Latijns-Amerikaanse economie kan tegen een stootje

Nieuws

Latijns-Amerikaanse economie kan tegen een stootje

Daniela Estrada

27 juli 2006

Latijns-Amerika is nu veel beter bestand tegen een eventuele internationale economische crisis dan in de jaren 90. Dat zegt de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Cariben (Cepal) in een nieuw rapport. De Cepal verwacht dat de economie van de regio dit jaar met 5 procent zal groeien.

Latijns-Amerika en de Cariben zijn aan hun vierde opeenvolgende jaar van economische groei bezig. De meeste landen boeken ook overwegend positieve resultaten op hun handelsbalans, en krijgen steeds meer investeringen binnen. Anders dan tijdens de vorige groeifases hebben de meeste regeringen in Latijns-Amerika zich niet laten verleiden tot buitensporige uitgaven. Ze hebben eerder werk gemaakt van het afbouwen van hun zware buitenlandse schuldenlast, schrijven de auteurs van het Cepal-rapport.

Veel Latijns-Amerikaanse landen zijn door hun goede prestaties ook in staat veel meer te lenen bij multilaterale financiële instellingen - belangrijk in moeilijke tijden. Uitzonderingen vormen landen als Uruguay, Bolivia, Paraguay en Nicaragua, die nog altijd hoge schulden hebben uitstaan en extreem kwetsbaar zijn voor veranderingen in de wisselkoers van de dollar.

De Cepal ziet de wereldeconomie niet onmiddellijk een duik nemen, maar vindt dat de situatie wel onzeker is. De constante stijging van de olieprijzen “begint de inflatie aan te wakkeren”, en dat scenario kan nog verergeren als het Midden-Oosten weer in een geweldspiraal terecht komt. Het is ook nog niet duidelijk he sterk de rente zal stijgen en “in hoeverre de groeivertraging in de VS gecompenseerd zal worden door sterkere groei in de Europese Unie, Japan en de rest van Azië.

De meeste landen in Latijns-Amerika en de Cariben zullen dit jaar volgens de Cepal met 3,5 tot 6,5 procent groeien. Uitschieters zijn er voor Venezuela, de Dominicaanse Republiek en Argentinië, die rond de 8 procent zouden doen optekenen. Haïti, het armste land in de regio, dreigt hekkensluiter te worden met 2,5 procent.

Latijns-Amerika groeit in zijn geheel trager dan Afrika en Azië, maar dat is vooral te wijten aan de matige groei in Mexico en Brazilië, de grootste twee economieën van het continent. Azië wordt juist voortgestuwd door de sterke groei in India en China.

Volgens de Cepal heeft Latijns-Amerika de kans om nog sneller te gaan groeien, maar mag het niet vergeten dat het “alleen met de export van grondstoffen moeilijk is tot duurzame groei te komen en voor meer gelijkheid te zorgen.” De Cepal breekt een lans voor initiatieven om de grote winst die mijnbouwbedrijven en grote boeren boeken, voor een deel af te romen en dat geld te investeren in innovatie en een sterkere verwerkende nijverheid.

De Chileense econoom Jacobo Chatán van het onderzoekscentrum Cenda vindt dat inkomensherverdeling meer aandacht moet krijgen in Latijns-Amerika. “De landen groeien, maar dat wordt niet weerspiegeld in het gezinsinkomen.” Een groot probleem blijft de werkloosheid. De groei van het voorbije jaar deed het Latijns-Amerikaanse werkloosheidscijfer met een half procentpunt afnemen tot 9,6 procent, maar dat betekent dat toch nog altijd 18 miljoen mensen zonder werk zitten.

De onmiddellijke vooruitzichten voor de regio zijn niet slecht. De Cepal denkt dat Latijns-Amerika en de Cariben in 2007 een economische groei van ongeveer 4,5 procent zullen kennen. Dat zou het werkloosheidspercentage verder doen dalen tot 8,8 procent. (PD)