Projecten moeten milieu-impact helpen inschatten
België en Nederland gaan drijvende zonnepanelen op zee onderzoeken
IPS
11 juli 2023
Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en Jan De Nul Group onderzoeken de milieu-impact van drijvende zonnepanelen op zee. Ook Nederland gaat 2,8 miljoen euro investeren in onderzoek naar het potentieel van drijvende zonnepanelen.
Drijvende zonne-installaties geven bestaande windmolenparken de kans extra energie te producen, maar de technologie staat nog in haar kinderschoenen.
© Dennis Schroeder / NREL / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)
Er is een steeds grotere nood aan hernieuwbare energie, maar ook een steeds groter tekort aan land voor zonnepanelen en windmolens. Daarom wordt gelonkt naar de zee, tot nog toe vooral voor windmolenparken, maar ook zonnepanelen kunnen veelbelovend zijn.
‘Met dit project worden belangrijke stappen gezet om ook de milieu-impact van drijvende zonnepanelen correct te kunnen inschatten.’
Vooral de integratie van drijvende zonne-installaties in windmolenparken is veelbelovend, omdat het bestaande windmolenparken de kans geeft om extra energie te produceren, die vaak ook complementair is. De technologie staat echter nog in haar kinderschoenen en er moet nog veel onderzoek gebeuren naar de eventuele milieueffecten.
Daarom heeft het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) drie experimentele installaties geplaatst aan de rand van het Mermaid windpark in de Noordzee. De modules zijn ontworpen en ontwikkeld door Jan De Nul Group in samenwerking met KBIN, en met ondersteuning van het European Marine Biological Resource Centre.
Nederland
Ook de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kondigt een investering aan van ruim 2,8 miljoen euro in het onderzoek naar een ‘duurzame toekomst’ voor drijvende zonnepanelen en de technologische, ecologische en maatschappelijke voorwaarden die daarvoor nodig zijn.
‘De transitie van fossiele naar groene energie is hoognodig om de klimaatverandering tegen te gaan en voor het behoud van biodiversiteit wereldwijd, maar ook voor het veiligstellen van lokale energieproductie voor Nederland’, zegt projectleider Sven Teurlincx. ‘Dat vergt een forse opschaling van zonnepanelen.’
Kolonisatie
De Belgische onderzoekers gaan onder meer onderzoeken welke effecten de panelen hebben op het ‘onderwaterlichtveld’, op de golfslag en de koolstofcyclus. De wetenschappers willen ook nagaan of er positieve effecten zijn voor koloniserende fauna en vissen. Ze zullen zo’n anderhalf jaar in het water blijven en regelmatig worden gecontroleerd om het kolonisatieproces op te volgen.
De gekozen locatie lijkt zo veel mogelijk op de Prinses Elisabethzone (PEZ), die is aangewezen als nieuwe zone voor offshore hernieuwbare energieproductie. De focus ligt nog voornamelijk op offshore windenergie, maar de combinatie met drijvende zonnepanelen is er veelbelovend.
‘Met dit project worden belangrijke stappen gezet om ook de milieu-impact van drijvende zonnepanelen correct te kunnen inschatten’, zegt Vincent Van Quickenborne, minister van Noordzee.
‘Dat is belangrijk. Het potentieel van drijvende zonnepanelen wordt hoog ingeschat. Willen we ze later ook op commerciële schaal gaan gebruiken, dan is het noodzakelijk om ook rekening te houden met de effecten ervan op het mariene milieu om deze zoveel mogelijk te vermijden of te mitigeren. België toont hiermee opnieuw dat economie en ecologie hand in hand gaan.’