Nepalese ex-slavinnen wachten al vijf jaar op hulp
Naresh Newar
22 april 2012
Vijf jaar geleden schafte Nepal kamalari af, een systeem dat slavernij van meisjes toestond. Duizenden jonge vrouwen wachten echter nog op de beloofde rehabilitatie en steun van de overheid.
Zo’n 11.000 “bevrijde” meisjes, onder wie veel uit het zuidwestelijke district, hebben nog niets ontvangen sinds de Hoge Raad in 2006 opdracht gaf tot het opzetten van een fonds voor de vrouwen. Alleen al in 2011 beloofde de regering 1,9 miljoen euro voor studiebeurzen, beroepsopleidingen en hulp bij het vinden van een goed onderkomen.
Van dat bedrag is nog geen 53.000 euro uitgegeven aan hulp aan voormalige slavinnen, volgens Mukta Kamalari Bikash Manch, een netwerk dat de vrouwen hebben opgezet. “We weten dat er veel geld voor ons gereserveerd is, maar kennelijk wordt dat niet gebruikt om ons te helpen”, zegt de twintigjarige Urmila Chaudhary, een voormalige slavin die na tien jaar slavenarbeid in een rijk huishouden in Kathmandu vrijkwam.
Urmila vertelt dat ze op zesjarige leeftijd door haar ouders werd verkocht. In 2008 werd ze gered door de gezamenlijke inspanningen van Friends of Nepal (FNC) en Nepal Youth Opportunity Foundation (NYOF), twee niet-gouvernementele organisaties die 11.000 meisjes vrij wisten te krijgen. Sindsdien leidt Urmila een leven als activiste.
Landheren
Het kamalari-systeem werd in de jaren vijftig geïntroduceerd, voornamelijk in de districten Dang, Banke, Bardiya, Kailali en Kanchanpur in het zuiden van Nepal. Meedoen aan het systeem was de enige manier voor de etnische Tharu om schulden aan landheren terug te betalen.
Ouders en jongens werden gedwongen tot slavenarbeid via een systeem dat ‘kamaiya’ werd genoemd, terwijl de meisjes werden verkocht. Jonge Tharu-meisjes kwamen via tussenpersonen vaak terecht in de hoofdstad en andere grote steden. Met de ouders werd mondeling afgesproken dat ze 38 tot 53 euro per jaar zouden ontvangen.
“Dat we de kinderen hebben kunnen redden, wat een grote doorbraak”, zegt Som Paneru, directeur van NYOF. “Maar helaas hebben de meisjes nooit veel steun van de overheid gekregen.” Bhagiram Chaudhary, directeur van Society Welfare Action Nepal (SWAN), zegt van plan te zijn een nationale protestbeweging op te zetten.
Millenniumdoelen
De situatie van de kamalari-vrouwen is een smet op de vooruitgang die Nepal boekt als het gaat om de Millenniumdoelen op het gebied van armoede en onderwijs. Hoewel het land met trots cijfers daarover naar buiten brengt, zijn de verschillen groot tussen verschillende etnische groepen, en de plattelands- en stadsbevolking.
De Millenniumdoelen zijn acht ontwikkelingsdoelen die lidstaten van de Verenigde Naties voor 2015 bereikt moeten hebben. De eerste drie gaan over het bestrijden van extreme armoede en honger, basisonderwijs voor iedereen en gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
De kalamari-slachtoffers kunnen, vanwege de armoede in de gezinnen waar ze uit komen niet naar school en meestal lijden ze honger, zeggen activisten. Hoewel momenteel 93,7 procent van de kinderen in Nepal basisonderwijs volgt, gaan 200.000 kinderen uit de meest gemarginaliseerde gezinnen niet naar school, staat in het rapport MDG Progress 2010.
Lange strijd
“De kamalari-meisjes hebben nu hun vrijheid, maar ze lijden vaak honger”, zegt Urmila. Activisten zijn bang dat de jonge vrouwen gedwongen worden opnieuw hun toevlucht te zoeken tot slavenarbeid, omdat hun familie te arm is hen te ondersteunen.
“We proberen de meisjes te helpen”, zegt Chaudhury van SWAN, “maar de ngo’s hebben ook maar een beperkt budget.” Chaudhury schat dat het ongeveer 11 euro per maand kost om een meisje op school te houden.
“De overheid moet hier verantwoordelijkheid voor nemen. Er is geld, maar we krijgen het niet”, zegt Urmila. “Ouders zijn vaak boos op de meisjes, omdat ze terugkomen naar huis in plaats van te werken om hun familie te helpen. De prijs van de vrijheid is hoog voor ons. We zijn blij dat we vrij zijn, maar we moeten nog een lange strijd voeren voor een nieuw leven.”