Dit is duidelijk een zaak van landroof, in het voordeel van particuliere ondernemingen, ten koste van lokale gemeenschappen,’ zei Speciale Rapporteur voor het Recht op Huisvesting, Raquel Rolnik.
De Vietnamese Communistische Partij mat zich de leidende positie aan na beloftes van ingrijpende hervormingen op vlak van grondgebruik. Begin de jaren ’90 besloot men de collectieve manier van landbouw zoals in de vroegere Sovjet achter zich te laten, en kregen burgers via het “Land Use Right” het recht op grondgebruik voor twintig jaar, zonder private eigendomsrechten.
In de realiteit houdt dit in dat lokale ambtenaren vaak met geweld grond opeisen: niet enkel voor openbare projecten zoals bruggen en snelwegen, maar vaak voor particuliere ondernemingen die de grond gebruiken voor woonwijken en industriële voorzieningen.
In een rapport van 2011 berekende Oxfam dat sinds 2001 wereldwijd meer dan 227 miljoen hectare grond werd ingepalmd: hoofdzakelijk landbouwgrond en voornamelijk door buitenlandse investeerders.
Nationale sociale spanningen, positieve politici
Bijna drie vierde van de klachten die de Vietnamese overheid ontvangt omtrent grondgebruik, gaan dan ook over compensatie, financiële ondersteuning en hervestiging. De geschillen over grondrechten kennen verschillende gevolgen.
Sociale spanningen ontstaan door het gebrek aan een adequate compensatie, de ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen groeit en de algemene economische groei van Vietnam wordt afgeremd. In 2012 zakte het Vietnamese BBP tot het laagste punt sinds 1999.
Maandag nog sprak premier Tan Dung nog met VN-secretaris generaal Ban ki-Moon in Den Haag over het Vietnamese lidmaatschap in de VN-Mensenrechtenraad tot 2016. Hiervoor ging Vietnam 14 vrijwillige verbintenissen aan om het sociale welzijn en de rechten van kwetsbare groepen te garanderen.
Op de 25e sessie van de VN-Mensenrechtenraad ook maandag, riep een Vietnamese woordvoerder op om nog meer inzet voor mensenrechten en vrijheden en werd tegelijk benadrukt dat de Vietnamese wetgeving tegemoetkomt aan de noden van etnische groepen en hun sociaaleconomische ontwikkeling.