Nieuw lek onthult Luxemburgse belastingafspraken van Disney en andere topbedrijven
Alison Fitzgerald en Marina Walker Guevara
09 december 2014
Een nieuw datalek van Luxemburgse belastingakkoorden toont dat niet enkel het grote advieskantoor PricewaterhouseCoopers in de periode 2008-2011 internationale bedrijven hielp om via het Groothertogdom hun belastingbasis te reduceren. Ook negen andere belastingadviesbedrijven benaderden de Luxemburgse belastingadministratie in de periode 2003-2011 om rulings te verkrijgen voor hun vermogende klanten. Dit tweede lek legt de grote schaal van de Luxemburgse rulingpraktijken bloot.
Een nieuw lek van confidentiële documenten toont dat de lijst van grote bedrijven die geheime belastingafspraken in Luxemburg proberen verkrijgen nog langer is dan uit de eerste LuxLeaks-onthullingen bleek. Het nieuwe lek legt de manieren bloot waarop onder meer de Amerikaanse entertainment-icoon The Walt Disney Co., het politiek controversiële Koch Industries Inc. – de eigenaars zijn belangrijke geldschieters van de Republikeinen – en 33 andere bedrijven belastingen besparen.
ICIJ verkreeg de belastingdocumenten met betrekking tot Disney en Koch als deel van een schat aan informatie over de financiële manoeuvers van grote bedrijven via hun dochterbedrijven in Luxemburg.
Joe Penniston (CC BY 2.0)
Rulings afgesloten door Belgische groepen of families zitten er dit keer niet bij. Wel werden documenten gelekt die betrekking hebben op een groep die ook in België actief is (de Canadese treinconstructeur Bombardier, die een afdeling heeft in Brugge), en op een belastingconstructie van Telecom Italia waarin België een belangrijke rol speelt. Daarover zullen de Belgische mediapartners van ICIJ – Le Soir, de Tijd en MO* – op woensdag 10 december 2014 berichten.
Schat aan informatie
Koch Industries, een energie- en chemieconglomeraat met hoofdzetel in de VS, en Disney hebben beide een wirwar van aan elkaar gelinkte bedrijven opgezet in Luxemburg, waardoor zij mogelijk hun belastingbijdrage in de VS en Europa hebben kunnen verminderen, zo blijkt uit documenten die het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) in handen heeft gekregen.
Het nieuwe lek legt informatie over 35 bedrijven bloot. Rulings afgesloten door Belgische groepen of families zitten er dit keer niet bij.
ICIJ verkreeg de belastingdocumenten met betrekking tot Disney en Koch als deel van een schat aan informatie over de financiële manoeuvers van grote bedrijven via hun dochterbedrijven in Luxemburg. ICIJ ontving de documenten in november, kort na de publicatie van een eerder lek van documenten die de belastingafspraken blootleggen die FedEx, Pepsi, IKEA en 350 andere grote bedrijven hebben onderhandeld met de Luxemburgse overheid.
De eerste reeks Luxemburgse belastingafspraken die ICIJ en zijn partnermedia op 5 november publiceerden, waren voorbereid door het grote accountingkantoor PricewaterhouseCoopers (PwC). Het nieuwe lek onthult dat agressieve belastingstructuren niet alleen mee onderhandeld werden door PwC maar ook door Luxemburgse advocatenkantoren en belastingadviesbedrijven, alsook door de andere accountingkantoren van de zogenaamde “Big 4”: Ernst & Young, Deloitte en KPMG.
Motie van wantrouwen
Sinds de publicatie van een eerste reeks verhalen door meer dan tachtig journalisten in alle uithoeken van de wereld, heeft het LuxLeaks-onderzoek van ICIJ geleid tot een snelle veroordeling van de praktijken en de roep tot hervorming in Europa.
In de nasleep van de onthullingen heeft Jean-Claude Juncker een motie van wantrouwen in het Europees parlement overleefd, al werd zijn leiderschap wel in vraag gesteld. Juncker is de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie en was premier van Luxemburg in de periode dat een belangrijk deel van het controversiële belastingbeleid tot stand kwam.
Jean-Claude Juncker overleefde een motie van wantrouwen in het Europees Parlement.
Europees Parlement (CC BY NC ND 2.0)
Juncker heeft benadrukt dat de belastingpraktijken van zijn thuisland legitiem zijn. Na de LuxLeaks-publicaties gaf hij echter ook toe dat het systeem ‘niet altijd in lijn was met fiscale eerlijkheid’ en mogelijk in strijd zou kunnen zijn met ‘ethische en morele standaarden’.
