Monniken opnieuw op straat
Bart Vanacker
31 oktober 2007
In het noorden van Myanmar zijn vanochtend zo'n tweehonderd boeddhistische monniken op straat gekomen, de eerste protestmars sinds de militaire junta de pro-democratische betogingen eind september de kop indrukte.
De monniken zeggen aan nieuwssite ‘Democratic Voice of Burma’ dat hun mars een verderzetting is van de massale protesten in september. ‘We vragen lagere prijzen, nationale verzoening en de onmiddellijke vrijlating van Daw Aung San Suu Kyi en alle andere politieke gevangenen’, zegt een monnik aan de site.
De betogende monniken zeggen niet bang te zijn voor het antwoord van de autoriteiten. Ze kwamen de straat op na een pro-regeringsmars. De monniken waarschuwden de autoriteiten vooraf dat, indien er een pro-regeringsmars plaatsvindt, zij ook de straat zouden opkomen.
Kindsoldaten
Mensenrechtenorganisatie Human Right Watch onthult vandaag nog dat de militaire junta in Myanmar kindsoldaten ronselt omdat er te veel militairen weglopen. De junta pikken de kinderen op op straat, op markten en op het openbaar vervoer.
Protesten
In september kwamen duizenden boeddhistische monniken de straat op om te protesteren tegen het militaire schrikbewind. Betogingen zijn een zeldzaamheid zijn in wat vroeger Birma was, het heersende militaire regime staat bekend om zijn erg repressieve aanpak van al wie het niet gunstig gezind is.
Dat was eind september niet anders: veiligheidstroepen vielen verschillende kloosters binnen en arresteerden honderden boeddhistische monniken. Het regime maakte ook jacht op de burgerjournalisten die het nieuws over de massale betogingen het land uitsmokkelden.