Kirchner ontslaat federale politietop
Viviana Alonso
11 juni 2003
Met het ontslag van tien topambtenaren van de
federale politie heeft de nieuwverkozen Argentijnse president, Néstor
Kirchner, een eerste beleidsdaad gesteld inzake de bestrijding van de
criminaliteit, die mee de inzet was van de verkiezingen. Maar sociale
organisaties hopen dat Kirchner aan een grondiger schoonmaak begint van het
politiekorps en ook iets doet aan de totaalaanpak. Ze vragen meer preventie
en minder repressie. De figuur van de minister van Justitie, Gustavo Beliz,
ligt al zwaar onder vuur.
In vervanging van de ontslagen politietop, van wie alleen de directeur,
Roberto Giacomino, overblijft, richt president Kirchner een
“Veiligheidskabinet” op. Dat kabinet moet de nationale veiligheid garanderen
en de bestrijding van de criminaliteit in de provincie Buenos Aires
coördineren. In het commandocentrum werken toplui van de federale politie,
de provinciale politie, de prefectuur van de marine en de rijkswacht samen
met het Secretariaat voor de Staatsveiligheid. Het kabinet staat onder
toezicht van de nieuwe minister van Justitie, Veiligheid en Mensenrechten,
Gustavo Beliz, samen met de speciale minister van Veiligheid voor Buenos
Aires, Juan Pablo Cafiero.
De oprichting van het commandocentrum wekt argwaan bij verschillende sociale
organisaties en mensenrechtenverenigingen. “In Argentinië heeft de politie
niet alleen de gewoonte de criminaliteit in te dammen, maar ook sociale
protesten in de kiem te smoren”, zegt Atilio Borón, het hoofd van de
Latijns-Amerikaanse Raad van Sociale Wetenschappen. “We hebben de laatste 20
à 30 jaar wel meer zulke initiatieven gezien die later werden gebruikt voor
heel andere doeleinden.” Atilio Borón vraagt een institutioneel kader die
burgerlijke controle op de politiediensten mogelijk maakt.
President Kirchner heeft alvast gezegd dat hij niet langer politieacties
wil zien die het straatprotest van de burgers “criminaliseert”. 53
politieofficieren worden binnenkort geëvalueerd. Van het Veiligheidskabinet
verwacht Kirchner een “kordate aanpak”, maar ook “een grote inspanning rond
preventie”. De operaties van het Veiligheidskabinet beginnen deze maand met
gecoördineerde acties rond kidnapping, drugshandel en autodiefstallen.
De verwijdering van de top van de federale politie stemt de voorzitter van
de Vereniging Moeders van de Plaza de Mayo, Hebe de Bonafini, tevreden. Die
organisatie verenigt de moeders van kinderen die verdwenen tijdens de
militaire dictatuur in Argentinië (1976-1983). Maar de Bonafini waarschuwt
er wel voor dat de ontslagen politieofficieren een bedreiging kunnen vormen.
“Het is de gewoonte in Argentinië dat ontslagen politiemensen
privé-bewakingsfirma’s oprichten. Ze mogen hun wapens blijven gebruiken tegen
burgers, en doen dat ook.”
De Bonafini stelt zich ook vragen bij de persoon van Gustavo Beliz in de
regering van Kirchner. Die staat bekend om zijn aanpak van nultolerantie
en een ijzeren vuist. De Bonafini ontmoette Kirchner zelfs in het
presidentieel paleis met de vraag Beliz van zijn ministerpost te ontslaan.
Beliz was minister van Binnenlandse Zaken tijdens het presidentsschap van
Carlos Menem, tussen 1989-1999. De Bonafini, die vertrouwen heeft in de
goede bedoelingen van Kirchner, bestempelt Beliz als een “bijna-fascist, die
lid is van het Opus Dei en banden heeft met het grootkapitaal”. Hij hoort
volgens haar niet thuis in het ministerkabinet.
Ook María del Carmen Verdú, een advocaat van een vereniging die juridische
bijstand verleent aan slachtoffers van politierepressie, vindt Beliz niet
geschikt om het veiligheidsbeleid in goede banen te leiden. “Het gaat er om
hoe de regering haar veiligheidsbeleid definieert. De vervanging van de
politietop moet gepaard gaan met een diepgaande verandering in de gewoonten
van de politie. Beliz kan die niet garanderen.”
Gustavo Palmieri, van het Centrum voor Juridische en Sociale Studies, ziet
in het aanblijven van politiechef Giacomino een signaal dat niet volledig
wordt gebroken met het verleden. “De typische politiecultuur in Argentinië
beloont nog steeds het geweld in plaats van de wet en het respect voor de
mensenrechten”, zegt Palmieri.
De gestegen onveiligheid was samen met de economische crisis en toenemende
armoede een centraal thema tijdens de jongste verkiezingen in Argentinië.
Vooral in Buenos Aires nam de criminaliteit toe. In de eerste vier maanden
van dit jaar kwam in de hoofdstad gemiddeld om de 4,2 dagen een politieman
om het leven. In 1999 was dat nog “slechts” om de 9,9 dagen. Tussen januari
2002 en midden januari 2003 zijn 290 kidnappings geregistreerd waarbij
losgeld geëist werd. Dat wil zeggen gemiddeld één ontvoering elke 36 uur.