Ernst & Young, KPMG, PwC en Deloitte kozen ervoor gedetailleerde vragen over de belastingafspraken niet te beantwoorden. In plaats daarvan verwezen ze naar hun wereldwijde gedragscodes die van werknemers vereisen dat zij zich aan de wet houden en zich ethisch gedragen.
‘Ernst & Young-professionals leveren onafhankelijk belastingadvies aan klanten in overeenstemming met de nationale en internationale wetgeving’, mailde E&Y-woordvoerder Will Brewster naar ICIJ. ‘Hieronder valt ook advies met betrekking tot het naleven van de fiscale wetgeving in de landen waarin zij actief zijn.’
Complexe herstructureringen
De documenten met betrekking tot Disney en Koch tonen dat beide bedrijven, geadviseerd door Ernst & Young, complexe herstructureringen construeerden die het eigenaarschap van de vele dochterbedrijven herschikken en hen centraliseren onder Luxemburgse bedrijven, die alle worden bediend door bedrijven voor interne bedrijfsfinanciering, verwant aan een eigen bank van een bedrijf. Deze interne geldschieters ontvingen intresten van gelieerde ondernemingen die tussen 2009 en 2013 honderden miljoenen dollar aan winsten door Luxemburg kanaliseerden, en ze betaalden weinig belastingen. In sommige jaren konden de Luxemburgse dochterbedrijven genieten van een belastingtarief van minder dan één procent.
‘Professionele standaarden en privacywetten vereisen dat Ernst & Young confidentiële klanteninformatie beschermt. We nemen die verplichting zeer ernstig en kunnen bijgevolg geen commentaar geven op individuele cases’, liet woordvoerder Brewster weten.
Het kantoor van Ernst & Young in Luxemburg.
© Kristof Clerix
‘Eens het geld aankomt in Luxemburg, en dankzij een overeenkomst tussen landen die ervan uitgaan dat op het bedrag belastingen verschuldigd zijn in Luxemburg, gaat het in een van die vreemde structuren… en moet er nauwelijks belasting op betaald worden’, zei Richard Brooks, voormalig Brits belastinginspecteur en auteur van The Great Tax Robbery, over dit soort overeenkomsten. Brooks had het daarbij niét specifiek over Disney en Koch.
Zonder de confidentiële aangiftes bij de Amerikaanse fiscus – de Internal Revenue Service – in te kunnen kijken, is het onmogelijk om precies te berekenen hoe de Luxemburgse belastingafspraken een impact hebben gehad op de belastingafrekening van Disney en Koch Industries in de VS. Verschillende experts waar ICIJ mee sprak, stelden echter dat de Luxemburgse dochterbedrijven beide bedrijven zouden kunnen helpen om hun winsten vanuit de VS door te schuiven naar landen met lagere belastingen.
Binnen de grenzen van het Groothertogdom
Beide documentenlekken slaan op confidentiële belastingafspraken – ook wel ‘rulings’ of ‘voorafgaande beslissingen’ genoemd – goedgekeurd door Luxemburgse ambtenaren. De rulings verzekeren bedrijven ervan dat hun manoeuvers om belastingen te besparen op een gunstige behandeling kunnen rekenen. In het nieuwste lek gaat het om rulings die werden voorgelegd aan de Luxemburgse overheid tussen 2003 en 2011.
Het inmiddels beruchte Bureau d’Imposition Sociétés 6 in Luxemburg.
© Kristof Clerix
De Luxemburgse belastingafspraken zijn wettelijk binnen de grenzen van het Groothertogdom, maar zouden aangevallen kunnen worden als belastingoverheden in andere landen ze zouden beschouwen als regelingen die bedrijven toelaten hun “eerlijk belastingaandeel” niet te betalen. Onder de Amerikaanse belastingwetgeving bijvoorbeeld kan de Amerikaanse fiscus aan een bedrijf weigeren om een belastingvoordeel te claimen bij een transactie wanneer er een ‘gebrek is aan economische substantie of een businessdoeleinde’.
‘Amerikanen zijn het grondig beu dat grote bedrijven sweetheart deals afsluiten met belastingparadijzen om zo hun Amerikaanse belastingverplichtingen te ontwijken’, zei de Amerikaanse senator Carl Levin (Democratische Partij) uit Detroit (Michigan). Levin heeft onderzoeken geleid en hoorzittingen georganiseerd rond belastingontwijking door bedrijven – waaronder Apple en Caterpillar. ‘Het is niet eerlijk en we kunnen het ons niet veroorloven dat er nog een jaar zou voorbijgaan zonder dat we de ongerechtvaardigde belastinggeschenkjes aan bedrijven uitbannen (…).’
