Libische stad Misrata krabbelt moeizaam overeind
Rebecca Murray
28 februari 2012
De Libische kuststad Misrata is nog niet bekomen van de zware belegering door de soldaten van Khadaffi vorig jaar. De inwoners wachten op geld voor de heropbouw. Ook de milities staan een terugkeer naar het gewone leven in de weg.
Net als andere Libische steden moet Misrata nog geld krijgen van de overgangsregering. De huizen en winkels in deze stad van 300.000 inwoners liggen er beschadigd en rustig bij. Er is weinig activiteit.
Mohammed Abdullah Ashab investeerde meer dan 15.000 euro in het opknappen van zijn chique boekenwinkel en boetiek met blinkende trouwjurken. De winkels staan in fel contrast met de puinhopen eromheen. “De Nationale Overgangsraad kwam de schade bekijken”, vertelt hij. “Maar we zullen pas gecompenseerd worden als er nieuwe regering is. Dus betaal ik het herstel uit eigen zak.”
Atiya Al-Dreini, een van de winnaars bij de recente lokale verkiezingen in Misrata, toont trots het gerenoveerde gebouw waar het stadsbestuur kantoor houdt. Een verwoeste vleugel is afgeschermd. In het midden van de straat voor het gebouw staan een splinternieuwe politieauto en twee pas ingelijfde verkeersagenten.
“Een nationaal budget voor de heropbouw is er nog niet”, zegt Dreini. “Dit vergt tijd. We hebben 42 jaar van corruptie gehad en moeten volledig breken met het verleden. Daarom zijn we het hele systeem van het land aan het veranderen, en daar is veel geld voor nodig.”
Stabiliteit
Eerder deze maand waarschuwde Amnesty International voor een grote bedreiging voor Libië, ook in Misrata. “Honderden gewapende milities zijn als helden in Libië onthaald voor hun rol bij het omverwerpen van het vorige regime. Vandaag vallen ze nog moeilijk te controleren. Hun acties en het feit dat ze weigeren te ontwapenen en zich in te lijven in het leger, ondermijnen de stabiliteit in Libië”, schreef de organisatie in een rapport.
“De meeste leden willen naar hun beroep terugkeren”, verklaart Dreini. “Misrata is een commerciële regio, ook onder Khadaffi weigerden de meeste mensen om zich aan te sluiten bij leger of politie. Die mentaliteit is er nog steeds. Maar als ze horen over schermutselingen zoals in Bani Walid, zijn ze bereid om opnieuw de wapens op te nemen.”
Na de verkiezingen
De 31-jarige Hasan Al-Homa zit met enkele gewapende mannen in legeruniform buiten aan een grote sporthal. Hun militie valt onder het gezag van de militaire raad van Misrata. Hij heeft zijn baan in een fabriek opgegeven om zich tijdens de oorlog vorig jaar aan te sluiten.
Homa werd geraakt door een sluipschutter bij een hevig gevecht in de Tripolistraat in Misrata, maar herstelde op tijd om deel te nemen aan het beleg van Sirte, de geboortestad van Khadaffi. Hij wil terugkeren naar zijn oude baan “zodra de nationale verkiezingen achter de rug zijn”. Maar ook erna, “als er een grote militaire operatie is, zullen we die samen uitvoeren”.
“We hebben ongeveer tweehonderd brigades”, verklaart Ramadan Ali Zarmouh, hoofd van de militaire raad in Misrata die rechtstreeks verslag uitbrengt bij het ministerie van Defensie in Tripoli. “Sommige rebellen hebben de draad van hun gewone leven opnieuw opgepakt, maar de brigades zelf blijven bestaan. Toch weet iedereen weet dat ze tijdelijk zijn en op een zeker punt opgeheven zullen worden. De leden moeten dan terugkeren naar de politie, het leger of naar hun burgerlijk bestaan.”
Leren leven met milities
Bill Lawrence, onderzoeker bij International Crisis Group, betwijfelt dat er capaciteit is om opnieuw een nationaal leger samen te stellen. “In het bijzondere geval van Libië zijn er geen buitenlandse troepen of blauwhelmen. Ze gaan dus mensen van buitenaf moeten aantrekken als trainers.”
“Hoe vaak de milities ook zeggen dat ze zichzelf zullen ontbinden, het zal niet gebeuren. De regering heeft geen sterke instellingen en zal moeten leven met deze milities. Het is geen ideologische beweging, ze verdedigen gewoon hun buurt en de lokale kwesties bij het militaire en civiele bestuur”, besluit Lawrence.