Mubarak wint dankzij fraude

Nieuws

Mubarak wint dankzij fraude

Adam Morrow en Khaled Moussa al-Omrani

08 juli 2007

De Nationale Democratische Partij (NDP) van de Egyptische president Hosni Mubarak heeft de tussentijdse verkiezingen voor de Shura (de parlementaire Raad) met een overweldigende meerderheid gewonnen dankzij "een goeie electorale planning". "Fraude", zeggen de oppositie en mensenrechtenbewegingen.

Na de twee verkiezingsronden, op 11 en 18 juni, rijfde de partij van Mubarak 84 van de 88 zetels binnen. Van de vier resterende zetels gingen er drie naar onafhankelijke leden, eentje was er nog vrij voor de linkse oppositiepartij Tegemmua.
“Er werd schaamteloos fraude gepleegd op een ongekende schaal”, zegt Saad al-Husseini, de secretaris-generaal van de oppositiebeweging Islamitische broederschap. De grootste oppositiebeweging van het land slaagde er niet in een zetel te winnen in de raad.
Een woordvoerder van de Islamitische broederschap beweert dat veiligheidstroepen stemmers verhinderd hebben om naar kieskantoren te gaan waar leden van de partij op de lijst stonden. Een rapport van drie lokale mensenrechtenorganisaties bevestigt dat.

Arrestaties

Bovendien hebben de autoriteiten een grote campagne gevoerd tegen de partij. Honderden leden van de Islamitische broederschap werden sinds begin dit jaar opgepakt door de politie. Kort voor de eerste ronde van de verkiezingen arresteerde de politie nog eens 700 leden van de partij.
“In kiesdistricten waar de Islamitische Broederschap niet opkwam haalden de kandidaten van de NDP gemiddeld 40.000 stemmen. In districten waar de partij wel opkwam, wonnen de NDP-kandidaten 150.000 stemmen. Dat is niet normaal”, zegt al-Husseini.
De Islamatische Broederschap is verboden door de overheid, maar haar leden staan als onafhankelijke kandidaten op de lijsten. Ze palmen sinds de verkiezingen van eind 2005 een vijfde van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in.

Eerlijk en transparant

De secretaris-generaal van de NDP, Safwat Sherif, zegt dat de verkiezingen “eerlijk en transparant” verlopen zijn. “Mijn partij heeft de grondwet nageleefd en heeft geen geweld gedoogd”. Woordvoerders van de overheid wijzen ook naar de hoge opkomst om de legitimiteit van de verkiezingen te onderstrepen: tijdens de eerste en tweede ronde daagden respectievelijk 31 en 19 procent van de geregistreerde kiezers op.
Zelfs medewerkers van de overheid zetten vraagtekens bij die cijfers. “De officiële cijfers over de opkomst zijn helemaal niet correct”, zegt Diaa Rashwan, een analist van het al-Ahramcentrum voor Politieke en Strategische Studies, dat gerund wordt door de overheid. “Hoewel ze zeggen dat er 31% van de mensen gingen stemmen waren er haast geen tekens op straat te zien die erop wezen dat er verkiezingen aan de gang waren”, zegt Rashwan.

Amendement

Critici wijzen nog op de gebrekkige juridische regelingen. Een controversieel grondwettelijk amendement, dat in maart groen licht kreeg, geeft de president de autoriteit om een kiesraad samen te stellen die de kieswetten kan opstellen en de kiesbureaus coördineert.
“Het hoofddoel van dit amendement was het verwijderen van elke juridische controle op het verkiezingsproces zodat de regerende partijen de verkiezingen kunnen controleren”, zegt al-Husseini. “Alle verkiezingsfraude vloeide daaruit voort.”