De EU op haar beurt heeft een onderzoek opgestart naar belastingafspraken die bedrijven maakten met Ierland, Nederland en Luxemburg. Ze gaat na of de belastingafspraken een vorm van ontoelaatbare staatssteun uitmaken.
Interne bedrijfsbanken
In de voorbije vijftien jaar is Luxemburg een hub geworden voor een aantal van de grootste merken ter wereld – grote bedrijven die werden aangetrokken door rulings die hen toelieten om het Luxemburgse belastingtarief voor bedrijven – 29 procent – te reduceren tot soms minder dan één procent, en dat via allerhande financiële manoeuvres die op voorhand de goedkeuring kregen van Luxemburgse belastingambtenaren.
In de voorbije vijftien jaar is Luxemburg een hub geworden voor een aantal van de grootste merken ter wereld.
Het werken met “interne bedrijfsbanken” is zo een manier waarop bedrijven hun winsten naar Luxemburg kunnen verhuizen via interestbetalingen op leningen binnen één groep. Een andere manier is via royaltiebetalingen op intellectuele eigendom, waarvoor in Luxemburg een belastingvrijstelling van tachtig procent geldt.
Een woordvoerder van het Luxemburgse ministerie van Financiën verdedigde de _ruling-_praktijk door erop te wijzen dat niet enkel Luxemburg zulke belastingafspraken afsluit. Mogelijke problemen zouden te maken hebben met de interactie van belastingregimes in verschillende landen. Die wisselwerking ‘kan er momenteel toe leiden dat een bedrijf zijn belastingen flink kan reduceren of zelfs helemaal geen belastingen betaalt’. Hoewel dat weliswaar wettelijk is, ‘wordt de legitimiteit ervan in vraag gesteld vanuit een ethisch standpunt’, zei de woordvoerder.
De Disney-ruling in detail bestudeerd
De specificiteiten van de Luxemburgse structuren van Disney en Koch Industries verschillen, maar ze vertonen wel een rode draad.
Het belastingschema van Disney wordt voorgesteld in een ruling die 34 stappen telt. Het document is in oktober 2009 door Ernst & Young opgesteld. Het toont hoe het moederbedrijf van Mickey Mouse over heel de wereld geld in cirkels laat rondstromen, en ondertussen cash omzet in schuld en in equity en terug. Op de kopie van de ruling die ICIJ in handen kreeg, ontbreekt de stempel waarmee de Luxemburgse belastingoverheid zijn goedkeuring geeft. Op basis van de aangiftes die het bedrijf in Luxemburg deed, kon ICIJ echter nagaan dat de handelingen die in het document beschreven worden ook hebben plaatsgevonden.
De Luxemburgse kantoren van Disney zijn op zo een manier opgezet dat ze de entertainmentreus zouden kunnen toelaten om winsten te verhuizen vanuit landen met een hoge belastingvoet voor bedrijven – zoals Frankrijk en Duitsland.
De nieuwe documenten tonen dat Disneys serie equity-transfers het eigenaarschap van minstens 24 dochterbedrijven in Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland, Australië, de Kaaimaneilanden en Australië verzamelde onder de paraplu van twee nieuw opgezette Luxemburgse bedrijven.
In het centrum van de nieuwe structuur staat een derde bedrijf, een financiële arm die aanvankelijk Wedco Participations SCA heette.
Meer dan een miljard euro winst
De interne bank kende leningen met hoge interestvoeten toe aan heel wat dochterbedrijven, waardoor de winsten van die bedrijven – die vaak gevestigd waren in landen met een hoge belastingvoet – in de vorm van interestbetalingen werden verplaatst naar Luxemburg. Daarnaast stuurde een dochterbedrijf op de Kaaimaneilanden – wettelijk eigenaar van minstens zestien Disney-bedrijven in Europa en Australië – zijn winsten naar Luxemburg in de vorm van jaarlijkse dividenden.
De bedragen komen dus neer op een belastingtarief van net meer dan een kwart van 1 procent.
De Luxemburgse interne geldschieter, waarvan de naam later veranderde in Wedco One (Luxembourg) S.à.r.l. Participations SCA, maakte in de vier jaar voorafgaand aan september 2013 tot meer dan een miljard euro winst. Het bedrijf betaalde in Luxemburg 2,8 miljoen euro inkomstenbelasting. Dat blijkt uit de openbare rekeningen van het bedrijf, die ICIJ inkeek. De bedragen komen dus neer op een belastingtarief van net meer dan een kwart van 1 procent.
