Niger roeit als eerste Afrikaanse land rivierblindheid uit

Rivierblindheid (onchocerciasis) is een van de belangrijkste oorzaken van blindheid wereldwijd. De ziekte wordt overgedragen door de beten van kriebelmuggen, die voornamelijk rond rivieren voorkomen. Vooral plattelandsbevolkingen in Afrika ten Zuiden van de Sahara worden erdoor getroffen.

Niger vecht al sinds de jaren 1970 tegen de ziekte, onder meer door de insecten te bestrijden en getroffen bevolkingsgroepen geneesmiddelen toe te dienen om de parasiet te bestrijden. De intense samenwerking met de WHO en hulporganisaties leverde succes op: de prevalentie van de ziekte daalde in 2014 al van 60 naar 0,02%. Nu heeft het land de ziekte helemaal uitgeroeid, volgens de WHO-criteria.

Economische impact

Rivierblindheid veroorzaakt niet alleen menselijk lijden maar treft de gemeenschappen ook economisch. De ziekte houdt gemeenschappen weg bij de rivieren die vaak economische levensaders zijn, zegt Matshidiso Moeti, WHO-directeur voor Afrika.

‘Het succes van Niger maakt een einde aan deze last voor haar bevolking. Het positioneert Niger ook als een model voor de eliminatie van verwaarloosde tropische ziekten elders in Afrika. Het land toonde eerder al zijn leiderschap op het gebied van volksgezondheid door de Guineawormziekte in 2013 te elimineren. Vandaag zet het een nieuwe historische stap.’

Wereldwijde vooruitgang

Rivierblindheid en Guineawormziekte zijn zogenaamde ‘verwaarloosde tropische ziekten’, waartoe ook dengue en de slaapziekte behoren. De ziekten worden zo genoemd omdat ze weinig aandacht krijgen bij de ontwikkeling van gezondheidsbeleid of nieuwe geneesmiddelen.

Wereldwijd hebben nu al 54 landen minstens één verwaarloosde tropische ziekte geëlimineerd.

Niger is het eerste Afrikaanse land dat rivierblindheid uitroeit. Eerder hadden ook de Amerikaanse landen Colombia, Ecuador, Guatemala en Mexico dat al gedaan.