Gezondheidseffecten van de klimaatcrisis treffen vooral vrouwen en meisjes
Mannen domineren het klimaatbeleid, vrouwen voelen de gevolgen
In de internationale klimaatgesprekken voeren mannen meestal het hoge woord, terwijl de gezondheidseffecten van de klimaatcrisis vooral vrouwen en meisjes treffen. Dat stellen onderzoekers bij aanvang van de VN-klimaattop (COP29) in Azerbeidzjan.
Het onderzoeksteam doorploegde besluiten en initiatieven binnen de VN-klimaatonderhandelingen en analyseerde ook de genderverdeling bij delegaties op de internationale klimaattoppen (COP’s) tussen 1995 en 2023. De focus van het onderzoek, dat maandag is verschenen in Lancet Planetary Health, ligt op het snijpunt tussen klimaat, gender en gezondheid.
Hoewel de situatie langzaam verbetert, was vorig jaar op COP28 bijna driekwart van de delegaties nog steeds in meerderheid man. In slechts 16% was sprake van gendergelijkheid, dat wil zeggen 45 tot 55% vrouwen. Die gendergelijkheid was er overigens alleen in de VN-groep 'West-Europa en andere landen’ - die ook Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland omvat.
Gendergeweld
De effecten van klimaatverandering verergeren systemische ongelijkheden en treffen gemarginaliseerde bevolkingsgroepen harder, vooral die in arme landen. Door de band genomen lopen vrouwen, meisjes en genderminderheden een groter risico en zijn ze kwetsbaarder voor de gevolgen van klimaatrampen. Vanwege hun sociale status en de gevolgen voor hun gezondheid, maar ook omdat bijvoorbeeld hittestress de kans op gendergeweld doet toenemen.
‘Gezien de onevenredig grote invloed die de klimaatverandering heeft op vrouwen, meisjes en genderminderheden - een situatie die waarschijnlijk nog zal verergeren - moeten we ervoor zorgen dat hun stemmen worden gehoord en meegenomen in discussies over de klimaatcrisis’, zegt Kim van Daalen, van de Universiteit van Cambridge. ‘Dat gebeurt momenteel lang niet op een niveau dat nodig is.’
Positieve invloed
Volgens haar collega Ramit Debnath baren de urgentie van klimaatmaatregelen en het trage inzicht in de verbanden tussen klimaat, gender en gezondheid zorgen. ‘Instellingen zoals het UNFCCC moeten die verschillen erkennen, methoden ontwikkelen om gendergelijkheid in het klimaatbeleid te verbeteren en voorkomen dat de verschillen in vertegenwoordiging uitgroeien tot maatschappelijke onrechtvaardigheid en gezondheidsongelijkheid.’
Daar is onder meer een grotere politieke vertegenwoordiging van vrouwen voor nodig, blijkt uit een recente analyse in Europese landen.
Ook al leidt dat vaker tot meer gelijkheid op vlak van gezondheid, minder kindersterfte en minder verloren gezonde levensjaren voor mannen én vrouwen, toch suggereren onderzoeken dat de betrokkenheid van vrouwen bij klimaatbeleid niet per sé leidt tot zinvolle beleidsveranderingen.
Zelfs als ze formeel zijn opgenomen, wordt de actieve deelname van vrouwen in door mannen gedomineerde instellingen vaak beperkt door bestaande sociale en culturele normen, impliciete vooroordelen en structurele barrières.
Geen homogene groep
‘Als we gender op een zinvolle manier willen integreren in klimaatbeleid moeten we de risico's en kwetsbaarheden begrijpen die genderspecifiek zijn’, zegt Van Daalen.
‘Maar we mogen vrouwen zeker niet tot één homogene groep reduceren, omdat dit de bestaande ongelijkheden dreigt te vergroten. Het is cruciaal om de diversiteit van vrouwen te erkennen, evenals hun meervoudige, elkaar kruisende identiteiten die hun klimaatervaringen en hun behoeften op klimaatvlak vormgeven.’
Het team benadrukt tot slot dat ook mensen met genderdiversiteit te maken hebben met unieke gezondheids- en klimaatgerelateerde risico's vanwege hun verhoogde kwetsbaarheid, stigmatisering en discriminatie. Transgenders in de VS meldden bijvoorbeeld dat ze tijdens en na extreme gebeurtenissen worden bedreigd of geen toegang krijgen tot schuilplaatsen.
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.