Olielanden richten investeringsblik op het Oosten

Nieuws

Olielanden richten investeringsblik op het Oosten

Meena Janardhan

03 juli 2008

Staatsinvesteringsfondsen (SWF’s) van rijke olielanden richten hun blik op Azië en andere opkomende markten. Het Westen heeft immers politiek gemotiveerde beperkingen opgelegd aan de fondsen.

Tijdens het Wereld Economisch Forum dit jaar in Davos, probeerden de Verenigde Arabische Emiraten en enkele andere landen de westerse angsten te bezweren door te benadrukken dat hun investeringsfondsen puur commercieel zijn en geen politieke bedreiging uitmaken.
Sultan Ahmad bin Sulayem, voorzitter van de holding Dubai World, waarschuwde dat de Golffondsen kunnen stoppen met het investeren in ontwikkelde markten als hun motieven continu in twijfel worden getrokken. “De managers van de overheidsfondsen hebben het beleid om daar te investeren waar ze welkom zijn. Als rijke landen ons geld niet willen, prima. Dan investeren we in China en India. Zij willen wel.”

Gevoeligheden

Gouverneur Omar bin Sulaiman van het Dubai International Financial Centre (DIFC) zei iets soortgelijks in november. “Als je directe buitenlandse investeringen nodig hebt, dan moet je investeerders niet afschrikken. De verhalen over de SWF’s creëren gevoeligheden, zelfs voor particuliere investeerders. Zij oriënteren zich al anders.” 
Dubai International Capital (DIC) kocht in november een “substantieel” aandeel in Sony, dat naar schatting tussen 500 miljoen en een miljard dollar waard zou zijn. Toen DIC in 2004 gelanceerd werd, was de strategie om een derde van de overzeese investeringen in Azië te doen. Tot nu toe heeft DIC naar schatting twee miljard dollar in Azië geïnvesteerd.
Volgens Eckart Woertz van het Gulf Research Centre in Dubai maken westerse regeringen zich vooral zorgen over de mogelijkheid dat SWF’s westerse  bedrijven opkopen en die doorverkopen aan potentieel gevaarlijke regimes.
De SWF’s bestaan al lange tijd, maar staan pas sinds kort in de belangstelling omdat ze groter geworden zijn dan de wereld van de hegde funds en andere private institutionele investeerders. Ze zijn eigendom van regeringen van landen die flinke financiële reserves hebben - veelal groeilanden in Azië en olie-exporteurs - en worden gebruikt om te investeren in buitenlandse bedrijven die potentieel meer opbrengen dan aandelen en obligaties. 
Momenteel hebben meer dan twintig landen dit soort fondsen. De fondsen uit de Golf worden geschat op 1600 miljard dollar. Het grootste is de Abu Dhabi Investment Authority (ADIA) met ongeveer 900 miljard dollar. Temasek uit Singapore en de officiële reserves van China en Rusland, die van centrale banken naar SWF’s worden overgeheveld, zijn ook grote spelers.