Ontbossingskampioen Latijns-Amerika wil leven beteren
Diego Cevallos
18 februari 2008
Van elke 100 hectaren bos die in de wereld werden gekapt tussen 2000 en 2005, verdwenen er 65 in Latijns-Amerika of de Caraïben. Dat blijkt uit een rapport van het VN-milieuprogramma UNEP, dat tegelijk positief is over de maatregelen die de regeringen in de regio hebben genomen om de ontbossing tegen te gaan.
Van 2000 tot 2005 was Latijns-Amerika de snelst ontbossende regio in de wereld. Jaarlijks verdwenen er gemiddeld 4,7 miljoen hectaren, 249.000 hectare meer dan in de jaren negentig samen.
In Midden-Amerika kromp het aandeel van de bosoppervlakte van 36,9 tot 35,8 procent, in Zuid-Amerika van 57,2 tot 48,4 procent. In de Caraïben nam de bosoppervlakte lichtjes toe. De voornaamste oorzaak van de ontbossing is de aanlag van eindeloze akkers waarop enkele heel sucessvolle landbouwgewassen worden geteeld, soja voorop. Dat fenomeen was in de jaren negentig nog niet zo uitgesproken.
“De internationale prijzen voor producten als soja zijn gestegen, wat vooral in Bolivia, Paraguay en Brazilië aanleiding heeft gegeven tot kaalkap”, zegt de Mexicaanse expert Enrique Provencio, de auteur van het UNEP-rapport. Volgens de studie is de bosbouwsector als geheel tegelijk duurzamer en productiever geworden, maar volstaat dat niet om het verlies aan bosoppervlakte te counteren.
Goede politiek
De inspanningen van de Latijns-Amerikaanse regeringen gaan niettemin de goede kant op, vindt Provencio. “Er worden inspanningen geleverd als nooit tevoren, maar het is niet gemakkelijk omwille van de grote druk uit economische hoek”, zegt de Mexicaan. Heel wat regeringen hebben de voorbije jaren controlemechanismen ingevoerd en aarzelen niet om het leger in te zetten om de illegale kapactiviteiten te stoppen.
Argentinië bijvoorbeeld stemde eind 2007 een boswet, na een campagne waarbij milieuactivisten anderhalf miljoen handtekeningen verzamelden. De wet verplicht lokale overheden een bosplan op te stellen en alleen kapvergunningen uit te delen nadat er een impactstudie en een openbare hoorzitting is geweest. Brazilië, Chili en Peru hebben “superagentschappen” in het leven geroepen om de aanpak van verschillende ministeries te coördineren.
Volgens Provencio is het te vroeg om te zeggen of dat zal volstaan om de negatieve trend te keren. Costa Rica, Cuba, Santa Lucia en Uruguay hebben recent bewezen dat succesvolle projecten voor herbebossing of bosbescherming mogelijk zijn. “De situatie in het Braziliaanse Amazonewoud baart me het meeste zorgen”, zegt Provencio, “En dat kan een impact hebben op de statistieken voor de hele regio.”