Niger maakt werk van kinderbescherming
Dorien De Wit
17 juni 2011
Kinderrechten zijn in Niger bijna onbestaande. Onder andere een gebrekkige geboorteregistratie ontzegt vele kinderen de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.
Niger, een van de armste landen ter wereld, werkt samen met Unicef aan een nieuw systeem van kinderbescherming. Niger is zwaar onderontwikkeld, politieke instabiliteit en steeds verder oprukkende verwoestijning zijn maar twee van de vele problemen waarmee het land te maken heeft.
Duizenden straatkinderen
Minder dan de helft van de bevolking heeft toegang tot drinkwater en 61 procent leeft in extreme armoede. Ondanks verschillende pogingen vanuit internationale hoek om de situatie te verbeteren zijn nog steeds duizenden kinderen het slachtoffer van verschillende vormen van misbruik, geweld en uitbuiting. Volgens Unicef leven meer dan elfduizend kinderen op straat, is de helft van alle kinderen werkend, is de helft van alle meisjes voor hun vijftiende levensjaar getrouwd en is één meisje op vijftig slachtoffer van genitale verminking.
Kinderbescherming is in Niger weinig of niet aanwezig. Het personeel in deze sector werkt meestal als vrijwilliger en met veel te weinig middelen. De focus ligt vooral op ondersteuning van bepaalde categorieën van kinderen: wezen, straatkinderen, slachtoffers van misdrijven en kinderen die in conflict zijn met de wet.
Sensibilisering en preventie
Unicef en Niger werkten daarom een actieplan uit. Problemen zullen meer systematisch worden aangepakt en kortetermijnoplossingen zullen voortaan worden vermeden. Verder zal er gestreefd worden naar dialoog met de families. Om dit plan te doen slagen is veel hulp nodig. Daarom zal een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten tussen leiders, gemeenschapsorganisaties, ngo’s en andere sectoren zoals gezondheid en onderwijs.
‘Het nieuw geïntegreerd en multidimensioneel kinderbeschermingssysteem zal focussen op preventie, sensibilisering van families en participatie van gemeenschappen. Actie moet worden ondernomen voordat een kind slachtoffer wordt’, zegt Unicef-vertegenwoordiger Guido Cornale.
Ontwikkelingssamenwerking
Niger is sinds 1970 een partnerland van de Belgische overheid. Kinderrechten is ook één van de vier thema’s waarrond de Belgische ontwikkelingssamenwerking werkt. Bijzondere aandacht gaat naar de positie van meisjes en kinderen die behoren tot kwetsbare groepen: kinderen in gewapende conflicten, vluchtelingenkinderen, straatkinderen, kinderen in instellingen en kinderen met een handicap.
Ook Plan België is actief in het land. De organisatie stelt dat kinderrechten steeds de rode draad vormen in al hun projecten. Plan Niger zet vier zaken op de voorgrond: recht op overleven, recht op kwaliteitsvol onderwijs, recht op bescherming en kwetsbaarheidsvermindering.
Plan is sinds enkele maanden bezig met een nieuw project in Niger. Fabrice Lepla is specialist binnen de problematiek van kinderbescherming. Volgens hem vormen kinderrechten in Niger nog steeds een groot probleem: ‘Onder andere geboorteregistratie blijft een moeilijk haalbare doelstelling. Twee derde van de kinderen wordt niet geregistreerd en krijgt daarom bijna geen toegang tot de gezondheidssector of onderwijs. Veel van hen komen terecht in de mensenhandel waarna ze bijvoorbeeld worden ingezet als bedelaars.’
Lepla vindt dat de situatie in Niger de laatste jaren slechts een lichte vooruitgang heeft geboekt: ‘Er blijft een duidelijke ongelijkheid tussen jongens en meisjes aanwezig. De kloof tussen het aantal meisjes en het aantal jongens dat naar school gaat is iets gedicht, maar blijft zichtbaar met 73 procent jongens en zestig procent meisjes. Positief is wel dat de Nigerese regering zich mee inzet voor kinderrechten. Zowel rond geboorteregistratie als rond (meisjes)onderwijs heeft de overheid nationale actieplannen opgesteld.’