Kritiek op groeidenken in Verklaring van Tilburg
Frank Mulder
21 april 2008
Vandaag is in Nederland de Verklaring van Tilburg naar buiten gebracht. Hierin pleiten Vlaamse en Nederlandse vertegenwoordigers uit de hele samenleving voor ingrijpende stappen naar een solidaire en duurzame economie, en een einde aan de beperkte fixatie op het bruto binnenlands product (bbp) als indicator van economische groei.
Dit kan niet alleen door de politiek worden afgedwongen en daarom pleiten de schrijvers voor een brede alliantie van maatschappelijke actoren, zoals politieke partijen, vakbonden, het bedrijfsleven, de wetenschap en maatschappelijke organisaties.
Twee aardbollen
Volgens de opstellers moet er in de economieën van het zuiden onmiskenbaar groei van de welvaart plaatsvinden teneinde miljarden armen bestaanszekerheid te kunnen garanderen. “Maar daarvoor moeten we in het noorden krimpen in ons gebruik van ruimte, materialen en fossiele brandstoffen”, zegt Lou Keune, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg. “Onze voetafdruk moet met tweederde worden teruggebracht, omdat we anders twee aardbollen nodig hebben.”
De verklaring is intussen ondertekend door ruim 300 mensen, waaronder in Nederland Jan Pronk (voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking en milieu) en Herman Wijffels (de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank), en in Vlaanderen Hendrik Opdebeeck (professor wijsbegeerte en economie aan de Universiteit van Antwerpen) en Dirk Barrez (VRT-journalist en auteur).
De strekking van de verklaring is op 18 maart in de Nederlandse Tweede Kamer als motie ingediend en aangenomen door een ruime meerderheid van linkse en christelijke partijen in de Tweede Kamer. De motie riep op om de Lissabonstrategie binnen de EU te wijzigen zodat die zich “meer kan richten op duurzame groei, solidariteit en kwaliteit van leven binnen en buiten de EU”. De motie is overgenomen door de Nederlandse staatssecretaris Frans Timmermans van Europese Zaken.
Europese conferentie
“We vragen Timmermans nu in een aanvullende notitie om op Europees niveau een stevige conferentie te organiseren”, zegt Keune. “Daar moet animo voor zijn want in november erkende Commissievoorzitter Barroso al, op de conferentie ‘Beyond GDP’ (het bbp voorbij) dat het tijd is om verder te gaan dan meetmethoden die zijn opgesteld in de jaren dertig.”
“We willen geen conferentie met alleen topambtenaren. Voor zo’n drastische omslag in de economie hebben we juist vertegenwoordigers uit de hele samenleving nodig. Dat kan. Ook vakbondsvoorzitter Agnes Jongerius heeft erkend dat het inkomen desnoods moet dalen. We geloven dat dat niet ten koste hoeft te gaan van ons welzijn. Het is voor de kwaliteit van leven juist goed als we materieel een stapje terug zouden doen.”
“Bbp is het beste dat we hebben”
Bart van Ark, hoogleraar Economische Groei in Groningen, wordt wel eens moe van dergelijke argumenten. “Noem me één land waar de economie niet groeide, maar waar de mensen wel gelukkiger werden. Dat bestaat niet. Natuurlijk, het bbp is niet perfect. Maar het is het beste dat we hebben. Hoe meer we binnen de economische sfeer halen door er een prijs op te zetten, des te efficiënter wordt de allocatie. Daardoor is ons welzijn zo gegroeid in de afgelopen eeuw.”
Op een conferentie in januari ter voorbereiding op de Verklaring van Tilburg uitte de bekende Nederlandse professor Arnold Heertje stevige kritiek op deze visie. “Sinds twintig jaar zijn economen vergeten dat welvaart meer is dan wat je kunt berekenen. Natuurlijk gaat economie alleen over formele welvaart, en niet over geluk, maar zaken als natuur en cultuur vallen daar ook onder, en die kun je niet vangen in een cijfer bbp.”
“We zitten in de cockpit en letten alleen op de snelheidsmeter, maar weten niet of we kunnen crashen omdat er geen hoogtemeters zijn”, zei Bob Goudzwaard, ook emeritus hoogleraar, op die conferentie. “We hebben aanvullende indicatoren nodig.”
Hier is Joseph Stiglitz, Nobelprijswinnaar en oud-Wereldbankeconoom, het mee eens. “De welvaart in een land kan achteruit gaan, terwijl het bbp stijgt. Inkomensstijging leidt in veel landen tot ernstige milieuvervuiling. Bovendien komt veel rijkdom van ontwikkelingslanden in handen van buitenlandse firma’s. Dat is goed voor het bbp, maar als je in balanstotalen zou rekenen, is zo’n land vaak slechter af.”
Alternatieve indicator
Een van de nieuwe indicatoren zou volgens de Verklaring van Tilburg de Index for Sustainable Economic Welfare kunnen zijn, ontwikkeld door de Canadese Wereldbankeconoom Herman Daly. Hij bracht informele economische activiteiten in rekening en nam zaken zoals milieuvervuiling en de ongelijke inkomensverdeling mee bij het bepalen van economische welvaart. Volgens hem is de welvaart in de wereld vanaf de jaren tachtig achteruit gegaan.
Keune: “We zijn voor groei, maar dat is precies het probleem: op dit moment gaat onze welvaart steeds verder achteruit.”
In Vlaanderen gaat het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO) verder met de Verklaring van Tilburg. Ook in de rest van Europa is het debat flink op gang, getuige de conferentie over “De-growth” in Parijs, afgelopen weekend, over duurzaamheid en economische groei.