Menselijke tol militaire coup Myanmar wordt zwaar onderschat, zegt nieuw rapport

Nieuws

‘Burgers zetten zich schrap voor een sterke escalatie van het geweld’

Menselijke tol militaire coup Myanmar wordt zwaar onderschat, zegt nieuw rapport

Menselijke tol militaire coup Myanmar wordt zwaar onderschat, zegt nieuw rapport
Menselijke tol militaire coup Myanmar wordt zwaar onderschat, zegt nieuw rapport

IPS

16 juni 2023

Volgens het Noorse onderzoeksinstituut Prio zijn er in Myanmar minstens 6000 burgers door geweld omgekomen in de 20 maanden na de staatsgreep door de militaire junta in 2021. Dat is heel wat meer dan eerdere schattingen, onder meer door de Verenigde Naties.

Maung Sun / Wikimedia (CC BY-SA 4.0)

Affiche tegen de junta, aangeplakt ten tijde van de protesten tegen de militaire coup 2021. In de 20 maanden na de coup kwamen volgens het Noorse onderzoeksinstituut Prio minstens 6000 mensen om het leven.

Maung Sun / Wikimedia (CC BY-SA 4.0)

Volgens het Noorse onderzoeksinstituut Prio zijn er in Myanmar minstens 6000 burgers door geweld omgekomen in de 20 maanden na de staatsgreep door de militaire junta in 2021. Dat is een pak meer dan eerdere schattingen, onder meer door de Verenigde Naties.

‘Onze gegevens laten zien dat de menselijke tol van het conflict hoger is dan eerder werd gerapporteerd, en hoewel de junta duidelijk de belangrijkste moordenaar is, hebben ook de anti-junta strijdkrachten veel bloed aan hun handen’, zegt Stein Tønnesson, onderzoeker aan het Peace Research Institute Oslo (Prio).

Verschillende partijen

Het instituut gebruikt nieuwe methoden om het aantal burgerdoden te proberen documenteren. Zo toetsten ze berichten vanop sociale en lokale media aan betrouwbare datasets en namen ze doden door oppositiegroepen mee in de analyse. Eerdere rapporten focusten voornamelijk op burgerslachtoffers van het regime.

Volgens die berekeningen zijn het Myanmarese leger, politie, en verwante milities zo verantwoordelijk voor minstens 3003 bevestigde burgerdoden tussen 1 februari 2021 en 30 september 2022.

Minstens 67 % van de bevestigde overlijdens vielen niet tijdens gevechten tussen het leger en verzetsgroepen, maar waren politieke gemotiveerde moorden.

Verzetsgroepen hebben in dezelfde periode ten minste 2152 burgers gedood, en nog eens minstens 1170 mensen werden tijdens die periode van instabiliteit vermoord door daders die niet meteen te linken zijn aan een van beide partijen. Het rapport merkt op dat de werkelijke aantallen ongetwijfeld hoger liggen, omdat veel moorden waarschijnlijk niet zijn gerapporteerd.

Dat is een hogere menselijke tol dan de schattingen van de Verenigde Naties. Speciaal Rapporteur voor Myanmar Tom Andrews had het afgelopen maart in zijn rapport nog over 3000 burgerdoden in de afgelopen twee jaar. De Prio-studie beveelt aan dat de VN hun systeem voor het documenteren van burgerdoden in Myanmar verbeteren.

Politieke moorden versus collateral damage

Een andere belangrijke vaststelling van het Noorse onderzoeksbureau is dat de meeste burgerdoden niet vielen tijdens gevechten tussen het leger en verzetsgroepen, maar dat het ging om politieke moorden. In het rapport staat te lezen dat minstens 67 % van de bevestigde overlijdens politieke gemotiveerde moorden waren, waarbij het leger vermoedelijke verzetsleden of sympathisanten opspoorde, en het verzet vermoedelijke informanten en collaborateurs viseerde. De militaire machthebbers namen echter ook politieke leiders en journalisten in het vizier die zich uitspraken tegen hun bewind.

De junta is van plan om in het najaar verkiezingen te houden, maar de belangrijkste oppositiepartijen zijn uitgesloten van deelname. Het risico op een verdere escalatie van geweld is dan ook groot, volgens Prio. Er zijn al meldingen van incidenten en bedreigingen tegen ambtenaren die de stembusgang organiseren.

‘Burgers in Myanmar zetten zich schrap voor een sterke escalatie van het geweld. Er is een enorm potentieel voor politicide en vergeldingsmoorden op grote schaal als de burgeroorlog escaleert naar een volgend niveau’, zegt Min Zaw Oo, hoofdauteur van het rapport.