De documenten tonen dat Disney deze interne bank gebruikte als een tussenpersoon voor twee leningen (samen goed voor 75 miljoen euro) aan zijn Franse dochterbedrijf Walt Disney International France SAS. Disney rekende Wedco Participations slechts 0,42 procent interest aan; Wedco rekende vervolgens het Franse dochterbedrijf van Disney 5,7 procent aan.
De transactie zou tot gevolg kunnen hebben gehad dat Disney zijn belastingen in Frankrijk kon verminderen, aangezien het Franse bedrijf van 2009 tot 2013 meer dan zestien miljoen euro interesten betaalde aan het Luxemburgse bedrijf. Daarnaast ontving Disney zo weinig interestbetalingen van Wedco dat die transactie slechts een geringe impact op de belastingen op zijn Amerikaanse interestinkomsten zou gehad hebben.
Een maas in de belastingwetgeving
Leningen ter waarde van 717 miljoen euro aan twee Britse dochterbedrijven van Disney resulteerden in 181 miljoen euro aan interestbetalingen, terwijl een lening van twaalf miljoen euro aan The Disney Store Netherlands 495.000 euro aan interest opleverde. Het bedrijf op de Kaaimaneilanden stuurde voor 837 miljoen euro aan dividenden naar Luxemburg.
In de belastingafspraak van Disney is ook sprake van een serie belastingvrije ‘verborgen kapitaalbijdragen’ (hidden capital contributions) vanuit andere Luxemburgse dochterbedrijven aan het financieringsbedrijf, in totaal goed voor meer dan 650 miljoen euro.
Het bedrijf op de Kaaimaneilanden stuurde voor 837 miljoen euro aan dividenden naar Luxemburg.
Verder zette Disney ook een Amerikaanse branch op van zijn interne Luxemburgse geldschieter, met name op het Disney-hoofdkwartier in Burbank, California. Volgens Brooks betaalt die Amerikaanse branch waarschijnlijk geen belastingen op de transacties, gezien een maas in de Amerikaanse belastingwetgeving die toelaat dat de fiscus op vraag van het moederbedrijf een aantal dochterbedrijven kan negeren vanuit fiscaal oogpunt.
Indien dat zo zou zijn, ‘dan worden Amerikaanse belastingen ontweken, aangezien het uiteindelijk gaat om een investering vanuit de VS die doorheen Luxemburg gekanaliseerd wordt omwille van fiscale doeleinden’, aldus Brooks, die door ICIJ is ingehuurd om een aantal documenten de analyseren.
Het Disney-kantoor in Luxemburg
Samen boekten de drie Disney-bedrijven opgezet in de ruling, die werd voorbereid door Ernst & Young, van 2009 tot 2013 meer dan 2,8 miljard winst. Toch delen de drie bedrijven, zo blijkt uit de ruling, slechts één werknemer.
De bedrijven zijn gevestigd in een residentieel gebouw in Luxemburg, waar ook nog twee andere Disney-dochterbedrijven officieel kantoor houden. Op de brievenbus van de groep is de naam Disney CIS Holdings S.à.r.l. – een bedrijf opgezet in 2011 – in handschrift toegevoegd op een stukje afplakband.
Op de Avenue Guillaume 55 houden de Luxemburgse dochterbedrijven van Disney kantoor.
© Kristof Clerix
Toen MO* het adres bezocht, deed een man de deur open en stelde zich voor als directeur van de vijf bedrijven. ‘Nu kan je zien dat we hier echt aanwezig zijn. Er is wel degelijk substantie’, zei de man, een Belg die zijn naam niet wilde geven. ‘We gebruiken een groot appartement op de benedenverdieping als kantoor’, zei hij. ‘Veel personeel hebben we niet nodig. Een gekwalificeerde persoon met een voltijdse baan kan die vijf holdingbedrijven beheren. Ook de boekhouding en de bestuursvergaderingen gebeuren hier in Luxemburg.’ De man ging niet in op specifieke vragen over de activiteiten van Disney in Luxemburg of over de ruling van 2009.
‘Een effectieve belastingvoet van 34 procent’
‘De afgelopen vijf jaar bedroeg onze wereldwijde effectieve belastingvoet ongeveer 34 procent en het voorbije jaar was dat 35 procent’, aldus Zenia Mucha, woordvoerster van Disney in de VS. ‘We gaan verantwoordelijk om met onze belastingzaken en streven ernaar volledig te voldoen aan alle geldende fiscale regels. Uw beweringen zijn niet gebaseerd op een accuraat begrip van onze wereldwijde belastingpositie.’
Disney: ‘We streven er naar volledig te voldoen aan alle geldende fiscale regels.’
