Leger gaat opnieuw vrijuit in moordzaak
Néfer Muñoz
09 mei 2003
Het Guatemalteekse gerecht weigert de
verantwoordelijkheid voor de moord op antropologe Myrna Mack in 1990 aan te
wijzen. Eergisteren (woensdag) kregen drie gewezen officieren van het
Guatemalteekse leger de vrijspraak, hoewel minstens één van hen
medeopdrachtgever was. De vrijspraak voor de drie baart opzien bij de
VN-Commissie voor Guatemala (MINUGUA) en de Guatemalteekse
mensenrechtenorganisaties.
Antropologe Myrna Mack werd in 1990, in volle burgeroorlog, omgebracht door
het leger. Daar was eergisteren ook het Hof van beroep het over eens. Maar
volgens het Hof dragen kolonel Juan Valencia, generaal Edgar Godoy en
kolonel Juan Oliva ter zake geen verantwoordelijkheid. Het Hof acht het
weliswaar bewezen dat kolonel Valencia het bevel gaf voor de moord op Myrna
Mack, maar tezelfdertijd oordeelt het Hof dat de kolonel op zijn beurt
bevelen van hogerhand opvolgde. Valancia had geen persoonlijk motief voor de
moord en draagt dus geen schuld, aldus het Hof.
Door de jongste uitspraak van het Hof werd Valencia eergisteren uit de
gevangenis ontslagen. De twee andere beklaagden zagen hun eerder bekomen
vrijspraak herbevestigd. In oktober vorig jaar had alleen Valencia in eerste
aanleg dertig jaar cel gekregen - Godoy en Oliva werden toen al vrijgelaten
wegens gebrek aan bewijzen.
Helen Mack, de zus van Myrna, vindt dat de geloofwaardigheid van het
rechtssysteem van Guatemala een uppercut heeft gekregen. Dit is een hevige
slag, niet alleen voor mijn familie, maar voor alle Guatemalteken. De
Grondwet liegt. Niet alle Guatemalteken zijn gelijk, het leger staat boven
de wet. Helen Mack is er bovendien van overtuigd dat geld en corruptie
een rol hebben gespeeld in de uitspraak.
Zo vindt Helen het vreemd dat op het laatste proces geen rekening is
gehouden met belastende getuigenissen. Ze wijst op de getuigenis van de
moordenaar van Mack, majoor Noel de Jesús Beteta, die 25 jaar cel uitzit
voor de moord. Beteta blijft beweren dat hij zijn orders rechtstreeks kreeg
van kolonel Valencia, die toen lid was van de Estado Mayor Presidencial
(EMP), de presidentiële elitegarde. Ook de betrokkenheid van de twee andere
beklaagden was volgens Helen genoegzaam bewezen.
De EMP bestaat tot van vandaag. Volgens mensenrechtenorganisaties vervult de
organisatie - van wie de identiteit van de leden en het budget staatsgeheim
zijn - nog steeds dezelfde rol als tijdens de burgeroorlogen, toen de EMP
als doodseskader fungeerde.
Na de uitspraak van het Hof verklaarde de VN-Commssie voor Guatemala
(MINUGUA) in een communiqué dat elke dag dat deze zaak onopgelost blijft,
een bevestiging is van de aanwijzing dat gerechtigheid in Guatemala
onmogelijk is en dat er delen van het land boven de wet staan. Ook de
Amerikaanse ambassadeur in Guatemala, John Hamilton, vindt dat er geen
gerechtigheid is in Guatemala en dat de uitspraak het
democratiseringsproces bemoeilijkt.
Myrna Mack is één van de 200.000 slachtoffers van de 36 jaar aanslepende
burgeroorlog, waarin gemilitariseerde regeringen linkse guerrillagroepen
probeerden uit te roken. Het gros van de slachtoffers waren burgers. Vooral
inheemse gemeenschappen hadden het hard te verduren in de campagnes van de
regeringslegers tegen de rebellen. Mack verrichte onderzoek naar de
desastreuze gevolgen van de oorlog voor de Maya’s in Guatemala.
Ondanks de 27 messteken die Mack waren toegediend, meldde de politie
aanvankelijk dat ze was omgekomen in een auto-ongeluk. Een daaropvolgende
onafhankelijk onderzoek dat het over politieke motieven sprak, verdween
spoorloos.
De verwanten van Myrna Mack hebben twee weken om een laatste keer in
Guatemala in beroep te gaan. De zaak is daarnaast ook aanhangig gemaakt bij
het Inter-Amerikaanse Hof voor Justitie in Costa Rica, waar misdaden worden
vervolgd die werden gepleegd tijdens de Latijns-Amerikaanse burgeroorlogen