Mahonie en zeepaardjes voortaan beter beschermd
Gustavo González
15 november 2002
Twee bedreigde organismen kunnen vandaag, als
de Conventie voor de Internationale Handel voor Bedreigde Dier- en
Plantensoorten (CITES) in de Chileense hoofdstad haar eerder deze week
genomen beslissingen bekrachtigt, weer iets geruster zijn. Na 300 jaar van
gestage decimering van de mahoniebestanden roept een resolutie de wildkap
eindelijk een halt toe. Ook de handel in zeepaardjes wordt aan banden gelegd.
De mahonie-resolutie was het werk van Nicaragua en Guatemala en werd in
Santiago met een nipte tweederde meerderheid goedgekeurd. Onder de
tegenstemmers bevonden zich Brazilië, Bolivia en Peru, grote uitvoerders
van mahonie, een populaire grondstof voor siermeubels die de tegenstemmers
graag en veel uit het Amazonewoud betrekken. Door het inschrijven van de
mahonieboom op de appendix 2 van de CITES-lijst, worden zij echter
verplicht de mahoniekap door te lichten en te beperken, zodat zijn
voortbestaan is verzekerd.
Greenpeace heeft tien jaar campagne gevoerd voor de mahonie en is trots op
het resultaat, lacht Paulo Adario, een Greenpeace-activist die zich
bezighoudt met de Amazoneregio. Adario noemt de resolutie niet alleen een
opsteker voor het milieu, maar ook voor de bewoners van de
Latijns-Amerikaanse bossen die voor hun overleven afhangen van de
rijkdommen van het bos. Het mahoniehout haalt in het Westen hoge prijzen,
maar de inwoners van de kapsites vangen maar een paar euro per kubieke
meter hout. Hun bossen worden bedreigd door de illegale, ongecontroleerde
en onhoudbare mahoniekap en deze resolutie kan ook daar wat aan veranderen,
luidt het.
Ook Hernán Verscheure, coördinator voor bosprogramma’s van een Chileense
milieugroep, vindt de beslissing uitstekend nieuws. Alleen jammer dat er
tien jaren zijn verloren gegaan, vindt Verscheure, die erop wijst dat op
50 jaar de mahoniebestanden voor 70 procent zijn weggesmolten. De uitvoer
naar Europa begon weliswaar al in de 18e eeuw, maar vooral de laatste tien
jaar werd er flink gekapt.
Milieuactivisten hopen dat vandaag ook de reuzenhaai, ‘s werelds tweede
grootste vissensoort, alsnog in de gratie van de 160 CITES-leden valt.
Eergisteren kwam de haai nog twee stemmen te kort om ook op appendix 2 te
belanden, de regeling voor soorten die nog niet acuut met uitsterven
bedreigd zijn, maar dat in de nabije toekomst kunnen worden als er niet
wordt ingegrepen. Ook de walvishaai vangt voorlopig nog bot. Nicola
Beynon, een activist van Species Survival Network, een koepel van 65
milieuorganisaties, betreurt dat de CITES de walvishaai ten prooi laat aan
nog drie jaar onverantwoorde handel tot hij weer kans maakt op de volgende
bijeenkomst in 2005 in Parijs. Het dier, dat wordt gevangen voor de uiterst
lucratieve handel in zijn vinnen, krijgt volgens Beynon niet de kans zich
snel genoeg voort te planten. Milieuactivisten vrezen dat bij een volgende
conferentie de haai meteen naar appendix 1 zal moeten, de lijst met de
onmiddellijk met uitsterven bedreigde soorten.
Het uitbreiden van appendix 2 met 26 soorten zeepaardjes wordt door
milieuactivisten dan wel weer op vreugde onthaald. De mythische diertjes
worden in sommige culturen hoge medicinale kwaliteiten toegeschreven. Ze
zijn ook een dermate populair reissouvenir dat in enkele regio’s hun
bestand is afgenomen tot 5 procent van de oorspronkelijke populatie.
Brazilië, Mexico, de Filippijnen en Thailand meldden reeds dergelijke
decimering. Het voorstel van de VS om het zeepaardje internationaal te
beschermen, haalde het met 75 stemmen tegen 24, ruimschoots meer dan de
vereiste tweederde meerderheid.