Mucha antwoordde niet op het dozijn gedetailleerde vragen dat naar het bedrijf werd doorgemaild, en gaf ook niet aan wat zij beschouwde als onnauwkeurigheden.
Het is niet duidelijk of Disney een deel van zijn Luxemburgse winsten heeft teruggebracht naar de VS, waar bedrijven 35 procent belastingen betalen. Disney schreef in zijn inkomensrapport 2014 dat het 1,9 miljard dollar aan buitenlandse inkomsten ook in het buitenland aanhield en schatte dat de belastingschuld indien het dat inkomen naar de VS zou brengen 377 miljoen dollar zou bedragen.
Die 377 miljoen dollar, een fractie van Disneys operaties wereldwijd, zouden het wereldwijde aanslagbiljet van het bedrijf met meer dan tien procent doen stijgen. Het bedrijf noteerde in zijn financieel overzicht 2014 dat het 3,1 miljard dollar aan Amerikaanse federale en staatsbelastingen had betaald, en 600 miljoen dollar aan buitenlandse belastingen.
De Koch-ruling in detail bestudeerd
De Luxemburgse transacties van Koch die in de nieuwe documenten onthuld worden, hebben betrekking op zijn chemicaliën- en polymerendochterbedrijf Invista BV. Dat produceert de merkstof Lycra en tapijten van het merk Stainmaster.
© CC ATIS 547 BY NC SA 2.0
De Koch-documenten, eveneens voorbereid door Ernst & Young, beschrijven “Project Snow”, een herstructurering van Invista in 26 stappen, bedoeld – zeggen ze – om de structuur van het bedrijf te vereenvoudigen, de cash flow naar Luxemburg te centraliseren en schulden af te betalen.
Marius Kohl keurde gedurende 22 jaar duizenden Luxemburgse belastingafspraken goed.
De herstructurering werd eind 2008-begin 2009 uitgewerkt tijdens een reeks van vier ontmoetingen tussen werknemers van Ernst & Young en Marius Kohl, hoofd van het Luxemburgse Bureau d’Imposition Sociétés 6. Kohl, intussen met pensioen, keurde gedurende 22 jaar duizenden belastingafspraken goed, die bedrijven hielpen miljarden dollar te besparen.
De documenten tonen dat de dochterbedrijven van Invista tijdens de herstructurering, die in september 2008 van start ging, honderden miljoenen dollar heen en weer stuurden, waarbij aandelen in schuld werden omgezet en soms bedrijven werden ontbonden.
‘Schuldenaar én schuldeiser van dezelfde schuld’
Belastingvrije ‘verborgen distributies’ onder dochterbedrijven zijn slechts één type head-spinning transacties die opduiken in de confidentiële belastingafspraak die werd goedgekeurd door de Luxemburgse belastingoverheid. Een andere sectie beschrijft een lening van 736 miljoen dollar die van bedrijf naar bedrijf wordt doorgegeven totdat een dochterbedrijf in de VS ‘zowel schuldenaar als schuldeiser van dezelfde schuld wordt’ en de schuld wordt geannuleerd.
Elke stap in de belastingafspraak bevat een interpretatie van hoe die stap de belastingen van het bedrijf in Luxemburg zal beïnvloeden. In de meeste gevallen worden de transacties vrijgesteld.
Een korte voorstellingsvideo van Koch Industries:
Géén personeelskosten
Centraal in de herstructureringsdeal van Koch staat een een interne bedrijfsbank, Arteva Europe S.à.r.l., die de cashflows van de Europese operaties van Koch via Luxemburg beheert. Arteva had een Zwitserse branch opgezet die waarschijnlijk profiteerde van lage belastingvoeten in Zwitserland. Luxemburgse beambten stemden ermee in om die Zwitserse branch als losstaand van het Luxemburgse bedrijf te behandelen, zo staat in de belastingafspraak.
Centraal in de herstructureringsdeal van Koch staat een een interne bedrijfsbank, Arteva Europe S.à.r.l.
Van 2010 tot 2013 betaalde het bedrijf 6,4 miljoen dollar belastingen op een winst van 269 miljoen dollar. Zijn hoogste jaarlijkse belastingvoet bedroeg 4,15 procent.
In de jaarrekeningen die Arteva indiende in Luxemburg, noteerde het geen personeelskosten. In Zwitserland deelt de branch van Arteva een adres in Zürich met een bedrijf genaamd Tax Partners AG. De pricipals van dat laatste bedrijf staan in publieke aangiftes ook vermeld als deputy branch managers van Arteva – zo blijkt uit onderzoek door ICIJ-partner The Guardian. De branch manager van Arteva Zwitserland beschrijft zichzelf op de website LinkedIn als ‘belastingdirecteur Europa’ voor Koch International Shared Services.
