Kenia gaat het nieuwe jaar in met gierende inflatie
Miriam Gathigah
04 januari 2012
De nieuwjaarsvieringen in Kenia waren dit jaar minder uitbundig dan in voorgaande jaren. De verslechterde economische situatie en gierende inflatie heeft de Kenianen voorzichtig gemaakt.
Muchai Waruhui, een zakelijk analist in Nairobi, zegt dat miljoenen Kenianen een moeilijk jaar achter de rug hebben. Ze moesten lange dagen maken om eten op tafel te krijgen en met een werkloosheidspercentage van 40 procent kunnen sommigen zich alleen de allernoodzakelijkste dingen veroorloven.
“Zelfs als je werk hebt, is het moeilijk. De salarissen blijven hetzelfde, maar de inflatie stijgt sterk.”
Volgens de Centrale Bank van Kenia is de inflatie in een jaar tijd gestegen van 3,84 procent tot de huidige 18,91 procent. Die stijging is met name veroorzaakt door de stijgende voedsel- en brandstofprijzen, een trend die in heel Oost-Afrika zichtbaar is.
Er dreigt een crisis en analisten voorspellen arbeidsonrust in het land. In de publieke sector zijn er al stakingen geweest.
Millenniumdoelen
Met de huidige inflatie is het land er nog niet, zeggen economen. Het ergste moet volgens hen nog komen. Kenia is drie jaar verwijderd van de deadline van de Milleniumdoelstellingen die lidstaten van de Verenigde Naties in 2000 aannamen, en het lijkt steeds onwaarschijnlijker dat het land deze ontwikkelingsdoelen zal halen.
De Millenniumdoelstellingen zijn gericht op het verbeteren van de leefsituatie en het versnellen van ontwikkeling. Op sociaal-economisch gebied heeft Kenia echter te kampen met serieuze uitdagingen, onrust en instabiliteit.
“Een van de millenniumdoelen is het uitroeien van extreme armoede en honger voor 2015”, zegt Waruhui. “Maar in Kenia zijn, net als in andere Afrikaanse landen, de kosten van levensonderhoud gestegen tot ongekende hoogte.”
In september vorig jaar gingen 200.000 onderwijzers van openbare scholen in staking om aandacht te vragen voor hun slechte werkomstandigheden en magere salaris. Na een verschillende onderhandelingsrondes met de overheid, gingen ze weer aan het werk.
“En dat was nog maar het begin”, zegt Daniel Mungai, een consultant in Nairobi. “In november hebben docenten van openbare universiteiten negen dagen hun werk neergelegd. Daarna volgde het personeel van het Nationale Ziekenhuis Kenyatta. Medewerkers van het postbedrijf gingen ook in staking en bij openbare diensten werden acties gehouden.”
Verkiezingen
De staking van artsen in december had echter de meeste impact. Talloze patiënten in ziekenhuizen moesten lang wachten op behandeling of bezweken door gebrek aan zorg.
“Keniaanse artsen zijn de slechtst betaalde artsen in de hele regio. We krijgen nog hetzelfde salaris dat we kregen toen de inflatie nog maar 3 procent was”, zegt Ken Ondicho, een kinderarts in Nairobi. “Er is geen geld om de patiënten te bieden wat ze nodig hebben.”
Ondanks de problemen in het land, waar meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft, richten politici hun aandacht op het oprichten van nieuwe partijen en het organiseren van verkiezingsbijeenkomsten. Dit jaar zijn er verkiezingen in het land.
De ogenschijnlijke onverschilligheid voor de noden van het volk, blijft echter niet onopgemerkt. De Kenianen willen politieke verandering. Na de betwiste verkiezingen van 2007 moesten elf parlementariërs hun zetel inleveren omdat er onregelmatigheden zouden zijn geweest. Slechts drie van hen wisten na een extra verkiezing hun zetel terug te winnen. De andere zetels gingen naar nieuwkomers, waarmee de Kenianen hun hoop op verandering uitdrukten.
Corruptie
De regering is momenteel bezig met het opknappen van de debatruimten van het parlement. Daar wordt naar schatting 9,3 miljoen euro voor uitgetrokken. Het project moet eind maart af zijn.
“Erger is dat de corruptie nog steeds hoogtij viert en dat geld van donoren door ambtenaren gebruikt wordt voor persoonlijk gewin”, zegt Mungai. “Belangrijke ministeries, zoals die van Water, Onderwijs en Land, zijn beschuldigd van misbruik van publieke fondsen.”
De Kenianen kampen niet alleen met hoge kosten van levensonderhoud. In sloppenwijken zoals Kyangombe en Mitumba in Nairobi zijn duizenden Kenianen dakloos geraakt omdat ze woonden op land dat naar verluid illegaal verkregen was. De regering breekt om die reden ook huizen af op plaatsen zoals Syokimau aan de rand van Nairobi.
De dakloze Kenianen komen terecht in bouwvallige kampen, waar al Kenianen wonen die dakloos raakten na interne conflicten. Die laatste groep betreft vooral slachtoffers van het geweld dat uitbrak vlak na de verkiezingen van 2007/2008. Andere Kenianen werden verdreven uit bosgebieden zoals het Maubos.
Waruhui zegt dat de regering de dreigende crisis alleen maar voedt. “De recente stakingen zijn het topje van een ijsberg. Er dreigt veel meer onrust, ook in de private sector. De Kenianen hebben het gevoel dat de regering niet naar hen omkijkt en dat politieke leiders alleen maar bezig zijn met hun herverkiezing.”