Onderzoekers kritisch over kobaltontginning
Levensduur van uw batterij stijgt, die van Congolees kind daalt
Terwijl de wereldwijde vraag naar kobalt pijlsnel stijgt, gaat de gezondheid van de Congolese kinderen op en rond de artisanale mijnen achteruit. Een onderzoek van de KU Leuven en de universiteit van Lubumbashi brengt verontrustende cijfers over de gezondheidsimpact van de artisanale ontginning op een erg kwetsbare bevolkingsgroep.
DNA kinderen van kobaltmijnen toont afwijkingen
Fairphone (CC BY-NC-SA)
Wereldwijd neemt de vraag naar kobalt razendsnel toe. Maar de gezondheid van de Congolese kinderen op en rond de artisanale kobaltmijnen lijdt onder die populariteit. Een onderzoek van de KU Leuven en de universiteit van Lubumbashi brengt harde cijfers over de gezondheidsimpact van de artisanale ontginning op een erg kwetsbare bevolkingsgroep.
Het blauwe goud is een vast bestanddeel van de batterij van erg populaire producten zoals smartphones, laptops en tablets
De eervolle titel van ‘meest gegeerde grondstof van 2017’ viel vorig jaar kobalt te beurt. Terwijl vorig jaar de waarde van ruwe grondstoffen gemiddeld met vier procent daalde, steeg die van kobalt met maar liefst 120 procent.
Het blauwe goud is een vast bestanddeel van de batterij van erg populaire producten zoals smartphones, laptops en tablets. Ook eigenaars van een elektrische wagen of fiets verplaatsen zich mede dankzij de wonderlijke eigenschappen van kobalt.
Voor hoofdleverancier Congo is kobalt big business. Zestig procent van wat wereldwijd ontgonnen wordt komt uit Congolese bodem. Mensenrechtenorganisaties stelden al vaker de omstandigheden waarin de ontginning plaatsvindt aan de kaak. De industrie zou volgens hen niet vrij zijn van misbruik, uitbuiting en kinderarbeid. Ook de gezondheidsrisico’s baren hen zorgen. Maar dit laatste bleek moeilijk hard te maken.
Onderzoekers van de KU Leuven en de universiteit van Lubumbashi bevestigen in een nieuw onderzoek de vermoedens. In het hart van de Congolese mijnstreek, veranderde Kasulo, één van de dichtbevolkte woonwijken van de stad Kolwezi, op korte tijd in een lappendeken van kleine artisanale mijnen.
Nadat één van de bewoners bij het graven van een latrine op een laag stootte waarin hij het in Katanga welbekende en gegeerde heterogeniet, een kobaltmineraal, herkende, streken honderden ambachtelijke delvers neer in de wijk. In en rond de huizen werden schachten van wel twintig tot dertig meter diep gedolven. Ondertussen bleven de oorspronkelijke bewoners gewoon in de wijk wonen.
In de wijk Kasulo begon men in en rond de huizen te delven
KU Leuven — UNILU Lubumbashi
‘Kinderen uit de mijnwijk bleken tien keer meer kobalt in hun urine te hebben dan de andere kinderen’
De onderzoekers analyseerden de urine- en bloedstalen van de bewoners. De aanwezigheid van kobalt en andere metalen in hun lichaam werd in kaart gebracht.
Volgens arts-toxicoloog professor Benoit Nemery zijn de resultaten opvallend: ‘Kinderen die in de wijk van de mijnontginning wonen, bleken tien keer zoveel kobalt in hun urine te hebben als kinderen die elders wonen. En zelfs die kinderen van de controlegroep verderop hebben al sterk verhoogde waarden.’
Zowel volwassenen als kinderen uit de buurt hebben een veel te hoge hoeveelheid kobalt in hun bloed en urine. Kobalt zelf zou minder giftig zijn dan grondstoffen als uranium en mangaan. Maar ook die laatste twee grondstoffen werden in verontrustende hoeveelheden aangetroffen in de stalen.
‘DNA van de kinderen is ook meer beschadigd’
‘We stelden bovendien vast dat het DNA van de blootgestelde kinderen meer beschadigd is dan die van de controlegroep.’ Deze DNA-schade wijst volgens Nemery op een verhoogde kans op kanker, en helaas zijn ook andere aandoeningen te vrezen.
