99 procent van alle bedrijven in de EU ontsnappen aan de zorgplicht
Langverwachte EU-richtlijn om misstanden in toeleveringsketens van bedrijven te voorkomen overtuigt niet
IPS
24 februari 2022
Europees Commissaris voor Justitie Didier Reynders heeft een langverwacht voorstel uit de doeken gedaan dat bedrijven moet verplichten om misstanden in hun toeleveringsketens te voorkomen. De reacties zijn gemengd, nu blijkt dat de regels maar op minder dan 1 procent van de Europese bedrijven van toepassing zal zijn.
Leveranciers bij een pallet goederen. Het voorstel van de EU voor de zogenaamde zorgplichtwetgeving bevat volgens waarnemers nog te veel achterpoortjes, die ertoe kunnen leiden dat bedrijven uiteindelijk niet aansprakelijk gehouden worden voor wantoestanden.
Garry Knight / Flickr (CC BY 2.0)
Bedrijven en middenveldorganisaties keken reikhalzend uit naar het voorstel voor een Europese richtlijn, waarop de lidstaten dan hun eigen wetgeving moeten baseren. Het gaat over de zogenaamde zorgplichtwetgeving: regels die bedrijven dwingen om mensen- en arbeidsrechten en milieunormen doorheen hun hele toeleveringsketen te respecteren.
Ondernemingen moeten mogelijke schendingen in hun productieketen dus onderzoeken en verhelpen. Ze zijn in principe ook aansprakelijk, slachtoffers van bedrijfsactiviteiten moeten het bedrijf in kwestie dus ook kunnen aanklagen.
Het huidige voorstel bevat volgens waarnemers nog te veel achterpoortjes.
Het moet voorkomen dat onze kleren gemaakt worden door kindarbeiders in slechte omstandigheden in Bangladesh, of dat ons rundvlees bijdraagt aan de ontbossing van het Amazonewoud.
Nu zijn het Europees Parlement en de lidstaten aan zet om te debatteren over het voorstel van de Commissie. Hoewel onderbelicht, is het voor het bedrijfsleven én voor mensenrechten- en milieuorganisaties een van de belangrijkste zaken die momenteel op de agenda staan in Brussel. Het werd bijna drie jaar lang geplaagd door uitstel en administratieve hinderpalen.
Het huidige voorstel bevat volgens waarnemers echter nog te veel achterpoortjes, die ertoe kunnen leiden dat bedrijven uiteindelijk niet aansprakelijk gehouden worden voor wantoestanden.
Hoge drempel
Zo richt het voorstel zich enkel op bedrijven met meer dan 500 werknemers en een omzet van 150 miljoen euro. In beruchte risicosectoren, zoals de landbouw en de mode, zouden alleen bedrijven met meer dan 250 werknemers en een omzet van 40 miljoen euro zich aan de regels moeten houden. De regels slaan dus enkel op de allergrootste spelers, volgens berekeningen van de Europese Commissie zelf blijven daardoor 99 procent van alle bedrijven in de Unie uitgesloten van de zorgplicht.
Na bijna drie jaar stevig lobbywerk zijn nog meer scherpe kantjes afgevijld.
Door zulke hoge drempels op te werpen om te moeten voldoen aan de zorgplicht, legt de Commissie internationale normen van de VN en de OESO naast zich neer, evenals de aanbevelingen van het Europees Parlement, zegt ngo-koepel 11.11.11.
‘In haar voorstel zet de Europese Commissie oogkleppen op ten aanzien van talloze schadelijke bedrijfsactiviteiten’, zegt 11.11.11-directeur Els Hertogen. ‘De omvang van het personeelsbestand en de jaaromzet zijn geen betrouwbare indicatoren om de impact van een bedrijf op het leven van werknemers en gemeenschappen wereldwijd te vatten.’
Scherpe kantjes
Na bijna drie jaar stevig lobbywerk zijn nog meer scherpe kantjes afgevijld. Zo zijn bestuurders niet langer persoonlijk aansprakelijk en ook een verbod op goederen die met dwangarbeid zijn gemaakt, heeft het voorstel niet gehaald. Dat was nochtans een belangrijke eis van het Europees Parlement, maar zou nu geregeld worden met een ander mechanisme.
Bedrijven kunnen bepaalde clausules opnemen in hun contracten en vervolgens de verantwoordelijkheid voor het monitoren op wantoestanden op derden afschuiven.
De richtlijn omvat boetes en de mogelijkheid om bedrijven aan te klagen als ze hun zorgplicht ontlopen. Maar EU-lidstaten kunnen zelf beslissen wat ‘afschrikkende, evenredige en doeltreffende sancties’ zijn.
Verder lijkt de zorgplicht onder het huidig voorstel ook af te nemen naarmate men verder afdaalt in de toeleveringsketen. Bedrijven kunnen bepaalde clausules opnemen in hun contracten met leveranciers, waarop ze de verantwoordelijkheid voor het monitoren op wantoestanden op derden afschuiven. Hierdoor zouden slachtoffers moeilijk verhaal kunnen halen bij het bedrijf in kwestie.
Dat is wat er vandaag ook in de praktijk gebeurt, wanneer bedrijven hun sociale verantwoordelijkheid ontlopen door te wijzen naar hun complexe productieketen.
‘Ambitie verhogen’
Volgens de European Coalition for Corporate Justice, die maatschappelijk verantwoord ondernemen monitort in de EU, doet het huidige voorstel ook niets om ernstige juridische hindernissen uit de weg te ruimen voor wie een transnationale zaken tegen bedrijven wil aanspannen – waaronder hoge kosten, korte deadlines en een beperkte toegang tot bewijs.
‘Indien slechts een fractie van de Europese bedrijven moet voldoen aan de zorgplicht, schiet de richtlijn haar doel voorbij.’
‘Ondernemingen mogen hun verantwoordelijkheden niet afschuiven op hun leveranciers of met schade wegkomen door zich achter hun sector te verschuilen’, klinkt het bij Laura Eliaerts van vakbond ACV-CSC. ‘Bovendien blijven uitgebuite en getroffen werknemers en gemeenschappen geconfronteerd worden met enorme juridische hindernissen. De richtlijn moet maximaal vanuit de ondersteuning van slachtoffers vertrekken.’
Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt (Vooruit) is blij dat er eindelijk een voorstel op tafel ligt waarover onderhandeld kan worden. ‘Het belangrijkste is dat het parlement nu aan de slag kan om het ambitieniveau voor de Europese zorgplicht te verhogen’, zegt ze. ‘In het verleden is voldoende aangetoond welke nefaste impact de activiteiten van Europese bedrijven of hun onderaannemers kunnen hebben op de leefomgeving, het klimaat en de mensenrechten in derde landen.’
Indien slechts een fractie van de Europese bedrijven moet voldoen aan de zorgplicht, schiet de richtlijn haar doel voorbij, vreest de Belgische politica. ‘In het parlement zullen we er naar streven om deze drempels omlaag te halen, zodat niet enkel de grootste bedrijven aan de verplichtingen moeten voldoen. Ook een expliciete ban op producten uit dwangarbeid blijft voor ons een prioriteit.’