Koffiegrootmacht houdt grenzen dicht voor buitenlandse bonen
Mario Osava
12 november 2009
Het lijkt op water dragen naar de zee: Braziliaanse koffiebranders willen koffiebonen uit andere landen gaan invoeren. Brazilië is de grootste koffieteler ter wereld, maar de branders willen andere smaken kunnen aanbieden en ook goedkoper worden. De machtige koffietelers blijven zich echter verzetten.
Brazilië is al anderhalve eeuw lang de grootste producent en exporteur van groene koffiebonen. Maar op de markt van de gebrande koffie, waar meer geld te verdienen valt, breekt Brazilië niet echt door. Vorig jaar exporteerde Brazilië 26,1 miljoen zakken groene koffiebonen, en maar 132.070 zakken gebrande koffie.
Internationale melanges
De Braziliaanse koffiebranders denken meer kans te maken als ze koffiemelanges op de markt kunnen brengen met bonen uit andere landen. “De voorkeuren in de grote verbruikerslanden zijn de afgelopen tien jaren sterk veranderd”, zegt Nathan Herszkowicz, die aan het hoofd staat van de Braziliaanse Associatie van de Koffie-industrie (ABIC). “Ze willen nu melanges met koffie uit verschillende landen, zoals Ethiopië, Kenia of Centraal-Amerika”. Die koffiesoorten smaken anders, en koffie uit sommige landen geniet volgens Herszkowicz ook een hogere reputatie.
Volgens de koffiebranders kan Brazilië de komende twee jaar vijf keer meer verdienen met de export van gebrande koffie als het de marktvoorkeuren beter volgt door ook buitenlandse koffiesoorten te gebruiken. De opbrengst zou kunnen stijgen tot 120 miljoen dollar. Dat is wel nog altijd een peulenschil in vergelijking met de 2,7 miljard euro die het land vorig jaar verdiende met de uitvoer van groene koffiebonen.
Risico’s
Herszkowicz geeft toe dat er met de buitenlandse bonen ook nieuwe ziekten het land kunnen binnenkomen die de Braziliaanse plantages zouden bedreigen. Een risicoanalyse moet daarover uitsluitsel geven.
Maar de koffietelers hebben veel meer bezwaren. Brazilië heeft strengere milieu- en arbeidswetten, en die zouden onder druk komen te staan door de invoer van goedkopere koffie uit het buitenland, voert Carlos Melles aan, een volksvertegenwoordiger en ook leider van een coöperatie van koffietelers in de deelstaat Minas Gerais. Brazilië produceert “elk type koffie in de wereld”, zegt Melles; invoer is dus niet nodig.
Melles zegt dat hij wel mee naar oplossingen wil zoeken voor de andere problemen van de Braziliaanse koffiebranders. Multinationals verwerven een steeds groter aandeel in de koffieverwerkende nijverheid in Brazilië, en de overgewaardeerde real maakt Braziliaanse koffie onnodig duur in het buitenland.
Nog meer hinderpalen
Volgens José Luis Rufino, een expert van Embrapa, een toonaangevende overheidsinstelling voor landbouwkundig onderzoek, moeten de Braziliaanse koffiebranders ook dringend meer investeren in marketing. Door opvallende reclamecampagnes heeft koffie uit Colombia bijvoorbeeld een veel beter imago opgebouwd. De Braziliaanse branders hebben zich traditioneel vooral op de enorme binnenlandse markt gericht. Ongeveer 40 procent van de Braziliaanse koffie wordt in eigen land verbruikt.
Er zijn ook buitenlandse hinderpalen. Grote verbruikerslanden als de lidstaten van de Europese Unie ontmoedigen de import van gebrande koffie met hoge heffingen. Onverwerkte koffie kan wel goedkoop binnenkomen. Daardoor zijn Duitsland en Italië ironisch genoeg grotere producenten en exporteurs van gebrande koffie dan de landen die koffie telen.
Sommige Braziliaanse bedrijven zijn het wachten beu en openen vestigingen in het buitenland. Eén brander heeft nu een fabriek in de VS waar Braziliaanse koffie gemengd wordt met soorten uit andere landen.