Zowel artisanale als industriële ontginning vervuilend
Hetzelfde team onderzoekers kon in 2009 al aantonen dat ook mensen die in Katanga in de buurt van de industriële mijnen en metaalverwerkende fabrieken wonen aan gevaarlijke metalen worden blootgesteld. Omdat de DNA-schade toen nog niet kon worden gemeten, bleef het gissen naar de effectieve gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden.
De vaststelling van de DNA-schade bij de kinderen in en rond de artisanale mijnen laat nu minder ruimte voor twijfel. In een andere studie, die nog niet volledig is afgerond, zijn er aanwijzingen dat bij kinderen van mijnwerkers een groter risico bestaat op aangeboren misvormingen.
Professor Nemery geeft toe dat ze voor dit onderzoek het slechts mogelijke scenario onder de loep hielden. ’Sommige putten werden zelfs in de woning zelf gegraven. Mensen woonden dus dag en nacht in het mijnstof.’ De wijk werd ondertussen ontruimd en de grond werd in concessie gegeven aan een Chinees mijnbouwbedrijf.
‘Toch zou ik niet durven zeggen dat deze industriële ontginning per definitie minder schadelijk is’, nuanceert Nemery, ‘Het zijn vaak dezelfde mensen die nu op de industriële werf werken en ook daar delft men nog vaak in gevaarlijke en ongezonde omstandigheden. Ook voor de omgeving zijn zowel de artisanale als industriële ontginning schadelijk. Mijnstof stuift op en dwarrelt neer in de omgeving. De waterlopen zijn vervuild en de vissen en gewassen in de buurt van mijnen zijn gecontamineerd. Zo maken toxische metalen deel uit van het dagelijks dieet van de bewoners.’
‘Voor onze kinderen is het verdwijnen van de dieselwagen goed. Maar wat met de Congolese?’
Zowel de industriële als de artisanale kobaltontginning gebeurt vandaag nog niet op een duurzame manier. Nemery, die in België ook onderzoek doet naar de gevolgen van fijn stof, is enerzijds blij dat de elektrische wagen terrein wint op de vervuilende dieselwagen, maar worstelt met de keerzijde van de medaille: ‘Voor onze kinderen is het verdwijnen van de dieselwagen een goeie zaak. Maar wat met de gezondheid van de Congolese kinderen?’
Ongezond is goedkoper
Voor kobalt in oplaadbare batterijen is er vandaag nog geen alternatief op de markt, al is een doorbraak waarschijnlijk niet veraf. Bovendien gaat het ontginnen van eender welk metaal meestal gepaard met risico’s voor de gezondheid.
‘In de jaren zeventig zorgde de verwerking van ertsen in Hoboken voor ernstige loodvergiftigingen bij kinderen uit de buurt van het bedrijf Metallurgie’, bevestigt Nemery, ‘De vervuiling in de kobaltindustrie van Congo is dus zeker geen uniek verhaal. Maar de omstandigheden waarin momenteel ontgonnen wordt verhogen wel de kans op ernstige gezondheidsproblemen.’
Hoewel de Congolese overheid op papier richtlijnen heeft om de vervuiling te beperken, worden die in de praktijk weinig toegepast. De corruptie en stateloosheid maken de toepassing en handhaving van milieuwetten quasi onbestaande. ‘Indien men bijvoorbeeld bij het ontginnen en verwerken van ertsen al water zou sproeien, zou minder stof in de longen, huizen en op de gewassen van de bewoners terecht komen. Ook het afdekken van de ertsen tijdens transport zou standaard moeten zijn, maar gebeurt te weinig.’
‘Preventieve maatregelen zijn mogelijk, maar kosten geld’
Volgens Nemery is de enige wetmatigheid op terrein die van goedkope ontginning en grote winstmarges: ‘Preventieve maatregelen zijn mogelijk, maar kosten geld. Van de gezondheid van de bewoners en delvers liggen de mijnbouwbedrijven en producenten meestal niet wakker. Hetzelfde geldt vermoedelijk voor de gezondheid van Chinese arbeiders die de batterijen moeten samenstellen.’
Hoewel de prijs van kobalt op de wereldmarkt snel stijgt, merkt de Congolese delver hier weinig van. Zoals zo vaak in de grondstoffenindustrie leveren de winsten de man of vrouw die helemaal aan het begin van de keten staat weinig op.