Keniaanse ministers leveren dure auto’s in

Nieuws

Keniaanse ministers leveren dure auto’s in

Joyce Mulama

09 juli 2006

Hoge regeringsfunctionarissen in Kenia zijn begonnen met het inleveren van dure auto’s die ze op kosten van de belastingbetaler aanschaften. Dat is goed nieuws voor belastingbetalers, maar gebrek aan transparantie kan de procedure hinderen, zeggen mensenrechtenorganisaties.

Kenia kwam begin dit jaar onder vuur te liggen omdat ministers, hun assistenten en permanente secretarissen dure auto’s aanschaften terwijl de bevolking honger leed. Het inleveren van de auto’s zal naar verwachting 17 miljoen dollar opleveren. Dat geld is bestemd voor ontwikkelingsprojecten, zo is het plan.

Om de procedures goed te laten verlopen, heeft een mensenrechtenorganisatie de regering opgeroepen om bekend te maken hoeveel en welke auto’s ministers toegekend hebben gekregen en welke weer zijn ingeleverd. “We moeten kunnen verifiëren dat elke minister straks daadwerkelijk nog maar één auto heeft”, zegt Maina Kiai, voorzitter van de Keniaanse Nationale Mensenrechtencommissie (KNCHR), een door de regering ingestelde commissie.

Kiai wil ook strafmaatregelen tegen overtreders van de regels. “Verantwoordelijkheid is belangrijk. Ministers en andere functionarissen zouden ontslagen moeten worden als ze een richtlijn van de regering negeren of zich niet houden aan de gedragscode.” Minister van Financiën Amos Kimunya gaf zijn collega’s en hun assistenten half juni opdracht om extra auto’s in te leveren. Elke functionaris zou nog slechts één dienstauto mogen aanschaffen. Volgens Kimunya bezitten hoge regeringsfunctionarissen 11.000 auto’s en staan er 3.800 chauffeurs op de loonlijst van de overheid.

Sommige ministers beklaagden zich over de gang van zaken. Ze stelden dat ze van niets wisten en eisten een officiële brief over de kwestie. Ondanks die protesten, werden vorige week honderd auto’s teruggegeven. Maar slechts drie ministers, inclusief Kimunya, leverden hun extra auto’s in. Een deel van de ingeleverde auto’s is bestemd voor noodlijdende regio’s, andere worden verkocht. Maar ook daarbij is transparantie essentieel. “Ingeleverde auto’s moeten door een onafhankelijke expert getaxeerd worden. Dat moet allemaal in openbaarheid gebeuren, zodat de bevolking kan zien wat er met het geld gebeurt”, zegt Kiai.

In Kenia leeft 56 procent van de bevolking onder de armoedegrens van een dollar per dag. Ministers hebben vaak vier of vijf brandstofverslindende auto’s uit de topklasse tot hun beschikking. Dat alles op kosten van de belastingbetaler. Populaire auto’s bij de regeringsfunctionarissen zijn modellen uit de topklasse van Mercedez Benz en Volvo, krachtige four-wheel-drives van Range Rover, Land Cruiser, Nissan Patrol en Toyata Prado. Een Mercedes kost ongeveer 190.000 dollar. Range Rovers kosten tussen 148.000 en ruim 200.000 dollar. De bedragen voor Toyota Prado’s en Landcruisers liggen tussen 94.000 en 135.000 dollar.

Kenia heeft 30 kabinetsministers, 39 assistent-ministers en 33 permanente secretarissen, volgens de afdeling voorlichting van de overheid. Hun auto’s worden vaak niet gebruikt voor officiële verplichtingen. Doorgaans rijden er familieleden in. Daarnaast worden auto’s van regeringsfunctionarissen geregeld ‘s avonds of in het weekend gezien bij uitgaansgelegenheden.

Tussen januari 2003 en september 2004 gaf de toen net aangetreden regering van president Mwai Kibaki 12 miljoen dollar uit aan dure auto’s. Van dat geld kunnen 25.000 kinderen acht jaar naar school. Zo’n 147.000 Kenianen zouden er een jaar lang een HIV/aids-behandeling van kunnen krijgen. Twee miljoen Kenianen zijn besmet met het HIV-virus. Van hen hebben 270.000 dringend medicatie nodig. Slechts 40.000 Kenianen krijgen aidsmedicatie.