670 bedrijven in één gebouw
‘Zoals alle bedrijven van Koch voert Invista zijn bedrijf rechtmatig en betaalt het belastingen in overeenstemming met de geldende wetten’, aldus Rob Tappan, directeur externe relaties voor Koch Companies Public Sector. Het bedrijf ging niet in op gedetailleerde vragen over zijn Luxemburgse operaties.
Toen een reporter ging aanbellen bij het kantoor deed niemand open.
Koch laat weten dat Inivista zijn hoofdkwartier in de VS heeft. Amerikaanse en andere operaties zijn echter in handen van een holdingbedrijf geregistreerd in Nederland, een land met lage belastingen, waar het zijn financiële resultaten rapporteert.
De kantoren van Invista zijn gevestigd in een modern kantoorgebouw in Luxemburg, in een afdeling met andere Koch-bedrijven. Op een naambordje aan de voorkant staat Koch Business Solutions – Europe Sàrl. In het gebouw zijn liefst 670 actieve vennootschappen geregistreerd, zo blijkt uit een analyse van het Luxemburgse bedrijfsregister in september 2014.
Toen een reporter ging aanbellen bij het kantoor deed niemand open. Twee medewerkers die op het punt stonden te vertrekken, wilden niet zeggen hoeveel personen er werken of wat ze doen.
Toen een reporter ging aanbellen bij het kantoor deed niemand open. Twee medewerkers die op het punt stonden te vertrekken, wilden niet zeggen hoeveel personen er werken of wat ze doen.
© Bastian Obermayer
Tweede grootste Amerikaanse privébedrijf
Koch Industries is volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes het tweede grootste Amerikaanse bedrijf in privéhanden. Het is niet verplicht zijn financiële informatie in de VS te rapporteren. Bijgevolg is het onmogelijk om te weten hoeveel belastingen het in de VS betaalt.
Het is onmogelijk te weten hoeveel belastingen Koch Industries in de VS betaalt.
In 2003 kocht het bedrijf Invista van DuPont voor 4,4 miljard dollar, en combineerde het met KoSa, het dochterbedrijf van Koch dat polyester en nylonvezels produceerde. Het registreerde het nieuwe bedrijf in Nederland.
Koch Industries begon meteen Invista’s schuld af te betalen, zo blijkt uit rapporten van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Moody’s. Tegen 2010 had Koch Industries 350 miljoen euro bijgedragen aan Invista. Tegen 2011 had Koch het bedrijf geholpen om bijkomend nog eens 720 miljoen euro af te betalen, waardoor Invista schuldenvrij werd, aldus Moody’s.
In het centrum van de politieke controverse
Eigenaars Charles en David Koch stonden de voorbije jaren in het centrum van de politieke controverse omdat ze met hun geld en connecties politieke kandidaten van de Republikeinen steunden die sympathie hebben voor hun libertaire overtuigingen.
De broers Charles en David Koch
Truthout.org (CC BY NC SA 2.0)
Koch Industries gaf in 2011 toe dat een van de sleutelbedrijven in zijn Luxemburgse holdings, Invista S.à.r.l., een dozijn illegale campagnecontributies had versluisd naar politieke kandidaten in de staten Virgina, Delaware en Kansas alsook naar de U.S. Democratic Governors Association. Het bedrijf stemde ermee in een boete van 4700 dollar te betalen.
In zijn schrijven aan de federale kiescommissie in de VS stelde het bedrijf dat ‘de overtredingen het gevolg waren van een algemeen gebrek aan kennis onder het personeel van het bedrijf met betrekking tot ofwel de eigenheid van Invista’s wettelijke structuur ofwel de geldende restricties op Invista als buitenlands bedrijf’.
De gebroeders-Koch ondersteunden de succesvolle poging van de Republikeinen om de controle te verwerven over de Amerikaanse senaat.
De Kochs en hun netwerk van dollardonors en politiek actieve non-profitgroeperingen zamelden meer dan 400 miljoen dollar in, in een onsuccesvolle poging om de kandidatuur te dwarsbomen van president Barack Obama om in 2012 herverkozen te raken.
Dit jaar waren ze er opnieuw; ze ondersteunden de succesvolle poging van de Republikeinen om de controle te verwerven over de Amerikaanse senaat.
