Keuze van VS-gezant voor Midden-Oosten wijst niet op resolute aanpak (analyse)

Nieuws

Keuze van VS-gezant voor Midden-Oosten wijst niet op resolute aanpak (analyse)

Jerrold Kessel en Pierre Klochendler

26 januari 2009

Minder dan 48 uur nadat president Obama het roer in handen nam, kondigde hij al aan dat zijn regering “op een actieve en agressieve manier een blijvende vrede zal zoeken tussen Israël en de Palestijnen enerzijds en tussen Israël en zijn Arabische buren anderzijds.” Maar zijn keuze van George Mitchell als gezant voor het Midden-Oosten wijst niet meteen op een resolute aanpak, zeggen waarnemers.

‘De druk begint’, kopte Israëls grootste krant, Yediot Achronot, zondagmorgen. Ma’ariv, een andere grote krant, drukte zich gelijkaardig uit: ‘Mitchell komt om druk uit te oefenen’. Beide kranten verwezen naar president Obama’s aankondiging dat hij George Mitchell naar het Midden-Oosten zou sturen als gezant.
Mitchell, die in 2001 al een ‘fact-finding’ missie leidde tijdens de Palestijnse intifadah, komt woensdag aan in de regio. Op de agenda staan gesprekken met Israëlische politieke leiders, met de Palestijnse president Mahmoud Abbas en met andere leiders in de regio.

Onverantwoorde verstoring

Sommige rechtse politici noemen het bezoek een onverantwoorde verstoring van de verkiezingscampagne. Op 10 februari kiest Israël een nieuw parlement. Maar als het de bedoeling is van de VS-gezant om opnieuw ‘feiten’ vast te stellen en met name de posities van de belangrijkste kandidaten te peilen, zou hij wel eens bedrogen kunnen uitkomen.
Sinds het einde van het offensief in Gaza is de verkiezingskoorts sterk gestegen. Met nog iets meer dan twee weken te gaan spelen de voornaamste kandidaten het “Obama-effect” ten volle uit. Minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni, die het centrumrechtse Kadima aanvoert, zei dat een overwinning van de rechtse Benjamin Netanyahu tot een breuk met de VS zou leiden. Netanyahu’s Likoed-partij antwoordde dat Kadima “wanhopig” is en dat alleen hun eigen leider de druk van de VS aankan.

Even afwachten

Chemi Shalev, Israëls meest prominente politieke analist, nuanceert de druk uit Washington. “Wie een grote vredesoperatie van de VS vreest, zou niet mogen wakker liggen van Mitchells missie. De figuur van Mitchell is aanvaardbaar en geloofwaardig voor iedereen, maar had president Obama een signaal willen geven dat hij echt zijn tanden wilde zetten in dit conflict, dan had hij iemand met meer vastberadenheid gestuurd, iemand als Richard Holbrook. Nu lijkt het meer alsof men even afwacht.”
 
In 2001 concludeerde Mitchell dat de Palestijnse terreur pas zou stoppen na de bevriezing van de Israëlische nederzettingenbouw en de terugtrekking van het Israëlische leger uit de Westelijke Jordaanoever. Het rapport had geen onmiddellijk effect op de confrontatie tussen de Palestijnse Autoriteit met Yasser Arafat en de Israëlische regering van hardliner Ariel Sharon. Geen van beide kampen wilde als eerste een geste doen.
Er was wel een onrechtstreekse impact. Twee jaar later kondigde Sharon een eenzijdige terugtrekking uit Gaza aan. Maar tot een terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever kwam het niet: Sharon was ondertussen van het politieke toneel verdwenen en Israël viel Libanon binnen om Hezbollah aan te pakken.
De vorige Amerikaanse regering bracht beide kampen eind 2007 in Annapolis weer rond de tafel en stelde een tweestatenoplossing voor. Om het ‘wie eerst?’-obstakel te omzeilen, stelde George W. Bush parallelle gesprekken voor. Op die manier zouden tegelijk voorlopige (het stopzetten van het geweld, de bevriezing van de nederzettingenbouw) en definitieve thema’s (de toekomst van de nederzettingen, de grenzen, Jeruzalem, de vluchtelingen) besproken worden. Maar de tijd raakte op. De nederzettingen namen toe. Aan weerszijden geloofde de publieke opinie steeds minder in de tweestatenoplossing. De oorlog in Gaza heeft het wederzijdse wantrouwen tussen Palestijnen en Israëli’s nog versterkt.