‘Ik snakte naar begrip en empathie’
Medewerkster opvangcentrum ontslagen wegens column MO*: ‘Nooit verwacht’
Maarten Luyten
26 oktober 2023
Enkele weken geleden publiceerde MO* een column van Tine Galicia over haar werk in een opvangcentrum voor asielzoekers. Die column kostte haar haar baan: enkele dagen later werd ze ontslagen door Rode Kruis Vlaanderen, de uitbater van het opvangcentrum.
Dominik Gubi (CC BY-NC-ND 2.0 DEED)
Enkele weken geleden publiceerde MO* een column van Tine Galicia over haar werk in een opvangcentrum voor asielzoekers. ‘Er zijn zoveel dingen die veel beter moeten en een menselijker opvangbeleid is daar één van’, schreef ze. Die woorden kostten haar haar baan: enkele dagen na de publicatie werd ze bij het opvangcentrum ontslagen.
Tine Galicia werkte ongeveer een jaar voor het opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming in Berlaar. Dat centrum wordt in opdracht van Fedasil, het Belgisch agentschap voor de opvang van asielzoekers, uitgebaat door Rode Kruis Vlaanderen. Met haar column won Galicia de schrijfwedstrijd EyesWriteOpen die MO* organiseerde. De hoofdprijs was een reischeque ter waarde van 750 euro.
Op dinsdag 10 oktober, kort na de publicatie van de tekst, liet Rode Kruis Vlaanderen haar weten dat de organisatie haar contract van onbepaalde duur onmiddellijk beëindigde.
‘Het kwam als een donderslag bij heldere hemel’, zegt Galicia. ‘Ik had dit nooit verwacht. Ik heb veel positieve reacties gekregen op de column, zowel van mijn collega’s als van medewerkers uit andere opvangcentra.’
Bewustzijn creëren
Het management van Rode Kruis Vlaanderen leek minder tevreden met de column. ‘Ze zeiden dat ik mijn positie als hulpverlener heb gebruikt om aan activisme te doen en dat ik niet meer neutraal was’, zegt Galicia.
‘Het klonk alsof ik doelbewust schade wilde berokkenen aan de organisatie. Dat was nooit mijn bedoeling. Ik wilde net een groter maatschappelijk probleem aankaarten en mensen bewust maken van het feit dat het niet gemakkelijk leven en werken is in opvangcentra.’ Galicia beschouwt haar brief niet als een aanklacht, maar als een positieve oproep om dingen te veranderen.
‘Ondanks de moeilijke omstandigheden werkte ik er met hart en ziel.’
Omdat ze een algemeen beeld wilde schetsen, verwees Galicia bewust niet naar het opvangcentrum in Berlaar. Ze schreef: ‘Een noodopvangcentrum op een militair domein, inclusief prikkeldraad, met ongeveer 720 bewoners. Een chaotisch dorp verspreid over 4 loodsen waar de ratten feest vieren.’ Geen fraai beeld, maar daaruit valt niet af te leiden dat Galicia voor Rode Kruis Vlaanderen werkte. Ze spreekt ook niet in naam van haar werkgever.
Rode Kruis Vlaanderen beheert 21 opvangcentra. De organisatie doet dat op vraag van de Belgische overheid, die ook alle kosten draagt. Jaarlijks biedt Rode Kruis Vlaanderen ongeveer 5500 asielzoekers een onderkomen.
‘Ondanks de moeilijke omstandigheden, ook voor Rode Kruis Vlaanderen, werkte ik er met hart en ziel om het samen met mijn collega’s voor de bewoners zo doenbaar mogelijk te maken’, zegt Galicia. ‘Met alle liefde voor hen.’
Ook haar collega’s waren geschrokken en sommigen wilden protesteren tegen het ontslag. ‘Helaas was de ontslagbrief al onderweg. De beslissing was al genomen.’ Galicia moest meteen vertrekken en mocht geen afscheid nemen van de bewoners die zij individueel begeleidde.
Niet enkel collega’s zijn ontevreden, ook onder vrijwilligers in het centrum leeft er ongenoegen over het ontslag. Koert Penne is een van de vrijwilligers in het noodopvangcentrum in Berlaar. Hij coördineerde een collectieve reactie nadat de vrijwilligers via e-mail geïnformeerd werden over het ontslag van Galicia. Dat gebeurde zonder enige toelichting.
Samen met 22 andere vrijwilligers richtte Penne zich met een schrijven tot Els Claes, Manager Opvang Asielzoekers bij Rode Kruis Vlaanderen. In die e-mail omschrijven de vrijwilligers hoe Tine Galicia voor heel wat bewoners ‘echt een steunpilaar’ was. ‘Ook voor ons als vrijwilliger is zij degene die ons opnieuw en opnieuw oplaadt en erdoorheen sleept als het even wat moeilijker gaat.’ De vrijwilligers maakten duidelijk dat ze het stopzetten van de arbeidsovereenkomst buitenproportioneel vinden.
Onzichtbaar
Joachim Deman, woordvoerder van Rode Kruis Vlaanderen, reageert: ‘We zijn ons ervan bewust dat dit geen slecht bedoelde — laat staan doelbewuste — actie was van mevrouw Galicia. Dus we begrijpen haar frustratie ook volkomen.’
‘Het concept van neutraliteit wordt hier te breed ingevuld om de realiteit in opvangcentra onzichtbaar te houden voor de buitenwereld.’