The Center for Responsive Politics berekende dat David Koch en zijn echtgenote Julia tijdens de verkiezingscyclus van 2014 minstens 2,4 miljoen dollar bijdroegen aan politieke kandidaten en groepen. Charles Koch en zijn echtgenote Elizabeth droegen ongeveer 2,3 miljoen dollar bij. Elk van de broers droeg via trusts ook nog eens 2 miljoen dollar bij aan het ontluikende politieke actiecomité Freedom Partners Action Fund.
‘We faciliteren zelf internationale belastingontwijking’
Disney en Koch zouden wel eens kunnen profiteren van een maas in de Amerikaanse belastingwetgeving, die hen toelaat om de Amerikaanse overheid te zeggen het bestaan van een veelheid aan dochterbedrijven te negeren, en enkel te kijken naar het buitenlandse moederbedrijf wanneer het tijd is om belastingen te berekenen. De zogenaamde _check-the-box-_provisie laat bedrijven toe een regel te omzeilen die normaal gezien buitenlandse dochterbedrijven Amerikaanse belastingen doet betalen telkens wanneer er geld van het ene dochterbedrijf naar het andere vloeit.
‘Met instrumenten zoals check-the-box faciliteren we eigenlijk internationale belastingontwijking’, aldus Kimberly Clausing, een professor economie aan het Reed College in Portland (Oregon) gespecialiseerd in de fiscaliteit van multinationals. Hoewel die wettelijke bepalingen een vorm van slecht beleid uitmaken, aldus Clausing, ‘is het voor bedrijven niet echt fout om er gebruik van te maken’.
In 2009 zette president Obama de check-the-box op het lijstje met mazen in de belastingwetgeving die hij wilde dichten. Documenten voorbereid door de regering-Obama in die tijd, gingen ervan uit dat dat [het elimineren van check-the-box] op tien jaar tijd bijkomend 86 miljard dollar Amerikaanse belastingen zou opleveren – meer dan eender welk ander voorstel van het lijstje met 25 belastingvoorstellen uit het plan van de president.
Bedrijven lanceerden een agressieve lobbycampagne om “hun” maas in de wet te beschermen, en het voorstel werd binnen het jaar losgelaten.
Bedrijfswinsten buiten de VS houden
De tactiek is een van de handvol belastingstrategieën die Amerikaanse bedrijven gebruiken om hun winsten vanuit de VS (waar bedrijven in de regel 35 procent belastingen betalen) te verhuizen naar landen met lage[re] belastingen.
Een andere strategie die bedrijven gebruiken, heet kostendelen (cost-sharing). Een deel van de kosten om nieuwe producten te ontwikkelen, wordt toegeschreven aan buitenlandse dochterbedrijven, aldus Stephen Shay, professor fiscale praktijk aan de Harvard Law School en voormalig beambte internationale belastingen bij de Amerikaanse Treasury.
Op die manier kunnen ze de winsten uit die producten, of de licenties op merken en patenten, toeschrijven aan het bedrijf buiten de VS. De strategie leidt ertoe dat bedrijfswinsten buiten de VS worden gehouden, want als bedrijven de cash naar de VS brengen, moeten ze er wel belastingen op betalen. Dat zou de reden kunnen zijn waarom Disney 1,9 miljard dollar in het buitenland laat.
Volgens nieuwsagentschap Bloomberg hebben de 500 grootste Amerikaanse bedrijven – die zijn opgenomen in de S&P 500 [een index van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s] – 1,95 triljoen dollar winsten in het buitenland geparkeerd. Ze hebben gelobbyd voor een tijdelijke reductie van het bedrijfsbelastingtarief op dividenden uit die winsten – voor een zogenaamde “repatriëringvakantie”.
‘Blijkbaar wordt er heel wat gelogen’
‘Het versluizen van winsten naar landen met lage belastingen kost de VS jaarlijks tussen 57 en 90 miljard dollar.’
Clausing schat dat het feit dat bedrijven winsten versluizen naar landen met lage belastingen in plaats van ze in te boeken waar de winsten daadwerkelijk gemaakt zijn, de VS jaarlijks tussen 57 miljard en 90 miljard dollar kost. Het lijkt erop dat Amerikaanse bedrijven van alle voordelen profiteren.
Multinationale ondernemingen met hoofdzetel in de VS hebben volgens Clausing 6,1 procent van hun buitenlandse winsten in Luxemburg geboekt, terwijl ze enkel 0,6 procent van hun verkoop in het Groothertogdom noteren. Clausing baseert die berekening op gegevens van het Amerikaanse Bureau voor Economische Analyse. Bij diezelfde bedrijven werkt slechts een tiende van één procent van hun buitenlands personeel in Luxemburg. Clausing zei – doelende op bedrijven in het algemeen en niet specifiek op Disney en Koch – dat er ‘blijkbaar heel wat gelogen wordt, een foute voorstelling (mischaracterization) van wat er echt gebeurt’.
