‘Niet houtskool maar olie is de grootste bedreiging voor de Congolese bossen’

Nieuws

Nieuw VN-rapport stelt dat impact houtskoolproductie beperkt is

‘Niet houtskool maar olie is de grootste bedreiging voor de Congolese bossen’

‘Niet houtskool maar olie is de grootste bedreiging voor de Congolese bossen’
‘Niet houtskool maar olie is de grootste bedreiging voor de Congolese bossen’

IPS / Climate Home News / Chloé Farand

01 september 2022

Een nakend VN-rapport stelt dat lokale productie van houtskool een veel kleinere impact op de ontbossing in het Congobekken heeft dan tot nog toe gedacht. Olieprojecten zijn een veel grotere bedreiging, zegt auteur Aurelie Shapiro. Ze spreekt van een ‘gigantische koolstofbom’.

Axel Fassio/CIFOR / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)

Informele houtskoolproductie in Yangambi, Democratische Republiek Congo

Axel Fassio/CIFOR / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)

Vooral kleine boeren en producenten van houtskool worden in verantwoordelijk gehouden voor de aanhoudende ontbossing in het Congobekken. Maar plannen om er naar olie en gas te boren zijn een veel grotere bedreiging voor het klimaat, zegt Aurelie Shapiro, hoofdauteur van een rapport door de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), dat eind dit jaar moet uitkomen.

Vorige maand is de Democratische Republiek Congo een veiling gestart voor 27 olieconcessies en 3 gasconcessies. Verschillende van die concessies overlappen met tropisch veencomplex, een van ‘s werelds grootste opslagvaten voor CO2. Shapiro spreekt van ‘een gigantische koolstofbom’.

Oliemaatschappijen zoals Total, Eni, Exxon Mobil, BP, Equinor en Shell hebben al formeel uitgesloten een bod te zullen doen. Maar milieuorganisaties vrezen dat kleinere bedrijven met minder controle en laksere regels het risico net kunnen doen toenemen.

Half miljard voor milieubescherming

De plannen roepen volgens Shapiro ook vragen op over de klimaatfinanciering in de regio. Het Central African Forest Initiative (Cafi) geeft zes landen in het Congobekken geld om het bos te beschermen, de ontwikkelingsdoelen van de VN te halen en armoede te verminderen.

Amper 17 procent van de Congolezen heeft volgens de Wereldbank toegang tot elektriciteit.

Op zijn website stelt Cafi dat ‘bosverlies te wijten is aan armoede, aan een lokale behoefte aan land- en bosproducten (kleinschalige slash-and-burn-landbouw en houtskool), verergerd door de sterke bevolkingsgroei.’

Het akkoord tussen Cafi en de DRC – goed voor een half miljard dollar – verbiedt olieboringen alleen als die ‘incompatibel zijn met de beschermingsdoelen in beschermde gebieden.’ Het identificeert de koolstofwaarde van veengebieden niet als grond om ontwikkeling te voorkomen.

Veronderstellingen

Houtskool domineert traditioneel het verhaal over ontbossing in de DRC, omdat het gebruik ervan alomtegenwoordig is in het land. Amper 17 procent van de Congolezen heeft volgens de Wereldbank toegang tot elektriciteit – en volgens de regering is dat zelfs maar 9 procent. Snelgroeiende steden zoals Kinshasa doen de vraag naar houtskool exploderen.

Toch is het onwaarschijnlijk dat houtskool de belangrijkste oorzaak van bosverlies is, zegt Shapiro. De nieuwe studie van de FAO in opdracht van Cafi werpt een gedetailleerde blik op de oorzaken van ontbossing en bosdegradatie in het Congobekken tussen 2016 en 2020.

Een studie uit 2018 schat dat de productie van houtskool niet meer dan 10% van het bosverlies in de DRC aanjaagt.

De onderzoekers analyseerden satellietbeelden van meer dan twaalfduizend percelen in de regio. De bevindingen zullen in het najaar worden gepubliceerd, maar moeten eerst nog peer review ondergaan.

Uit de studie blijkt onder meer dat de ontbossing in de periode veel hoger was dan vóór 2015, maar niet elk jaar is toegenomen. ‘Iedereen zegt dat de ontbossing explodeert, maar we zien dit niet’, zegt Shapiro.

De studie stelt dat kleinschalige landbouw de belangrijkste oorzaak blijft voor ontbossing in de regio. Ze identificeert wel belangrijke bosdegradatie, waarvan een groot deel waarschijnlijk wordt veroorzaakt door de productie van houtskool.

Maar de gegevens zijn fragmentarisch. Hoewel satellietbeelden beter zijn geworden in de identificatie van kleine open plekken in het bos, kunnen ze niet bepalen waarom de bomen worden gekapt.

Een studie uit 2018 in Science Advances schat dat de productie van houtskool niet meer dan 10% van het bosverlies in de DRC aanjaagt.

Knabbelen op het randje

Volgens Shapiro beschikken de arme gemeenschappen niet over kettingzagen of zware machines, maar ‘knabbelen mensen aan de rand van het bos’. De grootste bomen, die het meeste CO2 opslaan, blijven overeind.

‘We moeten stoppen met mensen te beschuldigen die geen alternatief hebben.’
Aurelie Shapiro

Bovendien is die impact op het bos veel korter dan industriële activiteiten zoals mijnbouw en grootschalige landbouw, zegt ze. Olieboringen, die nog moeten starten in de regio, zijn niet onderzocht in de FAO-studie.

Zogenaamde ‘slash-and-burn’-technieken worden door lokale gemeenschappen gebruikt om bomen in de buurt van dorpen te kappen. Drie tot vijf jaar worden er gewassen verbouwd, waarna het land braak gelaten wordt en de wilde vegetatie kan terugkeren. De jongere bomen kunnen op hun beurt worden gekapt om houtskool te produceren.

‘Het punt is dat we moeten stoppen met mensen te beschuldigen die geen alternatief hebben’, zegt Shapiro.

Economische groei

De Congolese regering stelt dat het land de olie- en gasexploitatie nodig heeft om economische groei te stimuleren en mensen uit de armoede te halen.

‘De disproportionele nadruk op kleinschalige landbouw leidt ertoe dat industriële bedreigingen onder de radar blijven.’
Joe Eisen, Rainforest Foundation UK

Maatschappelijke organisaties zijn blij met het hernieuwde debat over ontbossing in de regio. ‘Plattelandsgemeenschappen zijn een makkelijk doelwit om de schuld te geven’, zegt Alphonse Valivambene, hoofd van een middenveldorganisatie in het oosten van de DRC. Hij pleit voor een meer holistische benadering van het beleid, die rekening houdt met de armoede waarin mensen leven.

De ngo Rainforest Foundation waarschuwt al langer dat de modellen voor financiering en bosbescherming in het Congobekken zijn gebaseerd op ‘simplistische veronderstellingen.’

‘De disproportionele nadruk op kleinschalige landbouw, die vooral in een rotatiesysteem rond dorpen gebeurt, leidt ertoe dat industriële bedreigingen onder de radar blijven’, zegt Joe Eisen, executive director of the Rainforest Foundation UK.

Cafi van zijn kant wil niet reageren voor de FAO-studie formeel is gepubliceerd.

Dit stuk is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate Home News