‘Maar dat neemt niet weg dat wij onze fundamentele beginselen moeten bewaken’, zegt Deman. ‘Het Rode Kruis moet te allen tijde neutraal blijven op alle mogelijke vlakken. Wij zijn er om mensen in nood te helpen — overal ter wereld — en we doen dat zonder een publiek oordeel te vellen over hun situatie of over het beleid dat tot die situatie leidt.‘
MO* staat voor honderd procent achter Galicia. ‘De reactie van Rode Kruis Vlaanderen, een organisatie die beweert op te komen “voor kwetsbare mensen in binnen- en buitenland”, is schokkend’, zegt hoofdredacteur Jago Kosolosky. ‘Het concept van neutraliteit wordt hier te breed ingevuld om de realiteit in opvangcentra onzichtbaar te houden voor de buitenwereld.’
‘We mogen ook niet vergeten dat het centrum op de oude legersite in Berlaar al van bij de opstart controversieel was’, gaat Kosolosky verder. ‘Het was mevrouw Claes die toen, in de zomer van 2022, in De Standaard stelde dat de site niet meer dan een noodoplossing was. Ze liet ook optekenen dat de toenmalige leefomstandigheden “ver onder de normen” lagen die Rode Kruis Vlaanderen normaal hanteert.’
Wat Kosolosky betreft, won Galicia terecht de schrijfwedstrijd, die als opdracht had verhalen te brengen die verteld moéten worden. ‘Ik zie en ik voel in elke vezel van mijn lijf dat we elke dag falen’, schreef Galicia in haar column. ‘Wij als medewerkers, beleidsmakers maar vooral als medemens.’ De reactie van Rode Kruis Vlaanderen toont volgens Kosolosky hoe belangrijk haar woorden zijn.
Tine Galicia schreef na haar ontslag een tweede brief, dit keer gericht aan haar ex-werkgever. Die brief leest u hieronder.
***
Lieve ex-werkgever,
Graag schrijf ik een brief aan jou, lieve ex-werkgever. ‘Lieve’, want de dagen dat ik bij je in dienst was heb ik zo graag voor je gewerkt. Omdat het afscheid zo plots en onverwacht kwam, schrijf ik deze woorden voor mezelf. Als afscheid. Ik wil mezelf de woorden gunnen waarvoor ik van jullie geen ruimte kreeg.
Enkele dagen na de publicatie van mijn brief op de website van MO* en exact één dag voordat ik een jaar in het centrum zou werken, werd ik bij jullie geroepen. Jullie vroegen me of ik wist ‘wat voor impact mijn artikel’ heeft gehad. Mijn ontslag volgde. Ik moest mijn spullen pakken en meteen het centrum verlaten, mocht geen afscheid nemen van de bewoners en mag nooit nog voor jullie werken. Ik vroeg om een weerwoord, een dialoog, ik vroeg om te luisteren naar mijn intenties. Maar de beslissing was genomen. Ik kon niets meer doen.
Mijn werk in het centrum was altijd zoveel meer dan een job voor mij.
Volgens jullie maakte ik met mijn brief een ‘politiek statement’. Mijn vraag naar betere levensomstandigheden van bewoners, het respecteren van hun basisbehoeften en het bieden van meer ondersteuning heb ik nooit als iets politieks gezien. Ik zag dit als iets menselijks, iets waar “de politiek” niet veel mee te maken heeft. Dacht ik.
Ik botste als medewerkster tegen de grenzen van een (naar mijn mening) falend systeem en sprak me hierover uit. Het was een roep om begrip, een schreeuw om hulp, een kreet voor bewustwording. De brief was allesbehalve een aanklacht, zo heb ik het helemaal niet bedoeld. Het was een vraag naar de broodnodige ondersteuning die ieder van ons verlangt.
Als hulpverlener word ik verwacht om neutraal te zijn. Nooit heb ik geweten wat dit exact betekent, behalve dan dat je iedereen gelijk moet behandelen. Dat was toch mijn invulling van het erg ruime begrip. Maar ik wist niet dat dit betekende dat ik mezelf en mijn emoties niet mocht uiten. Dat ik niet mocht aankaarten wat ik ervaarde als problematisch, dingen waar ik ’s nachts mijn slaap voor liet omdat ik zo intens aan onze bewoners dacht.
Jullie vonden mijn woorden ‘hard en negatief’. Tijdens het jaar dat ik er werkte hoorde ik buiten de muren van het centrum veel vooroordelen over onze bewoners. Ik wilde buitenstaanders tonen dat ze geen hotel aangeboden krijgen, dat bewoners geen maandloon krijgen en de hele dag met de beentjes achterover kunnen genieten ‘van ons belastinggeld’.
Ik wilde al deze insinuaties ontkrachten en tonen dat het leven in een centrum allesbehalve ideaal is. Dat we veel (veer)kracht vragen van onze bewoners, net als van de vrijwilligers en het personeel. Ik snakte naar begrip en empathie. Ik wou een groter bewustzijn creëren. Helaas kan je dit soms alleen doen door de harde waarheid te vertellen.
Uit liefde voor mijn job en uit liefde voor de bewoners schreef ik de brief en nam ik deel aan de schrijfwedstrijd. Het was nooit mijn bedoeling om kritiek te uiten of een aanval in te zetten. Ik schreef deze brief vanuit mijn hart, vanuit een enorme toewijding, een rechtvaardigheidsgevoel en een idealisme.
Mijn werk in het centrum was altijd zoveel meer dan een job voor mij. Ik deed het met alles wat ik in me had, met hart en ziel, zo fel dat mijn hart even vaak bloedde als dat het overstroomde van liefde. Ik wilde het alleen maar beter doen. Ik zat op mijn plaats. Het voelde juist. Dit afscheid voelt verkeerd.
‘Laat dit een levensles zijn’, zeiden jullie. Wel, ondanks deze harde en in mijn ogen oneerlijke levensles, blijf ik mijn idealisme en toewijding verder met me meedragen. Voor een betere wereld maar vooral voor iedere bewoner. Uit liefde voor hen.
Warme groeten van jullie ex-werknemer,
Tine Galicia
***