De rol van de “Big 4”
Wereldwijde accounting- en belastingadviesbedrijven, waaronder Ernst & Young, zijn de hoofdarchitecten van de inventieve strategieën om winsten te verhuizen, waardoor multinationals hun belastingen kunnen verminderen via het Groothertogdom en andere landen met lage belastingen.
De rol van de “Big 4” in het boosten van internationale belastingontwijking is het voorbije decennium steeds vaker onder de loep genomen. KPMG bijvoorbeeld betaalde aan de Amerikaanse overheid 456 miljoen dollar als onderdeel van een zogenaamde deferred prosecution agreement [een schikking waarbij amnestie wordt toegekend in ruil voor het betalen van een boete en het doorvoeren van hervormingen]. Daarmee werd de aanklacht beslecht dat het bedrijf valse offshore shelters had opgezet waarmee zijn klanten minstens 11 miljard dollar verlies op papier konden boeken – wat de Amerikaanse Treasury 2,5 miljard dollar heeft gekost.
Eerder dit jaar kwam tijdens een onderzoek door de Amerikaanse senaat aan het licht dat belastingadviseurs van PricewaterhouseCoopers wettelijke mazen hadden gebruikt om Caterpillar Inc. te helpen zijn Amerikaanse aanslagbiljet met 2,4 miljard dollar te verkleinen door papieren winsten te verhuizen van de VS naar Zwitserland.
Het gloednieuwe kantoor van PwC in Luxemburg
Zowel Ernst & Young en PwC hebben geïnvesteerd in hun operaties in Luxemburg.
Het kantoor van Ernst & Young in het Groothertogdom ontving in het jaar voorafgaand aan 30 juni 153 miljoen dollar inkomsten, geleid door een groei in zijn belastingbusiness, en plant om 350 nieuwe medewerkers te rekruteren tegen juni 2015.
PwC op zijn beurt opende eind november een nieuw kantoorgebouw in Luxemburg, bijna 30.000 vierkante meter groot. Op de openingsreceptie hielden onder meer premier Xavier Bettel en Financiënminister Pierre Gramegna een toespraak. Terwijl het LuxLeaks-schandaal nog altijd de krantenkoppen haalde in Europa, trok PwC de uitnodigingen voor journalisten om het event bij te wonen opnieuw in.
Het gloednieuwe kantoor van PwC in Luxemburg
© Joachim Dyfvermark
Die investeringen van Ernst & Young en PwC kunnen mogelijk in het gedrang komen nadat documentenlekken hebben onthuld hoe Luxemburgse beambten en wereldwijde belastingfirma’s samenwerken om bedrijven te helpen geen belastingen te betalen in de landen waar ze daadwerkelijk actief zijn.
‘We beschouwen LuxLeaks als marktinformatie’
De Europese Commissie onderzoekt intussen de legaliteit van rulings verkregen door Amazon en Fiat in Luxemburg, en door Apple en Starbucks in Ierland en Nederland. Er wordt verwacht dat Luxemburg veranderingen zal doorvoeren waardoor rulings – naar eigen zeggen – meer transparant zullen worden. Een nieuw wetsvoorstel wil rulings voor bedrijven laten goedkeuren door een commissie in plaats van door één ambtenaar.
Europees Commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager
Radikale Venstre (CC BY NC 2.0)
De nieuwe Europees Commissaris voor Mededinging, Margrethe Vestager, heeft aangekondigd dat haar team de rulings zal onderzoeken die aan ICIJ zijn gelekt. ‘We beschouwen de Luxembourg Leaks als marktinformatie’, aldus Vestager op een recente persconferentie. ‘We zullen ze onderzoeken en evalueren of ze kunnen leiden tot het openen van nieuwe cases.’
Simon Bowers, Kristof Clerix, Emilia Díaz-Struck, Rigoberto Carvajal, Mar Cabra, Minna Knus-Galán, Bastian Obermayer, Lars Bové en Jan Kleinnijenhuis hebben bijgedragen aan dit artikel. Vertaald uit het Engels door Kristof Clerix.
//<![CDATA[ (function() {document.getElementById('cpi_widget').innerHTML = '<iframe src=\"//cloudfront-1.publicintegrity.org/widgets/syndication/node/16382" width=\"0\" height=\"0\" frameBorder=\"0\" style=\"border: none; background: transparent; width: 0px; height: 0px;\"></iframe>'})(); //]]>